Inspanningsfysioloog Guido Vroemen over Mathieu van der Poel: “Beste kans in Luik? Pogacar voor zijn”
Kan Van der Poel opnieuw Pogacar onder druk zetten, zoals in de Ronde van Vlaanderen 2023? - foto: Cor Vos
Youri IJnsen
zondag 21 april 2024 om 10:45

Inspanningsfysioloog Guido Vroemen over Mathieu van der Poel: “Beste kans in Luik? Pogacar voor zijn”

Special Mathieu van der Poel is zondag een van de twee topfavorieten voor de zege in Luik-Bastenaken-Luik. Zijn grootste uitdaging? Tadej Pogačar. De zwaarder gebouwde wereldkampioen zou op de beklimmingen in de Ardennen in het nadeel zijn ten opzichte van de Sloveen. Maar welke inspanning is er voor Van der Poel nu nodig om Pogačar te volgen? WielerFlits vroeg het aan vakspecialist en sportarts Guido Vroemen, onder andere auteur van het boek ‘Het geheim van wielrennen’.

De nieuwe Tourspecial van RIDE Magazine is een must-have voor echte wielerfans! Onze nieuwe 236 pagina’s dikke zomer-editie is de meest complete Tourgids van deze zomer en staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Tadej Pogacar, Remco Evenepoel, Fabio Jakobsen, Gio Lippens, Christian Prudhomme en Charlotte Kool. Verzeker je van een heerlijke sportzomer en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

Vroemen is een autoriteit op het gebied van inspanningsfysiologie. Hij was als sportarts van 2006 tot 2022 verbonden aan de Nederlandse Triatlon Bond, maar zijn core business is het begeleiden – als trainer-coach – van veel individuele atleten. Denk aan paralympiër Jetze Plat, mountainbike-topper Anne Terpstra en triatleet Youri Keulen. Die laatste schreef afgelopen weekend overigens geschiedenis door de PTO-T100-wedstrijd (Professional Triatlon Organization) in Singapore te winnen. “Wat totaal niet opgepakt is in Nederland, terwijl dit wereldwijd echt een doorbraak is. Niemand schijnt dat door te hebben, Google maar eens. Maar dat terzijde”, aldus Vroemen.

Hoe zeer hakt het koude weer van de Waalse Pijl erin?

Afgelopen woensdag werd de Waalse Pijl in barre weersomstandigheden gereden. Vooral de beelden van een onderkoelde en trillende Mattias Skjelmose spraken boekdelen. Toch heeft dat maar weinig weerslag op de inspanningen van zondag, legt Vroemen uit. “Als het tijdens een koers gebeurt, dan functioneren spieren bij een lage temperatuur veel slechter. Dan kun je zoals woensdag meteen een paar mensen doorstrepen. Maar zondag zullen ze daar niet heel veel last van hebben. Onderkoeling is een vervelend iets, maar het brengt geen spierschade aan. Prettig is anders, maar er zitten drie dagen tussen. Dan ben je allang weer hersteld richting zondag.”


Wat is er nu precies nodig voor Van der Poel om een aanval van Pogačar in de finale te beantwoorden, op bijvoorbeeld La Redoute?
“Een flinke en vaak beslissende helling. Daar doen de toppers zo’n vier tot vijf minuten over. Pogačar kan daar voor vijf minuten een vermogen leveren wat overeenkomt met zeven keer zijn lichaamsgewicht. Dat zal rond 450 watts liggen. Maar ja, Mathieu is iets zwaarder gebouwd. Om dezelfde prestatie te leveren, zal hij dus zo’n 500 tot 550 watts moeten trappen gedurende vier á vijf minuten. Dat is een flinke opdracht, zeker na meer dan 200 kilometer. Maar ik denk wel dat Mathieu dat kan. Het punt is alleen: na La Redoute is het niet gedaan. Daar ligt het geheim.”

Het verschil in postuur tussen Pogacar (links) en Van der Poel – foto: Cor Vos

Hoe zit dat dan? Want zo’n full maximum effort kun je toch maar één keer doen, normaal?
“Je moet het een beetje zien als een vuurpijl die je afschiet. En daarvan heeft Mathieu er toch best wel een aantal van, weten we ondertussen. Zijn voorraad daarin is veel groter dan bij anderen, alleen heeft Pogačar dat ook. Ik maak een vergelijking: laten we ervan uitgaan dat Mathieu zijn critica power – of FTP – op 450 watts zit. Als hij dan vijf minuten 550 watts moet duwen om Pogačar bij te benen, dan rijdt hij dus gedurende die vijf minuten zo’n 100 watts in het rood. Vijf minuten zijn driehonderd seconden. Iedere seconde gaan er honderd joules van zijn energie af.

Honderd joules staan gelijk aan die honderd watts. Doe dat maal driehonderd seconden en je zit aan dertigduizend joules die je kwijt bent uit je tank van je anaerobe vermogen. Dat is dus die 100 watts wat hij kortdurend kan leveren bovenop die 450 watts, met lactaatvorming. Dan ben je echt serieus goed in vorm en ik denk dat we dat van Mathieu mogen stellen. Als hij die inspanning dus doet, dan duurt het wel even voordat die tank opnieuw gevuld is. Hij moet op adem komen. Valt het stil in de afdaling en krijgt hij dertig tot zestig seconden de tijd om zijn benen stil te houden, dan zit die tank alweer snel halfvol. Rijden ze vol door, dan duurt dat langer. En dan is-ie gezien.”

Met andere woorden: Mathieu is erbij gebaat als het een finale is van hollen en stilstaan?
“Ja. Als je Mathieu de kans geeft of hij de kans krijgt om zijn benen op te laden, dan is hij zeker kansrijk in Luik. Zijn herstelvermogen is namelijk heel groot. Van der Poel is een renner die al vaak heeft laten zien dat hij in staat is om meerdere demarrages te plaatsen. De grote vraag is dus of het hem lukt om te herstellen. Dat vermogen is afhankelijk van hoe hoog de zuurstofopname is, hoe snel de zuurstof naar de spieren gaat. Dan hebben we het over VO2max. Hoe sneller dat zuurstoftransport gaat, hoe beter Van der Poel de lactaatvorming in zijn spieren kan verwerken.”

Van der Poel jaagt op Pogacar in de afdaling van de Poggio – foto: Cor Vos

“Dat is ook het grote verschil tussen hem en Pogačar. Die laatste zijn VO2max ligt denk ik iets hoger. Een ronderenner kan namelijk langduriger rijden op een hoog zuurstofopname-niveau. Terwijl het bij Mathieu veel meer op echt anaeroob vermogen aankomt, dus lactaat produceren. Daar zit een voordeel ten opzichte van de VO2max, maar die geldt vooral op de kortere beklimmingen. Terwijl die in Luik juist wat langer zijn. Dus ook die balans helt een beetje in de richting van Pogačar.”

Waar ligt dan vanuit inspanning wél een kans voor Mathieu om het verschil te maken?
“Hetgeen wat hij altijd doet: zijn eigen koers rijden. Zijn grootste kans ligt bij het zelf openen van de finale, door de aanval van Pogačar voor te zijn. Het is in zijn voordeel als hij zelf initiatief neemt. Alleen is dat wel iets wat in zijn hoofd moet gaan spelen én hij moet zich daar goed voor voelen. Eigenlijk volgt hij altijd zijn instinct. Laat ik het zo zeggen: als hij met dertig seconden voorsprong aan La Redoute kan beginnen op Pogačar, dan weet Mathieu dat hij zijn eigen tempo naar boven kan rijden. Dan hoeft hij niet helemaal van onder tot boven zichzelf leeg te trekken aan 550 watts.

In dat geval kan hij genoeg overhouden in zijn tank om later nog een keer vol aan te gaan. En dan zijn ze waarschijnlijk weg met z’n tweeën. Dan krijg je een andere regie, want dan kan hijzelf kiezen wanneer en waar hij zijn energie gebruikt. En dus kan hij dan sneller herstellen voor zo’n volgende vuurpijl. Op een kortere helling kan Mathieu harder demarreren dan Pogačar. Het zou mooi zijn als hij zelf de koers openbreekt, dat is beter dan volgen. Mathieu zal vooral slim moeten zijn in de eerste 200 kilometer, door weinig extra energie te verspillen en goed te eten en drinken. Want het is niet zo dat je met een bepaalde voedingsstrategie meer joules in de tank hebt.”

Kan Van der Poel zondag in Luik Pogacar opnieuw volgen? – foto: Cor Vos

Zuinig zijn met zijn krachten, dus. Wat kun je op dit gebied zeggen als het uitmondt in een sprint-à-deux tussen die twee?
“Normaal is Mathieu dan in het voordeel, omdat het een vlakke sprint is. Het absolute explosieve vermogen van Mathieu is beter dan die van Pogačar. Dus als de Sloveen hem er niet afkrijgt en het mondt uit in een sprint, dan geef ik Mathieu daarin de grootste kans. Daarin vind ik hem echt sterker. Zijn vijf-seconden-waardes zouden pieken tot 1500 watts of hoger. Dat is enorm! En daar komt het in een vlakke sprint – ook na ruim 250 kilometer – toch op aan. Honderd procent zal dat absolute vermogen niet meer zijn. Maar ik denk wel dat Van der Poel net even iets ‘makkelijker’ 1000 watts wegtrapt gedurende de laatste dertig seconden. Dat redt Pogačar niet meer.”

Tot slot: hoe groot acht jij de kans dat Mathieu van der Poel zondag Luik-Bastenaken-Luik wint ten opzichte van Tadej Pogačar?
“Als je het verhaal terugleest, dan zou je zeggen dat de Sloveen tweederde kans maakt om te winnen en Mathieu eenderde. Het is net iets meer geschikt voor Pogačar dan voor Van der Poel. Maar het is níet ongeschikt voor Mathieu. Daarom vind ik dat ze beiden een even grote kans hebben. En eigenlijk is dat al een heel goede kans voor Mathieu. Ik heb zeker goede hoop!”


Wat voor effect heeft de hoogtestage van Pogačar op zijn prestatie in Luik?

De voorbereidingen tussen beiden is verschillend. Van der Poel reed zes koersen, waarvan hij de E3 Saxo Classic, Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix won. Pogačar heerste eind maart in de Ronde van Catalonië en vertrok daarna met Felix Großschartner en Rafał Majka op hoogte naar Sierra Nevada. Begin deze week kwam hij terug vanuit Granada naar zeeniveau in Monaco. 

“Pogačar is dus ongeveer drie weken op hoogte geweest” analyseert Vroemen. “Dat is wat krap om veel effect te verwachten en dus moet je het zien als een goed trainingskamp. Waarschijnlijk gaat hij na Luik weer terug op hoogte om wél dat effect in de Giro d’Italia te hebben. Nu is hij voor Luik-Bastenaken-Luik wel vroeg genoeg teruggekeerd naar zeeniveau om de vermoeidheid te laten verdwijnen. Zondag zal Pogačar fris genoeg aan de start staan om te kunnen vlammen.”


Luister ook naar de WielerFlits Podcast in aanloop naar Luik-Bastenaken-Luik


Luister hierboven naar de podcast en abonneer je via je favoriete podcastapp.
iTunes
Spotify
RSS-feed

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.