Interview Boy van Poppel: “Contract niet dankzij mijn vader”
zondag 13 januari 2013 om 08:23

Interview Boy van Poppel: “Contract niet dankzij mijn vader”

Boy van Poppel in het shirt van Vacansoleil

foto: Kramon

Een e-mail zette het leven van Boy van Poppel (24) in oktober op z’n kop. Zijn nieuwe ploeg team Spidertech, een naam die hij liever niet meer uitspreekt, liet weten een jaar ertussenuit te stappen. Het maakte Van Poppel in één klap werkloos. Vacansoleil-DCM viste hem op. Tot zijn grote vreugde gaat daarmee een lang gekoesterde droom in vervulling. Een plek in een WorldTourploeg. WielerFlits sprak met hem tijdens de ploegenpresentatie van Vacansoleil-DCM.

Oktober 2012. Hij herinnert zich de emoties nog levendig toen het onheilspellende nieuws tot hem kwam. Thuis, in het Vlaamse Poppel, op de bank las hij het bericht. Een e-mail vanuit Canada. Geen gesprek, telefoontje of sms. De enige mededeling die hij ontving van ploeg zat in zijn mailbox. “In juli tekende ik een tweejarig contract bij die ploeg. Je denkt; nu is alles in orde. Ik hoef me alleen maar te richten op het fietsen. En dan, in oktober krijg je ineens zo’n bericht. Totaal onverwachts. Het kwam binnen met een harde klap”, kijkt hij terug.

“Ineens sta je op straat, aan het einde van het seizoen. De beschikbare plekjes bij andere ploegen zijn dan schaars. Dat was echt wel even stressen. De twijfel slaat keihard toe. Mijn managers Martijn en Eelco Berkhout hebben alles afgehandeld met de ploeg en zijn gaan zoeken.” Van Poppel beschikte over een reeks klinkende uitslagen. Prestaties die passen bij een renner op het hoogste niveau. Van begin maart tot eind september presteerde hij met podiumplaatsen. In Nokere koerse, in maart, finishte hij als derde achter Fransesco Chicchi en zijn inmiddels ploegmaat Kris Boeckmans. Het bleek de eerste aanwijzing voor een constant seizoen.

De prestatiegolf continueerde in de Driedaagse de Panne-Koksijde, waar hij derde in de tweede etappe werd. Een maand later, in de Ronde van Turkije, sprintte hij tegen de wereldtop. Het resulteerde in twee top vijf plekken. Het absolute orgelpunt werd na een sterke Ronde van Portugal in de Ronde van Engeland behaald. “In Engeland heb ik echt goed gereden”, bevestigt Van Poppel. Twee keer derde en twee keer tweede. Hij rook aan de overwinning, maar de geur was net niet sterk genoeg. Het gaf hem hoop. “Toen ik zonder ploeg zat, blikte ik voor mezelf nog een keer terug. Met deze uitslagen zal er toch wel een ploeg zijn die mij wil, dacht ik bij mezelf.”

De overpeinzing bleek waar. Vacansoleil-DCM bood kort na de uitkomst van het slechte nieuws een contract. “Dat deed veel deugd. Thuis sprong ik een gat in de lucht.” Naast Vacansoleil-DCM bleken ook enkele andere ploegen interesse te hebben in de rappe sprinter. Na een korte aarzeling onthult hij dat Argos-Shimano een van die ploegen was. “Zij wilden mij ook graag inlijven. Maar ik ben er van overtuigd dat ik bij Vacansoleil-DCM meer kansen krijg. Bij Argos-Shimano hebben ze nog tien andere rappe mannen die een sprint kunnen aantrekken.”

Een andere zwaarwegende reden voor zijn besluit moet dichter bij huis gezocht worden. Bij zijn nieuwe equipe rijdt ook zijn jongere broer Danny. Een jongensdroom, zo blijkt. “Toen we nog klein waren spraken we daar al over. Samen rijden in hetzelfde shirtje. Nu is het waarheid geworden. Een perfect plaatje”, glundert de sprinter. Naast zijn broertje is ook vader Jean-Paul nog altijd ploegleider bij het team. Vanaf dit jaar dus drie Van Poppels bij de vakantieploeg.

Toen deze website op tweede kerstdag als eerste het nieuws naar buiten bracht dat Boy een contract bij ploeg had getekend, ontving hij niet louter positieve reacties. “Je leest her en der reacties van buitenstaanders dat ik mijn contract te danken heb aan mijn vader. Complete onzin. Je kunt aan mijn uitslagen zien dat ik het allemaal zelf heb gedaan.” Loon naar hard werken. Het levert hem een extra goed gevoel op, bevestigt hij. Druk of nadelen van zijn achternaam ondervindt hij nauwelijks. Integendeel zelfs. “Ik ben trots op mijn familienaam. Als ik maar een fractie van de resultaten behaal die mijn vader ooit heeft behaalt, mag ik mezelf al een goede renner noemen. Het geeft me motivatie.”

De winter spendeerde Van Poppel in Spanje, in de omgeving van Calpe. Samen met Kenny van Hummel trainde hij uren in de Spaanse zon. “Rond Calpe is de omgeving iets vlakker, toch zijn er genoeg mogelijkheden om bergop te trainen.” Naast een goede conditie leverde trainen met Van Hummel – een ervaren sprinter – nieuwe sprinttechnische kennis op. “Hij heeft al heel wat eindsprints gereden. Van zo’n persoon kan je ontzettend veel leren. Ik kan aardig wringen in het peloton, maar Van Hummel doet dat tien keer beter. Hij zit rotsvast op zijn positie. Ik moet iedere keer terug naar de kop van het peloton rijden, dan ben je al krachten aan het vergeven. Op training trokken we voor elkaar de sprint aan en dan ‘in de slip jagen’. Ja, zo noemen ze dat”, gniffelt hij.

Van Poppel is klaar om zijn nieuwe kennis in de praktijk te showen. De eerste kansen bieden zich aan in Australië, in de Tour Down Under. Daarna volgt de Ronde van de Middellandse Zee. “Wat mijn rol in de ploeg is, hangt af van mijn prestaties in Australië. Daarna zien we verder. Hilaire van der Schueren (ploegleider red.) wil me graag op kasseien zien. Ik start dus ook in Kuurne-Brussel-Kuurne.” Van Poppel een kasseienkoning? “Niet echt. In de beloften versie van Parijs-Roubaix heb ik nooit goed gereden. Maar ik heb van renners verhalen gehoord dat de prof versie heel anders is. Ik wil het proberen.”

In zijn eerste “echte” profjaar is het vooral aftasten. Twijfels vervormen naar vertrouwen. Hij wil, zoals zoveel renners dat verwoorden, “een stap zetten.” En dus “een grote ronde rijden.” Met de ploeg heeft hij het over de Ronde van Italië gehad. “Als we de routeprofielen mogen geloven zijn er maar vier échte sprints. Ik weet het dus nog niet. Afwachten hoe het parcours van de Ronde van Spanje eruit gaat zien.” Als het aan Van Poppel ligt overwegend vlak, maar de eerste geruchten vermoeden het tegenovergestelde. Een (semi-)klassieker of een rit in een grote ronde winnen zou een droomstart zijn, maar Van Poppel neemt genoegen met minder. “In 2012 reed ik tien podiumplekken. Ben dus dik tevreden, maar iedereen wil winnen. In de pure snelheid kan ik nog verbeteren, daarin zijn de grote mannen nog iets te rap. Maar op een lastige aankomst? Misschien. Ik zit nu in een heel sterke ploeg, dat geeft extra kracht. Dit jaar wil ik gewoon een wedstrijd winnen.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.