Interview broers Van der Poel: ”Soms moeten we nog meer met onze sport bezig zijn”
Waar het wegseizoen inmiddels in volle hevigheid is losgebarsten, loopt het veldrijden voor deze winter zo langzaam naar het einde. Voor Nederland lijkt de toekomst in het veld rooskleurig te zijn. Zo won de 22-jarige Lars van der Haar dit jaar de Wereldbeker bij de elite en deed Mathieu van der Poel datzelfde bij de beloften. Voor WielerFlits een reden om Mathieu (19) en diens broer David (21) bij hen thuis in Kapellen op te zoeken voor een uitgebreid gesprek.
Naast de eindzege in de Wereldbeker, mocht de jongste Van der Poel-telg afgelopen zaterdag ook de Superprestige bij de beloften op zijn naam schrijven en won hij zondag en passant zijn eerste cross bij de profs. David en Mathieu van der Poel kloppen al voorzichtig op de deur. Als zonen van oud-wereldkampioen veldrijden Adrie van der Poel en kleinzonen van achtvoudig podiumklant in de Tour de France Raymond Poulidor, lijkt de toekomst voor de beloftevolle veldrijders bezegeld.
Hoe het allemaal begon
Toch was dat niet vanzelfsprekend, aangezien de crossers in hun kinderjaren ook goed konden tennissen en voetballen. Mathieu heeft bijvoorbeeld nog voor de KNVB gevoetbald. Toch zijn beide heren inmiddels in de voetsporen van hun vader en opa aan het treden.
Mathieu: ”Ik ben op vijfjarige leeftijd begonnen volgens mij. Je mag bij de West-Brabantse veldritcompetitie op je zesde beginnen. Ik ben een jaar eerder begonnen, dus heb ik het eerste jaar altijd tegen ouderen gereden. Dat deed ik altijd heel graag. Toen ik stopte met de middelbare school ben ik eigenlijk ook gestopt met voetbal. Vanaf dat moment heb ik echt alles op het veldrijden gezet.”
David aan het woord. – foto: Marcel Koch
David: ”Bij mij begon het een stuk later eigenlijk. De Brabantse crossen heb ik ook wel gedaan toen ik een jaar of twaalf, dertien was. Pas na mijn vijftiende ben ik serieus met veldrijden bezig gegaan. Wanneer we beseften dat we het wel aardig konden? Toch wel vrij snel. Bij de nieuwelingen en de junioren deden we altijd mee om te winnen. Dat is wel anders dan nu bij de oudere categorieën. Als je bij de junioren altijd meedoet om te winnen, moet je dat later ook nog kunnen doen.”
Eind september 2013 kwam dan de bevestiging van de ontwikkeling van beide heren: BKCP-Powerplus beloonde de Poelekes met een profcontract voor vier jaar. Lag dit in de lijn der verwachting? ”Ja, eigenlijk na de juniorenperiode al”, steekt David van wal. ”Ik kreeg een vierjarig contract bij BKCP voor de beloften. Toen wist ik wel dat ze iets in mij zagen en dat ik vier jaar de tijd had om de ploegleiding en het management te overtuigen om mij een kans te geven om prof te worden. Na deze winter is dat nieuwe contract dan gekomen en daar ben ik wel tevreden mee.”
Voor Mathieu geldt eigenlijk hetzelfde: ”Ik denk het wel. Bij de junioren begin je al geld te verdienen en dan krijg je bij de beloften bijvoorbeeld ook al onkostenvergoeding, maar bij mij werd dat al vrij snel een loon omdat ik per 1 januari ook prof ben geworden.”
Vanaf het begin van dit crossseizoen rijden de gebroeders met en tegen elkaar in de beloftecategorie. Mathieu wist de afgelopen twee seizoenen bij de junioren te imponeren, door in het seizoen 2011-2012 maar liefst 29 crossen te winnen, terwijl hij het seizoen erop alle dertig veldritten won waar hij aan de start verscheen. Was David eigenlijk bang voor de entree van zijn jongere broertje?
”Nee. Ik wist natuurlijk dat hij normaal gezien wel mee ging doen om te winnen. Maar ik kijk eigenlijk meer naar Mathieu als iemand die mij ook kan helpen, of dat we elkaar kunnen helpen, dan dat ik hem zie als een concurrent. Maar ik denk ook dat je niet van iemand bang moet zijn en meer van je eigen krachten uit moet gaan. Als je aan een wedstrijd begint en je bent bang voor iemand, dan kun je al minder dan dat je anders zou kunnen, denk ik.”
David valt vader Adrie in de armen na het NK voor beloften 2013 – foto: Marcel Koch
Mathieu: ”Of ik tegen David opkeek toen ik jonger was? Ja! Hij is Nederlands kampioen geweest natuurlijk. Vooral toen David heel veel won bij de junioren, destijds was ik nieuweling. Ik won ook bijna al mijn wedstrijden, maar bij de juniores heb je bijvoorbeeld de Wereldbeker-wedstrijden en dat was zeker iets om naar uit te kijken, vond ik persoonlijk. Omdat dat iets internationaler is, kan je je prestaties pas echt beginnen te vergelijken.”
Zo vader, zo zonen
Hoewel David en Mathieu druk bezig zijn om zelf naam te maken in de wielersport, heeft vader Adrie van der Poel zijn strepen in het veld en op de weg meer dan verdiend. Hij werd vijf keer tweede op het WK Veldrijden en pakte in 1996 dan eindelijk de regenboogtrui. Op de weg won hij etappes in de Tour, zegevierde hij in klassiekers als de Ronde van Vlaanderen, de Amstel Gold Race, Luik-Bastenaken-Luik en Parijs-Tours en reed hij naar een zilveren plek op het WK in 1983. Krijgen de jongens nog wel eens tips?
David: ”Ja, hij begeleidt ons een beetje met onze trainingen. Vooral op dat gebied zegt hij vaak: ‘Ik zou het zo en zo doen’. Voor de rest is het voor hem ook niet makkelijk, zeker omdat de tijden zijn veranderd. Papa’s grootste aandeel is dat al ons materiaal altijd in orde is, dat hij aanwezig is bij de posten en dat hij onze fietsen oppoetst. Daarbuiten beseft hij ook dat wij er genoeg van beginnen te weten om ons eigen plan te trekken.”
Jullie luisteren dus nog wel naar hem?
Mathieu: ”Jawel hoor. Niet in alles, maar met het meeste wel. Hij heeft toch ook zijn hele carrière goed gepresteerd. Er zijn sowieso wel dingen die in deze tijd ook nog nuttig zijn, denk ik.”
Je zegt dat je niet altijd luistert. Kun je daar een voorbeeld van geven?
”Qua voeding misschien af en toe. Dat was ook vooral omdat hij daar vroeger zelf heel erg op lette. Hij wil ook dat wij dat doen. Maar soms wil ik wel eens een snoepje nemen of zo, dan zegt hij daar wel eens wat van. Maar dat is dan mijn eigen keuze. Ik snap het wel hoor. Het is ook niet zo dat ik iedere dag snoep lig te eten. Af en toe lust ik wel eens iets lekkers, maar dat is nooit heel veel. Hij wil dat liever niet zien”, lacht Mathieu.
David knikt instemmend: ”Vroeger was hij heel maniakaal met voeding bezig. Soms verwijt hij ons wel eens dat we nog meer met onze sport bezig moeten zijn, qua voeding. We zijn allebei nog jong. En zoals Matje zegt, we lusten ook allebei wel eens wat niet zo goed voor ons is, maar dat is heel beperkt. Ik denk dat we daar beter op moeten gaan letten als we komend jaar echt prof worden.”
Samen sterker
De beide Van der Poels zijn niet de enige broers in het peloton. Denk maar eens aan Boy en Danny van Poppel. Zij hebben in het verleden aangegeven dat ze samen sterker zijn. Geldt dat voor de Poelekes ook? David steekt van wal: ”Ik denk wel dat het leuk is om samen te crossen. Zoals ik al zei: je kan iets aan elkaar hebben, al komt dat heel weinig voor in de cross. We gaan nu ook voor het eerst samen op de weg koersen. Ik denk dat we daar nog meer aan elkaar kunnen hebben. Ik denk dat het sowieso wel een meerwaarde is om samen te crossen en te koersen, gewoon omdat het leuker is. Het maakt het wat makkelijker.”
David (links) en Mathieu (rechts) vertellen over hun broederband – foto: Marcel Koch
Mathieu vult aan: ”Ja, dat is zeker zo! Moest David niet fietsen en hier hele dagen chips eten en laat naar bed gaan, dan is dat al moeilijker als je erbij zit en dan alles moet laten. Dat is dus niet het geval. Daarnaast is het ook leuk dat je niet altijd alleen hoeft te gaan trainen. Als je soms hoort dat anderen alleen op pad moeten, dat zou ik niet echt fijn vinden.”
Ondanks dat ze het erg prettig vinden om samen op pad te zijn, missen ze elkaar niet in een cross, vertelt David. ”Nee, zo extreem is het niet. Als je een wedstrijd rijdt wil je het gewoon voor jezelf zo goed mogelijk doen, of hij er nu bij is of niet. Al kan het altijd wel een meerwaarde zijn in sommige situaties. Ik denk dat we bij trainingen het meeste aan elkaar hebben, zoals hij ook al zei. We trainen bijna altijd samen. Het is gewoon leuker om te gaan fietsen met z’n tweeën, omdat een uur dan altijd sneller voorbij is dan wanneer je alleen fietst. In dat opzicht hebben we wel heel veel aan elkaar.”
WK in Hoogerheide
Dan naar iets actuelers: het WK veldrijden in Hoogerheide. Voor beide mannen een thuiswedstrijd, aangezien de roots van de familie Van der Poel in het Noord-Brabantse dorpje liggen. Tevens is vader Adrie de grote architect van het parcours op de Brabantse Wal. Ook hier hadden beide mannen iets aan elkaar.
Mathieu: ”Ja toch wel. Ik zat op een gegeven moment eigenlijk met de moed in mijn schoenen. Maar toen David voorbij kwam, pikte ik aan en begin je elkaar wat te helpen. Ik vond het ook heel jammer dat hij toen wegviel door die val. Als ik niet op het podium had gereden, had hij daar misschien wel gestaan. Hij verloor daarmee toch zeker een vierde plaats. Ik ben dan alleen naar die twee (Laurens Sweeck en Toon Aerts, red.) voor ons toe gereden, maar met z’n tweeën was dat sowieso ook gebeurd. Ik denk dat we dan wel drie en vier waren geweest.”
David gaat verder: ”Ik denk dat die kans er wel in zat, ja. Ik was heel slecht gestart en ook gevallen. Vervolgens heb ik bijna de hele wedstrijd alleen gereden, op eigen kracht. Toen ik Mathieu inhaalde, zaten we ook niet heel erg ver meer achter die derde en vierde plek. Als je vervolgens samen kan rijden, dan til je elkaar naar een iets hoger niveau en kun je toch altijd ietsje meer. Ik ben er zeker van overtuigd dat we daar ook samen naartoe waren gereden. Of je dan drie en vier wordt is iets anders, maar dan hadden we die kans wel gehad. Nu viel ik eigenlijk letterlijk weg en moest ik er in de laatste anderhalve ronde nog echt voor rijden om zesde te worden.”
Mathieu stond samen met Wout van Aert als topfavoriet aan de start. Toch kon de jongste Van der Poel die favorietenrol niet inlossen. Van een grote teleurstelling achteraf was echter geen sprake. ”Mensen dachten dat allemaal wel, maar voor mij was het geen teleurstelling. Ik voelde het tijdens de opwarming al aankomen dat het niet was zoals het moest zijn. Ik had al vrij vlug door dat ik niet zou winnen die dag. Dan is het makkelijker om ermee om te gaan. Ik had natuurlijk liever gewonnen, maar ik ben er niet eens in de buurt gekomen die dag. Ik denk dat de teleurstelling wel meevalt. Dan ben ik blij dat ik nog derde kan worden uiteindelijk. Of ik Van Aert had kunnen bedreigen? Als ik goed ben moet ik hem gewoon kunnen volgen, zeker op zo’n parcours. Of ik hem had kunnen kloppen is wat anders.”
Mathieu op het podium na het WK voor beloften. Naast hem winnaar Wout van Aert en Michael Vanthourenhout. – foto: Marcel Koch
David eindigde na een goede wedstrijd op een zesde plaats. Toch lonkte het podium: ”Ja, ik had wel derde kunnen worden, denk ik. Als ik samen met Matje naar voren had kunnen rijden, dan moet je nog kijken wie er drie wordt. Die kans zat er zeker in. Achteraf was ik eigenlijk direct wel tevreden met die zesde plek, want het gevoel was ook heel goed. Later begon ik toch na te denken dat ik podium had kunnen rijden of vierde had kunnen worden. Toen was ik toch wel vrij ontgoocheld. Vooral van die laatste val. Als je dan nadenkt, is het toch wel zuur dat je daar op zo’n domme manier valt en zo een podiumplek verspeelt.”
Neem je dat jezelf kwalijk?
”Een beetje wel. Ik dacht nog: waarom moet ik daar nou vallen? Maar op zich kon ik er ook niet heel veel aan doen”, legt David uit. ”Je had niet in die sporen moeten rijden”, grijnst Mathieu. David relativeert echter: ”Het was een lastig stukje. Ik had elke ronde een beetje in hetzelfde spoor gereden, maar het was toen net iets te diep geworden waarna het net niet meer kon. Het was niet zo dat ik een paar rondes daarvoor er goed wegkwam. Ik kwam er steeds makkelijk door. Het was eigenlijk heel onverwacht.”
Vind je het overigens niet vervelend dat Mathieu altijd in de schijnwerpers staat?
”Je krijgt aandacht op basis van je prestaties. Bij hem is dat nu eenmaal iets meer dan bij mij. Ik vind het ook leuk voor hem dat hij hele mooie dingen laat zien. Daar ben ik absoluut niet jaloers op, ik vind dat niet meer dan logisch.”
Einde seizoen in zicht
Nu het seizoen zo langzaamaan naar het einde loopt, kunnen de veldrijders alvast uitkijken naar een periode met rust. Snakken de gebroeders naar het einde van het crossseizoen? ”Ik wel, om eerlijk te zijn”, biecht Mathieu op. ”Ik wil nog wel crossen hoor en ik heb er ook nog wel zin in, maar zoals in Hoogstraten… Dat was echt een heel zwaar parcours. Ik vond dat niet echt een mooie cross, dan vind ik het moeilijker om mezelf te motiveren.”
David: ”Bij mij is dat minder. Richting het WK voelde ik dat ik veel beter aan het worden was. Op het WK was dat gevoel er ook, maar daarna werd ik vrij ziek. Ik heb nog wel zin om te crossen, maar met die verkoudheid is het niet altijd even leuk meer. Ik weet dat ik nu voor het einde van het seizoen niet meer honderd procent goed ga zijn, dus dan is het op zich fijn als het er straks op zit. Maar mocht ik niet ziek geworden zijn, dan had ik nog veel meer zin om te gaan crossen. Zeker omdat mijn vorm tegen het einde van het seizoen normaal gesproken beter en beter wordt, heb ik gewoonlijk vrij weinig moeite met een lang seizoen. Dan wil ik altijd graag verder doen”, sluit de 21-jarige crosser af.
Deel 2: ”Volgend jaar Superprestige of Wereldbeker bij de profs”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.