foto: Sirotti

Het Belkin Procycling Team kan terugkijken op twaalf turbulente maanden. In 2013 vond het naast sportief succes ook een nieuwe sponsor en transformeerde het van Blanco naar Belkin. WielerFlits sprak met commercieel manager Mark van de Camp en vroeg wat dit voor de ploeg betekende.

Ride the Future
Een jaar geleden was de toekomst van de grootste wielerploeg van Nederland nog onzeker. Rabobank had net bekend gemaakt te stoppen met sponsoring, waarna het team op zoek moest naar een nieuwe geldschieter. Van de Camp legt uit dat de ploeg allereerst onderzoek moest doen naar een eigen identiteit. “Het was een hele lastige en onzekere periode,” kijkt hij terug. “We hebben geprobeerd om zo snel mogelijk een identiteit te creëren. Dat is begonnen met gesprekken waarin we besproken hebben waar wij naartoe wilden. Daar hebben we een visie en kernwaarden geformuleerd. Dan moet je denken aan begrippen als transparantie, focus en alles voor elkaar over hebben. Dat hadden we eerder nooit duidelijk benoemd.”

De ploeg koos voor ‘Ride The Future’ als motto. “Dat was een term die indirect ook verwees naar de zaak rond Armstrong. We hebben heel duidelijk aangegeven dat de toekomst anders moet”, kijkt hij terug. “Volgend jaar gaan we dat aanpassen. We hebben een nieuwe hoofdsponsor gevonden. Zij gebruiken de term ’totally connected’ en dat vinden wij ook passen bij onze groep”, legt hij uit. “Het past bij ons omdat we als ploeg meer openheid willen geven. Dat heb je afgelopen zomer bijvoorbeeld kunnen zien met de documentaire van de NOS. We zoeken met name ook veel meer binding met de fan.”

Van de Camp bespeurde in 2013 een mentaliteitsverandering binnen de ploeg. “Na zeventien jaar Rabobank waren heel veel zaken vanzelfsprekend geworden. Er was veel budget en heel veel kon. Opeens merkte iedereen dat het voortbestaan van de ploeg op het spel stond. De onzekere toekomst zorgde ervoor dat we meer een team geworden zijn. Dat kwam gelukkig ook nog tot uiting in goede resultaten en dat heeft wellicht ook bijdragen tot het vinden van een nieuwe sponsor.”

Belkin
In juni introduceerde het Amerikaanse Belkin zichzelf als de nieuwe sponsor. De twee partijen vonden elkaar op het juiste moment. “Zij waren op zoek naar een sponsorproject om met name hun naamsbekendheid te vergroten. Het voordeel van de wielersport is dat het zich niet enkel op Europees, maar op mondiaal niveau uitstrekt. Dat is wat anders dan schaatsen bijvoorbeeld. Dat is heel erg op Nederland gericht. Veldrijden is wat meer voor de Belgische markt. De wielerkalender wordt steeds internationaler. Denk bijvoorbeeld aan Québec, Montréal en Peking. We komen steeds meer over de hele wereld. Dan wordt het voor multinationals interessant, zeker wanneer je denkt aan naamsbekendheid. Belkin is al heel groot in Amerika, maar zij hebben met name in Europa en Azië de doelstelling om te groeien. Voor de Amerikaanse markt doen ze het niet, ze willen zich met name daar profileren.”

De Amerikanen hebben geen invloed op het technisch beleid. De ploeg zal niet overspoeld worden met Amerikaanse renners en de sponsor bepaalt niet waar de ploeg aan de start zal staan. “Zij stellen geen enkele voorwaarde, behalve dat we een WorldTour-team moeten zijn”, legt hij uit. “Je kunt bepaalde ambities hebben en die uitspreken, maar er zijn in het contract geen doelstellingen opgenomen. Het wedstrijdprogramma wordt wel besproken. Zij kunnen een verzoek bij ons indienen om bepaalde wedstrijden te rijden. Als dat past en het is een kwalitatief goed programma, dan kunnen we dat serieus overwegen.” Grote veranderingen in het wedstrijdprogramma verwacht hij echter niet. “In 2013 stond ons programma al vast en in 2014 zal daar niet heel veel aan veranderen. Het enige is dat we heel graag de Ronde van Californië willen rijden. Dat wilden we eigenlijk vorig jaar al, maar toen waren we niet uitgenodigd door de organisatie. Zowel Belkin als Bell komen uit Californië en zouden het heel leuk vinden wanneer we daar starten. Het is gewoon een mooie wedstrijd . Als Rabobankploeg hebben we daar altijd aan deelgenomen en goed gepresteerd. Het past goed in het wedstrijdprogramma. Mooie wedstrijd, goed publiek en een prima deelnemersveld. Een prima alternatief voor de Giro. Dat is de voornaamste reden. Daarnaast is het mooi meegenomen dat onze hoofdsponsor en een van onze andere sponsors er vandaan komt.”

Met een succesvolle Tour kwam de nieuwe sponsor direct vol in beeld. “Wij waren na Sky de ploeg met de meeste mediawaarde”, vertelt Van de Camp trots. In Nederland was er erg veel aandacht dankzij de goede prestaties van Bauke Mollema en Laurens ten Dam. “Wij zaten zelf in Frankrijk en hebben niet heel veel meegemaakt van wat er in Nederland gebeurde. Dat heb ik pas achteraf gehoord. Ik heb wel gemerkt dat er naar aanleiding van de Tour redelijk wat interesse kwam van potentiële sponsors. We hebben een aantal nieuwe bedrijven kunnen vastleggen. Het is lastig om te zeggen dat het door die goede Tour komt, maar het heeft zeker meegeholpen”, stelt hij vast.

Meer dan Belkin
Belkin krijgt als hoofdsponsor de meeste aandacht, maar de ploeg kan rekenen op de steun van ongeveer dertig andere sponsors. “Bijna alles wat wij als ploeg nodig hebben, daar hebben wij wel een sponsor voor. Dan moet je denken aan fietsen, auto’s, bussen, helmen, brillen, voeding maar ook mobiele telefoons of laptops. Dat was bij Rabobank ook al zo”, legt Van de Camp uit.

De ploeg krijgt in 2014 een andere fietsenleverancier. Nadat Giant na vier jaar besloot te stoppen, moest de ploeg op zoek naar een nieuwe partner. “Het wielerwereldje is natuurlijk heel erg klein. Specifieke merken in de fietsbranche zijn er niet veel. We zijn gaan kijken naar partijen die wereldwijd iets kunnen betekenen”, kijkt hij terug. Vanaf 2014 rijden de renners op fietsen van Bianchi. “Dat is een internationaal merk, dat goed past bij de uitstraling van de ploeg. Bianchi zit heel erg op innovatie. Dat is ook een van onze kernbegrippen. Bij Bianchi hebben we een heel goed gevoel dat ze daar stappen in maken. Onze innovatiemanager Edwin van Vugt merkt dat er met de input van de ploeg echt wat wordt gedaan. Ze zijn bezig een nieuwe tijdritfiets te ontwikkelen. Daar kunnen wij als ploeg aan meebouwen. Dat doen we niet alleen met de fietsen. Ook met Santini zijn we in gesprek over nieuwe materialen voor de kleding en met Bell over de helmen. Dat met de gedachte onze renners het beste materiaal te geven.”

Toekomst
Een wielerploeg is erg afhankelijk van bedrijven die geld in de sport willen steken. Van de Camp is dan ook op zoek naar alternatieven. “Wij moeten niet meer hoofdzakelijk afhankelijk zijn van sponsors. We moeten ook andere inkomstenbronnen mogelijk maken. Het belangrijkste gedeelte van het geld dat in de wielersport omgaat, zit in de televisierechten. Die liggen nu allemaal bij de organisatoren van de wedstrijden. Daar moeten we als ploegen naar kijken hoe dat anders kan. Daar wordt volop over gesproken.” Hij hoopt op deze manier de sport naar een hoger niveau te brengen. “Met een hoger budget kun je de kwaliteit op allerlei niveaus beter maken. Dat geld kan je bijvoorbeeld aan betere begeleiding besteden of trainingskampen faciliteren”, legt hij uit.
 
Belkin tekende een contract tot en met 2015, maar blijft niet de enige naam op het shirt. “Ons budget is afgelopen jaar gelijk gebleven. Komend seizoen is dat vergelijkbaar. Er zijn een stuk of vijf ploegen die meer budget hebben. We moeten daarom creatief zijn. Komend jaar zal het voor een sponsor al mogelijk worden om co-sponsor te zijn tijdens een bepaalde wedstrijd of periode. Stel dat er een Australische partij co-sponsor wil zijn tijdens de Tour Down Under, dan is dat mogelijk. Dat hebben we allemaal met de UCI besproken. Je mag het design één keer per jaar veranderen, maar het is wel toegestaan om logo’s te ruilen. Er zijn vergevorderde gesprekken en er zijn verschillende partijen die interesse hebben getoond in bijvoorbeeld de Amerikaanse wedstrijden of in de Tour.” Belkin blijft op het shirt staan. “Het wordt niet in plaats van, maar erbij. Nu staat er alleen maar Belkin en de kledingsponsor. Daar komt één grote sponsor bij.”

Fanclub
Belkin wil zijn band met de fans versterken. Afgelopen zomer begon de ploeg zijn eigen fanclub. “We hebben nu iets van 1000 fans. Maar we gaan voor een meervoud ervan. We zoeken een vaste schare mensen die bij onze ploeg blijft. Dat is het lastige van een wielerploeg. Een voetbalploeg heeft met een stadion een vaste locatie. Dat is bij ons wel iets anders. We proberen nu de fans aan ons te binden”, legt hij uit. “Daarnaast is het interessant om een grote groep mensen te kunnen bereiken, zodat we daar met onze co-sponsors iets mee kunnen doen. Meer dan vijftig procent van onze fans heeft aangegeven interesse te hebben in informatie van sponsors van onze ploeg.”

De ploeg wil op deze manier iets extra’s bieden. “Fans kunnen dichter bij de ploeg komen en leuke dingetjes achter de schermen meekrijgen. Ze hebben een speciale nieuwsbrief. Daarnaast gaan we een fandag organiseren waar alleen fans die lid zijn van de fanclub naartoe mogen komen en gaan we actief om input vragen. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan het design voor een nieuwe cap of het uiterlijk van de bus. Fans krijgen een stem over wat er bij deze ploeg past.”