foto: Sirotti

Een dag na de Arctic Race of Norway kwam dan eindelijk het verlossende telefoontje. Barry Markus kreeg te horen dat het laatste plekje in de Vuelta-selectie voor hem is. Een paar dagen later werd bekend dat hij volgend seizoen voor Belkin rijdt en zijn toekomst daarmee verzekerd is. Er mag dus worden gezegd dat de 22-jarige spurter een prima week achter de rug heeft. WielerFlits sprak met hem.

“Ik was nog in gesprek met Katusha en een paar andere ploegen, maar het was vrij snel rond met Belkin”, zegt Markus over zijn transfer. “Die ploeg sprak me het meest aan. Het is een Nederlands team en er was van allebei de kanten veel vertrouwen. Het klikte meteen erg goed. Er is daar bovendien een goede begeleiding, dat is ook wel belangrijk voor mij als jonge renner. Ik kan natuurlijk nog veel leren. Ik ben wel blij met de transfer.”

De talentvolle renner is enthousiast over de gesprekken die hij met Belkin had. “Dat gaf mij wel een goed gevoel. Ik mag ook af en toe voor eigen kans gaan. Ik moet ook soms voor Theo Bos rijden, maar daar kan ik natuurlijk veel van leren.” Wat doet Markus nu volgend seizoen het liefst? “Allebei eigenlijk. Aan de ene kant is het wel goed om eens in die trein te zitten. Om te leren hoe het allemaal is, maar ik wil ook af en toe voor mijn eigen kansen rijden.”

Markus is naar andere ploegen gaan zoeken, omdat de toekomst bij zijn huidige werkgever Vacansoleil-DCM onzeker werd. Maar wat als de formatie van Daan Luijkx door zou zijn gegaan? “Pfoe, dat weet ik eigenlijk niet. Ik had het er wel naar mijn zin daar. Maar of ik dan alsnog naar Belkin zou willen gaan? Dat vind ik een moeilijke vraag. Dat weet ik eigenlijk niet”, zegt de spurter eerlijk. Voorlopig rijdt Markus nog met de kleuren van Vacansoleil-DCM, zo ook in de Vuelta.

Het was echter lange tijd onduidelijk of hij de Vuelta wel zou rijden. “Afgelopen week werd dat eigenlijk pas duidelijk”, zegt de 22-jarige renner hierover. “De dag na de Arctic Race of Norway belde Aart Vierhouten mij op en die zei dat ik mocht starten. Daar was ik uiteraard wel blij mee. Er werd van te voren gezegd dat ik kans zou maken om in de selectie te komen, maar je weet het natuurlijk nooit zeker. Ik zat in ieder geval wel in de voorselectie. Op een gegeven moment moest er nog één gekozen worden, en dat werd ik.”

Markus stond na de Scheldeprijs op het podium met Cavendish en Kittel (foto: Sirotti)

“Ik zou dit jaar eigenlijk de Giro rijden, maar dat ging niet door omdat ik iets brak in mijn hand. Ik ben dus wel blij dat ik in de Vuelta mag starten. Ik denk dat zo’n grote ronde ook goed is voor mijn toekomst, om sterker te worden. Ik zat dus al te hopen op een belletje”, stelt de Nederlander, die in de Vuelta de op drie na jongste deelnemer is. Vanwege de zwaarte van een grote ronde besluiten jonge renners soms om vroegtijdig af te stappen, maar daar denkt Markus niet aan. “Ik ga de ronde gewoon proberen uit te rijden.”

Uitrijden is niet het enige doel van Markus in de komende Ronde van Spanje. “Ik hoop in de sprintetappes een keer een goede uitslag te kunnen rijden. Wat een ‘goede uitslag’ dan is? Er zijn daar op zich niet héél veel goede sprinters, maar vast toch wel een paar, dus ik hoop op top tien en misschien een keer top vijf”, aldus de sprinter, die ondanks de podiumplaats in de Scheldeprijs bescheiden blijft. Dit terwijl er in de Scheldeprijs veel betere sprinters meedoen dan in de komende Vuelta.

“Ik heb de startlijst nog niet erg goed bekeken, maar Theo Bos doet in elk geval mee en hij is volgens mij de snelste sprinter die daar rijdt”, analyseert de renner van Vacansoleil-DCM. “Als er een échte massasprint komt, denk ik toch vooral aan hem, en misschien ook aan Farrar of Matthews. Die twee hebben de laatste weken toch wel aangetoond in vorm te zijn. En vergeet ook Nikias Arndt niet. Hij won vorige week nog een etappe in Noorwegen, die zal er ook wel staan.”

Farrar, Arndt, Matthews en Bos. Dat klinkt, met alle respect, niet zo dreigend als Kittel, Cavendish en Greipel. Dit biedt wellicht kansen voor Markus. “Ik hoop het wel, ja. Misschien haal ik dan een keer met een beetje geluk top drie.” De jongeling durft het woord ‘winst’ echter nog niet in de mond te nemen. “Of winnen mogelijk is? Ik heb eigenlijk geen flauw idee. Ik ga er natuurlijk wel voor, maar het is moeilijk te zeggen. Ik ga het in elk geval wel proberen. Het zit er natuurlijk altijd in. Als je start, kun je ook winnen.”

Dan moet de coureur uit Hoofddorp wel de bergen zien te overleven. Met elf aankomsten bergop staat hem namelijk een erg lastige ronde te wachten. “Ik heb op internet een beetje naar het parcours zitten kijken. Het wordt best een moeilijke Vuelta volgens mij, met erg veel bergetappes. Ik heb misschien maar vijf ritten voor sprinters geteld. Voor spurters is dat wel een beetje jammer, maar voor de mensen thuis wordt het vast mooi om te zien.”

Markus kent echter weinig angst voor de beklimmingen. “Na het NK zijn we met de ploeg in Italië op hoogtestage geweest. Daar hebben we veel omhoog gereden, en daardoor heb ik nu wel een goed gevoel over het klimmen. Ik heb daarna in wedstrijden natuurlijk nog niet echt bergen gehad, maar in Noorwegen ging het af en toe omhoog en toen kon ik voor mijn gevoel toch redelijk goed meekomen. De Vuelta is natuurlijk wel een stuk lastiger. Ach, ik zie het daar wel.”

“Ik ga gewoon proberen een goede groep op te zoeken”, vervolgt hij. “Het gevoel is in ieder geval goed. Ik merk wel dat het klimmen beter gaat dan vorig jaar. Ik heb het idee dat het ieder jaar een beetje makkelijker gaat. Ik denk dat die klimmersbenen met de jaren moeten komen.” In Spanje heeft Markus ook vooral zijn spurtersbenen nodig, en die zijn naar eigen zeggen in orde. “Ik had in de voorbereiding steeds een goed gevoel in de finales. Ik voelde me nog redelijk fris, dus ik denk dat het wel goed zit.”

“Na de trainingsstage heb ik de Ronde van Denemarken als eerste koers gereden. Daar had ik al een redelijk gevoel. De week erna reed ik in Noorwegen en dat ging al beter. Inmiddels voel ik me nòg beter, dus het gevoel is goed.” Voornamelijk in Noorwegen is er veel vertrouwen bijgetankt. “In de Ronde van Polen won Hushovd twee ritten en in Noorwegen konden Kenny (van Hummel) en ik twee keer voor hem eindigen. Ik denk dat je dan wel kunt zeggen dat het met de vorm ook wel goed zit.”

In Noorwegen reed Markus nog samen met Van Hummel, maar in de Vuelta lijkt hij de enige spurter van de ploeg. Flecha en Bole zouden hem kunnen helpen in de spurt, maar Markus heeft niet per se veel mannen nodig. “Af en toe is het wel makkelijk om iemand te hebben die je van voren houdt, maar ik zou op zich ook wel mijn eigen weg kunnen gaan in de spurt. Dat gaat meestal wel goed.” Het talent besluit met een voorspelling van het eindpodium: “Nibali op één, met daarachter Majka en Kreuziger.”