foto: Sirotti

Vanavond start de Vuelta a España met een ploegentijdrit in Galicië, waar namens Belkin onder andere Bauke Mollema aan de start verschijnt. Het parcours, met maarliefst zestien aankomsten die omhoog lopen, is op het lijf geschreven van een klimmer. Toch is de Belkin-kopman niet helemaal te spreken over het parcours. ”Iets meer afwisseling had van mij wel gemogen”, vertelt hij in het tweede deel van het interview aan WielerFlits.

Daags na de Tour, berichtte De Telegraaf dat Mollema de Vuelta zou gaan rijden in dienst van Laurens ten Dam en Steven Kruijswijk. Dit spreekt hij nu tegen: ”Of het wegvallen van Steven uitgemaakt heeft dat ik nu als kopman start? Nee, dat niet. Ik heb zelf nooit gezegd dat ik alleen naar de Vuelta zou gaan om Laurens te ondersteunen. Dat was meer het idee aan het begin van het jaar van de ploeg, dat Laurens en Steven hier voor het klassement zouden gaan. Het stond ook al vast dat ik hier zou rijden. Met wat voor rol ik naar de Vuelta zou gaan, hing af van hoe ik uit de Tour zou komen. Ik heb me na de Tour tot aan nu nog niet slecht gevoeld, heb altijd goede benen gehad en ik denk nog fris genoeg te zijn om een goed klassement in de Vuelta te kunnen rijden. Dat wil ik wel proberen.”

De Leeuwarder gaat dus opnieuw proberen een rol te spelen in het algemeen klassement. In 2011 werd hij vierde in het eindklassement. Verwacht hij nu weer mee te doen om de knikkers? ”Ik heb nog niet echt een bepaalde klassering in mijn hoofd. Ik ga voor het klassement en zo lang ik goede kansen heb op een top-vijf notering of nog beter, dan ga ik daar natuurlijk vol voor. Mocht dat er toch niet inzitten, is het nog steeds een mooie ronde met zoveel bergetappes. Dan ligt er altijd nog ergens een kans op een dagsucces”, klinkt het.

”Ik ga geen tiende plaats verdedigen”
Toch staart Mollema zich niet blind op een klassement. Helemaal omdat hij een week na de Vuelta als kopman van de Nederlandse ploeg zal starten op het WK in Firenze. ”Stel dat ik op een gegeven moment tiende sta, de top vijf is heel ver uit zicht en we moeten nog anderhalve week, dan weet ik niet of ik vol voor die tiende plek zal strijden. Dan is het WK veel belangrijker en zal ik proberen voor een dagsucces te gaan. Wanneer ik voor mezelf besluit dat ik het klassement mogelijk laat varen? Dat hangt van verschillende factoren af. Onder andere met de verschillen die er op dat moment zijn in het klassement en hoe ik me dan voel.”

Met maarliefst 39 gecategoriseerde beklimmingen heeft de Vuelta-organisatie de renners wederom een slopend rittenschema voorgeschoteld. Voor een klimmer als Mollema lijkt het parcours hem op het lijf geschreven. ”Ik denk dat het voor iedere klimmer een parcours is dat goed past bij zijn kwaliteiten. Ik vind het wel heel zwaar eigenlijk, met heel veel aankomsten bergop. Ik had liever iets vaker een finish na een klim of afdaling gezien, dan heb je toch iets meer afwisseling. Maar goed, hier moeten we het maar mee doen. Mensen zeggen altijd wel dat het voor mij met zoveel aankomsten bergop goed is, maar dat geldt voor Valverde, Nibali en andere goede klimmers natuurlijk net zo goed. Het enige verschil is dat ik de Tour al in de benen heb en met zoveel bergetappes moet je gewoon heel veel ritten aan de bak. Ook moet je opnieuw drie weken gefocust zijn, dat is na de Tour misschien moeilijker. Maar dat moet nog blijken.”

Geheel tevreden over het parcours is de Belkin-renner niet. Hij vindt elf aankomsten bergop te veel van het goede: ”Het zijn er wel heel veel inderdaad. Op zich zijn er een aantal van die aankomsten die eindigen op hele korte klimmetjes. Maandag en dinsdag komen geloof ik ook aan op klimmetjes van maar twee kilometer. Aan de ene kant is het natuurlijk wel mooi als je mee kan doen en je bent super goed, dan heb je heel veel kansen op dagsucces en mooie ereplaatsen.”

De klimmers zijn dus goed bedeeld deze Ronde van Spanje. In tegenstelling tot de sprinters, die maar zes á zeven kansen krijgen. ”Dat zijn er niet zo veel, maar dat was natuurlijk vorig jaar ook al zo. Toen won Degenkolb vijf ritten. Het is wel gek dat weinig finishes na een klim of na een afdaling liggen. Maar zo heel veel sprinters zijn er ook niet, dus het zou mooi zijn als wij met Theo (Bos, red.) in ieder geval in één van die vlakke ritten kunnen winnen.”

Strijd in de bergen
Er zal vooral in de bergen oorlog worden gemaakt door de mannen van het klassement. Met wie verwacht Mollema daar de degens te kruisen? ”Ik denk voornamelijk aan de Spanjaarden met Rodriguez en Valverde. Daarnaast heb je natuurlijk ook Nibali. Dat zijn wel de grote favorieten volgens mij. Maar ook met Henao en Uran houd ik rekening, evenals de Spanjaarden van Euskaltel, die goed zullen zijn.”

In 2011, het jaar dat de Mollema vierde werd, wist hij op de slotdag ook nog beslag te leggen op het puntenklassement. Met de vele aankomsten bergop zou hij ook dit jaar weer in aanmerking kunnen komen voor dit klassement, evenals het bergklassement. ”Dat is op voorhand geen doel. Waarschijnlijk zul je door de vele aankomsten bergop ook vrij hoog staan in het puntenklassement. Dit komt doordat je in de Vuelta bij elke aankomst evenveel punten krijgt. En wat betreft de bergtui, om daar voor in aanmerking te komen moet je al echt etappes gaan winnen of mee gaan in een vroege ontsnapping. Dus dat is geen doel, al kan dat natuurlijk altijd in de loop van een ronde veranderen. Stel dat ik goed sta in één van die klassementen, dan zal ik daar zeker voor gaan. Het was twee jaar terug super mooi om die trui mee naar huis te nemen, dus als de mogelijkheid zich voordoet dan zou ik daar echt voor gaan.”