foto: Sirotti

Voor Robert Gesink gaat de Tour de France er anders uit zien dan andere jaren. Waar hij sinds zijn debuut in 2009 de Franse ronde altijd als kopman reed, zal hij die klus deze ronde overlaten aan ploeggenoot Bauke Mollema. Tijdens de presentatie van Belkin afgelopen maandag, zocht WielerFlits de ronderenner op en vroeg hem onder meer naar zijn voorbereiding, de Tour zelf en het verdere verloop van het seizoen.

Giro d’Italia
Voorafgaand aan het seizoen besloot Gesink om het anders aan te pakken. In plaats van zijn hele seizoen opnieuw af te stemmen op de Ronde van Frankrijk, koos hij ervoor om de Giro d’Italia te betwisten. In een loodzware ronde nestelde de Condor van Varsseveld zich halverwege de ronde nog in de top vijf, met uitzicht op het podium. Precies een week voor het einde was hij echter niet opgewassen tegen de onmenselijke weersomstandigheden die de etappe naar de Jafferau grijs kleurden. Gesink verloor meer dan vier minuten en kukelde zelfs uit de top tien.

Uiteindelijk moest de kopman twee dagen voor het einde van de Giro ziek opgeven. “De eerste week erna was ik flink teleurgesteld”, zegt de Belkin-renner daarover. “Ik had het even gehad met fietsen, wat denk ik logisch is als je opbouwt naar je hoogtepunt en het zo mis gaat. Na een week vond ik het plezier eigenlijk al weer terug. Ik had lekker getraind en was lekker in Nederland. Ik was eigenlijk het hele eerste half jaar in Spanje en ging dus weer even terug naar de roots. Even lekker wat rondjes gefietst over de Posbank in plaats van in de bergen rondom Girona. Dat voelde goed en daarnaast was het leuk om al je vrienden en familie weer eens te zien, wat weer goed was om me op te laden.”

In diezelfde Giro zat Gesink in een uitstekende positie om zijn eerste dagzege in een grote ronde te boeken. Opnieuw was hij de grote pechvogel, toen bij het inrijden van aankomstplaats Ivrea zijn ketting brak. “Dat was echt een hele dikke kans, des te zuurder is het natuurlijk achteraf. Het geeft nog maar eens aan hoe moeilijk het is om in grote rondes ritten te kunnen winnen. Of ik die rit had kunnen winnen? Ik zeg niet dat ik die kleine (Intxausti, red.) direct geklopt had, maar ik had het op z’n minst willen proberen. Het is gewoon zuur dat je door zoiets stoms niet mee kan sprinten. Mijn ketting was er in meer dan een jaar niet af gegaan. Als het je uitgerekend op dat moment gebeurt, geeft dat eigenlijk het complete gevoel van de Giro aan: knap waardeloos.”

foto: Sirotti

Voorbereiding & Tour de France
Een week na de Giro kwam de Blanco-ploeg bijeen om de strategie voor de Tour te bespreken. Gesink gaf aan dat het voor hem geen optie was om nog een keer voor het klassement te rijden. Via de Ronde van Luxemburg en het NK bereidde de Nederlander zich voor op La Grande Boucle. “In Luxemburg was ik erg sterk. Met Paul Martens hebben we daar het eindklassement kunnen pakken. Dat was voor de ploeg een hele mooie overwinning en voor Paul zelf ook. Daarna volgde het NK. Door de val rijd je eigenlijk constant achter de feiten aan, terwijl ik op zo’n zwaar parcours op voorhand niet kansloos ben. Als je ziet hoe in de finale Johnny wegrijdt bij Sebastiaan, dat was amper meer demarreren te noemen. Het onderstreept nog maar eens hoe slopend dit parcours is. In goede doen en zonder tegenslag had ik betere kansen gehad, maar we hebben allemaal kunnen zien dat de sterkste gewonnen heeft”, looft hij Nederlands kampioen Hoogerland.

Gesink zelf hield aan zijn val een gekneusde rib over. De pijn viel hem echter mee en hij had ook goed geslapen. “Ik heb vanochtend al even op de fiets gezeten. Alleen diep inademen en aanzetten is nog wat pijnlijk. Iedereen die wel eens een rib gebroken of gekneusd heeft, weet hoe dat voelt. Voor mij is het echter geen reden om niet naar de Tour te trekken.”

Tijdens de aankomende Tour zal Gesink een grote ronde rijden waarin hij geen kopman is. In een dienende rol zal hij proberen Bauke Mollema te helpen: “Ik heb daar totaal geen problemen mee. Bauke heeft deze kans verdiend en bovendien ben ik niet vergeten dat hij vorig jaar in de Vuelta zijn kansen opofferde om mij te helpen. Daardoor ben ik toch mooi zesde geworden. Ik zal hem ondersteunen daar waar mogelijk en het doel van de ploeg is dan ook om een mooi klassement met Bauke te rijden.”

Daarnaast zal de voormalig winnaar van de GP Montréal proberen een rit te winnen: ”Natuurlijk zijn de ritten naar de Ventoux en naar Alpe d’Huez het mooist, maar in mijn situatie moet je blij zijn met elke kans die je pakken kunt. Mijn Tour is geslaagd als we een mooi klassement met Bauke rijden. Mocht het dan nog zo gek zijn dat ik een rit kan winnen zo links of rechts, dan ben ik de gelukkigste man op aarde.”

Klassementsambities heeft de Varssevelder dus niet. Zou het dan zomaar kunnen dat Robert Gesink 63ste wordt in deze Tour? “Ja, dat is volledig mogelijk. Vanuit mezelf en vanuit de ploeg zijn er geen verwachtingen, dus dat is wel lekker. In het verleden werd er in etappekoersen altijd een prestatie verwacht. Dat is heel vaak heel erg goed gegaan en af en toe is het ook niet goed gegaan. Deze rol vraagt om een andere benadering en is dé manier om meer van je job te kunnen genieten en van het gekkenhuis dat de Tour is. Andere jaren leefde je maanden naar de Tour toe en als het moment eenmaal daar was kon je er minder van genieten vanwege al de dingen die op je af komen. Hopelijk kan ik er nu iets meer van genieten en hopelijk met de gewenste prestaties.”

foto: Sirotti

WK, Emilië en Lombardije
Ook in het najaar hoopt Gesink altijd de gewenste prestaties te behalen. Vaak is de Belkin-renner in blakende vorm ten tijde van de Ronde van Lombardije. Een week eerder wordt op 26 september het wereldkampioenschap verreden in Florence. Hoe schat de Nederlander zijn kansen daar in? ”Het is een heel erg zwaar parcours en dat ligt me zeker goed. Het is met zijn 280 kilometer wel lang. Normaal gesproken ga ik via een traningskamp in Amerika, de Tour of Alberta (nieuwe Canadese rittenkoers) en de GP’s van Quebec en Montréal naar het WK. Maar het is allemaal nog te ver weg om wat over mijn kansen te kunnen zeggen.”

Door toedoen van verschillende omstandigheden kon hij zijn zesde plaats in de Ronde van de vallende bladeren uit 2009 nog niet verbeteren. Dit jaar hoopt de coureur dat wel te kunnen: ”Ik ben altijd een renner die graag van het begin van het seizoen tot het eind goed is en dat ga ik uiteraard ook dit jaar weer proberen. Na het WK zou ik graag proberen om Lombardije of nog eens Emilië te winnen”, sluit Gesink strijdvaardig af. In 2009 en 2010 kwam hij al eens juichend over de streep van de Ronde van Emilië. Wint Gesink voor een derde keer, dan komt hij op gelijke hoogte met wielerlegende Fausto Coppi.

Lees ook:
Gesink: “Mollema heeft kopmanschap verdiend” (audio)
Mollema: “Tourdruk niet van invloed op mijn prestaties” (audio)