Interview Wout Poels: “Ik wil nog mooie dingen laten zien”
Wout Poels moest de Tour vorig jaar na een valpartij al in de eerste week verlaten. De schade was groot. De carrière van een groot wielertalent leek vroegtijdig geknakt, maar de Limburger knokte zich terug. Zijn herstel verliep zo goed dat hij dit jaar voor de derde jaar op rij meedoet aan de Tour. “Het begint wel te kriebelen om te starten,” vertelde hij aan WielerFlits. We spraken met hem over zijn terugkeer en zijn ambitie richting de Tour.
De weg terug
Poels hield aan zijn veelbesproken val drie gebroken ribben, een gescheurde milt, een gescheurde nier over en een klaplong over. De voorbije winter werd de 25-jarige Limburger veroordeeld tot revalideren. “Het ging heel geleidelijk. Ik ben heel rustig begonnen om niet te forceren. Ik voelde het elke week beter gaan, dat was wel een fijn gevoel. Ik heb nooit echt een terugval gehad,” kijkt hij terug. Een comeback in de Tour de France was voor Poels geen doel op zich. “Mijn eerste doel was gewoon wedstrijden rijden. Ik zat lang met de Algarve in mijn hoofd. In februari, toen moest het beginnen. Daar ging ik met veel plezier naartoe en daar reed ik weer rond met het gevoel van een nieuweling.”
foto: Sirotti
In Tirreno-Adriatico liet hij al vroeg in het seizoen een goed niveau zien. “Ik miste in het begin nog de punch bij de korte, steile aankomsten waar ik voorheen heel goed in was. Ik merk nog wel dat ik daar in verbeter. Die lange klimmen gingen eigenlijk vrij snel al goed. Het gaf een goed gevoel dat ik daar direct weer goed was. ”
Vallen
Poels heeft nu geen last meer van de gevolgen van zijn val. “Ik merk eigenlijk nergens meer iets van,” geeft hij toe. Hij voelt zich even sterk als vorig jaar. “Eigenlijk wel ja. Een nier is wat kleiner omdat er een stuk vanaf is gescheurd. Maar eigenlijk merk ik daar niets van. Samen functioneren ze nog gewoon goed. Eigenlijk ben ik nog gewoon dezelfde. Ik heb geen medicijnen en hoef ook niet extra op mijn eten te letten. Het is niet dat ik beperkingen heb.” Poels beseft dat hij er goed vanaf gekomen is. “Je wordt er bewuster van dat alles in één klap voorbij kan zijn. Wanneer het iets minder gaat kan ik nu makkelijker relativeren.”
foto: Sirotti
De klimmer heeft ook geen angst over gehouden aan het incident. “Dat gaat eigenlijk allemaal wel goed. Ook met dalen enzo. In de Dauphiné hebben we de afdaling van de Alpe d’Huez gedaan. Dan moet je ook met 60 per uur over een slechte weg. Ik heb ook al weer een paar valpartijen langs zien komen, maar dat voelt niet anders. Voorheen keek ik daar ook nooit naar en wilde ik snel mijn weg vervolgen. Elke wielrenner valt gemiddeld per seizoen wel twee keer. Dit seizoen ben ik gelukkig nog niet gevallen, maar het kan altijd gebeuren dat je in een bochtje onderuit schuift. Normaal sta je weer op en ga je weer verder.”
Parijs halen
In zijn eerste twee deelnames haalde Poels het einde niet. Hij streeft ernaar om drie maal scheepsrecht te laten zijn. Maar de Tour uitrijden is voor hem geen obsessie. “Het is niet zo dat het nu extra leeft. Je wil elke koers uitrijden. Je wil nergens afstappen, helemaal niet door ziekte of een valpartij. Dat is hetzelfde gebleven.” Hij benadert de Tour niet op een andere manier. “Ik zie het gewoon als een nieuwe wedstrijd. Drie weken koersen, een nieuwe Tour. Je weet nu wel wat je te wachten staat zoals de hectiek de eerste dagen, het publiek langs de kant en de media. Het is een voordeel dat je dat al hebt meegemaakt. Dat maakt de Tour de Tour. Zonder die aandacht was het als een normale wedstrijd geweest.”
In Corsica verwacht hij opnieuw een nerveuze koers. “Uit het Critérium International weet ik dat het daar veel draaien en keren is. Niet veel rechte, maar wel goede wegen. Maar met een Tourpeloton is het overal gevaarlijk. Als je daarmee naar het circuit in Assen gaat is het nog gevaarlijk om daar te rijden. Dat is cowboy-werk, “grapt hij. Zelf heeft hij daar niet zo veel moeite mee. “Je moet een manier vinden om daarmee om te gaan. Af en toe moet je een beetje jezelf ertussen duwen en hopen dat de anderen niet zo denken,” schetst hij. “Het is niet dat ik opzie tegen de eerste week. Ik kijk er echt naar uit. Lekker erin vliegen.” Later in de Tour komen zijn kansen. “Ik ben wel benieuwd naar de bergritten. Of ik met de beste weer mee naar boven kan. Ik wil daar nog mooie dingen laten zien.”
foto: Sirotti
Concrete ambities heeft hij nog niet. “Op de eerste rustdag zal ik bekijken hoe ik er voor sta. Na de eerste bergritten weet je al snel of je voor een klassement kan gaan rijden. Het is niet zo dat ik me op achterstand ga laten rijden en in vroege vluchten meega. Ik wil wel kijken hoe ver ik kan geraken.” De ploeg mikt op een ritzege. Een ritzege op Alpe d’Huez is voor Poels geen doel op zich. “Er zijn zo veel mooie bergetappes. Alpe d’Huez is mooi omdat iedereen dat kent. Met bocht 7, waar in de Dauphiné geen hond stond. Daar zal het straks wel iets drukker zijn. Het zou wel heel mooi zijn wanneer je daar een mooie uitslag kan rijden. Als het een andere rit is, vind ik dat ook prima. Dat maakt me niet zo veel uit,” geeft hij aan. De Tour uitrijden blijft belangrijk. “Als ik straks maar met een goed gevoel op de Champs-Élysées sta.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.