Is Tim Merlier plots de leider van Soudal Quick-Step? “Vijf jaar geleden had ik dat niet geloofd”
Foto: Cor Vos
donderdag 4 april 2024 om 09:45

Is Tim Merlier plots de leider van Soudal Quick-Step? “Vijf jaar geleden had ik dat niet geloofd”

Interview Het ging de troepen van Soudal Quick-Step de afgelopen weken niet voor de wind in de Vlaamse kasseiklassiekers. Kopmannen Julian Alaphilippe, Kasper Asgreen en Yves Lampaert gaven voorlopig niet thuis, maar langs de andere kant zijn er wel de vier overwinningen van Belgisch kampioen Remco Evenepoel én de zeven zeges van Tim Merlier.

De sprinter uit Wortegem-Petegem schonk de ploeg van Patrick Lefevere zomaar even twee Vlaamse semiklassiekers. Van Nokere Koerse kan je de impact nog minimaliseren, maar als oudste klassieker van Vlaanderen staat de Scheldeprijs toch maar mooi op het palmares. “Voor sprinters is dit een topklassieker”, weet lead out Bert Van Lerberghe. “Ik zou de Scheldeprijs niet op hetzelfde niveau zetten als Parijs-Roubaix, de Ronde van Vlaanderen en E3 Prijs, maar wel met Classic Brugge-De Panne en Kuurne-Brussel-Kuurne.”

Snelste ter wereld
Enkele jaren geleden kon je die wedstrijden voor een ploeg als Soudal Quick-Step nog classificeren als tussendoortjes, maar na het mindere voorjaar van de ploeg, werden de sprintkoersen misschien wel de grootste winstkansen van het voorjaar. “Met Tim erbij hebben we altijd veel kans in de sprint. Dat werkt heel motiverend en het trekt de ploeg naar omhoog”, vertelt Van Lerberghe. “Ik denk dat Tim een van de snelsten ter wereld is, zo niet dé rapste als het op sprinten aankomt.”

Voor Van Lerberghe moet zijn ploegmaat niet onderdoen voor man-in-vorm Jasper Philipsen. “Het ene jaar is Jasper de beste ter wereld, het andere Tim. Van de tien keer dat ze tegen elkaar sprinten, gaan ze elk vijf keer winnen”, aldus de lead-out.

“Voor de sprint was het vertrouwen sowieso groot”, beaamt Merlier zelf. “Als ik vrije ruimte krijg, weet ik dat ik moeilijk te kloppen ben. Alleen als er een heel rappe man in het wiel zit, is het altijd iets gevaarlijker als je van ver aangaat. Dat hebben we gezien in Tirreno-Adriatico, waar Philipsen in de laatste honderden meter nog over me heen kwam.”

Extra druk?
Voor Merlier was het devies vooral rustig blijven. Ook toen hij op vijftien kilometer van het einde nog af te rekenen kreeg met een lekke band. “De rust bewaren is gemakkelijker als je al een paar koersen gewonnen hebt. Mijn zegeteller stond al op zeven, mijn seizoen was al heel goed. Zo heb ik mijn tijd kunnen nemen om terug naar voor te rijden. Ik wist ook dat ik geen risico’s moest nemen in de bochten met mijn nieuwe fiets.”

Je zou denken dat er – al die randomstandigheden in acht genomen – druk op lag bij Merlier. Maar dat ziet hij anders. “In principe leef ik hetzelfde toe naar de Scheldeprijs als naar een andere sprinterskoers. Ik heb niet het gevoel dat er dan meer druk op mijn schouders ligt. Je weet dat voor een sprinter iedere vlakke koers belangrijk is, en ik probeer elke kans te grijpen. Natuurlijk is dat niet evident. Als je de ploegbespreking hebt en de cruciale punten worden op tafel gelegd, dan word je wat nerveus. Maar niet meer dan anders.”

“Anderzijds, als je me vijf jaar geleden had gezegd dat ik bij Soudal Quick-Step de uitgelezen man zou worden, had ik het niet geloofd”, liet Merlier vallen op de persconferentie. “Ik denk dat we talenten genoeg hebben in de ploeg, maar als het bij sommige kopmannen niet gaat van in het begin, dan is het moeilijk om de knop om te draaien. Vergelijk het met een sprinter die vroeg in het seizoen niet kan winnen. Maar ik bewijs dat we zeker niet worden weggefietst en dat het voor ons mogelijk is om te winnen.”

Realistisch
Juist daarom zag je dat de Scheldeprijs winnen extra deugd deed bij de blauwe brigade. “We hadden gehoopt om beter te doen in de klassiekers”, geeft Van Lerberghe toe. “Dat is door kleine dingen een beetje misgelopen. Maar het is nog altijd de Scheldeprijs die we hier winnen, en het voorjaar is nog niet klaar. Ook zondag in Parijs-Roubaix hebben we een paar mannen die ver kunnen geraken. En als je ver kunt geraken, kan je ook winnen. We hopen daarop.”

Bij Merlier zelf klinkt het verhaal altijd net wat meer bescheiden en genuanceerd. “Je moet realistisch zijn. Ik krijg vandaag de status van kopman en morgen staat er een mooie titel in de krant, maar volgende week zijn veel mensen dat al vergeten. Bij elke kans moet ik me weer bewijzen. Als mijn achtste zege van het seizoen duurt tot in augustus, dan ga ik ook commentaar krijgen.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.