Jasper Philipsen baalt na vierde podiumplaats in evenveel sprints
Tweede, derde, tweede. En vandaag opnieuw derde. Het wil maar niet lukken voor Jasper Philipsen, die in Valence wellicht de snelste tijd in de laatste honderd meter liet optekenen. “Maar ik moest van iets te ver komen. Dit doet pijn.”
“Mijn vierde podiumplaats. Dat klopt, maar er is maar één plaats die telt.” De ontgoocheling droop opnieuw van het aangezicht van Jasper Philipsen. De sprinter van Alpecin-Fenix had nochtans een prima sprint gereden. “Jonas (Rickaert) deed het fantastisch, maar we kunnen niet opboksen tegen die trein van Deceuninck-Quick-Step.”
Philipsen had voorts ook nog de pech dat Wout van Aert in het wiel van de Brit kroop. “En die duw je niet zomaar opzij”, grijnsde de Limburger. “Waardoor ik net van één plekje te ver moest komen. Ik kwam nog naast hen, maar er net niet meer over. Zo zonde, want ik was goed hersteld en de benen voelden goed aan.”
Zonder Merlier en VdP
Ook de opgaves van Tim Merlier en Mathieu van der Poel speelden niet in Philipsens voordeel. “Nog eens, alle credits voor Jonas, zonder hem was ik nooit vanuit die positie aan sprinten toegekomen, maar we missen Tim en Mathieu wel om met de trein van Cav te kunnen duelleren. Met hen hadden we misschien zelfs het voortouw kunnen nemen.”
“Op naar de volgende”, besloot Philipsen. “Ik heb het gevoel dat Mark, hoe sterk hij ook was, vandaag te kloppen was. Hopelijk lukt het de volgende keer wel.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.