Jelle Wallays, zes weken na val in San Juan: “Koppijn verdwijnt in de Spaanse zon”
Interview In 2018 won Jelle Wallays nog de voorlaatste rit in de Ronde van San Juan. Een jaar later kwam hij in dezelfde rittenkoers zwaar ten val. Een tuimelperte die hem zijn hele voorjaar kost. Anderhalve maand later heeft de 29-jarige West-Vlaming zich nieuwe doelen gesteld. WielerFlits had een openhartig gesprek met dé Belgische pechvogel van de eerste koersmaand van het seizoen…
In de aanloop naar zijn elfde profjaar liet Jelle Wallays niets aan het toeval over. Zo laste hij – los van de teamstage van Lotto Soudal – nog een aantal extra oefenkampen in, samen met ploegmakker Jens Keukeleire. “Ik ben vorig seizoen sterker geworden. In het voorjaar van 2019 wilde ik nog een stap vooruit zetten”, vertelt Wallays. “In november trok ik met Jens al twee weken naar Spanje. Ook in december gingen we er nog tien dagen trainen. En na de ploegstage vertrokken we op 2 januari opnieuw naar de zon. De voorbereiding op het klassieke voorjaar zouden we na de Ronde van San Juan voortzetten met nog eens 20 dagen Sierra Nevada, net als Tiesj Benoot. Die hoogtestage heb ik helaas niet meer gehaald…”
Het was op 29 januari, tijdens de finale van de tweede rit van de Ronde van San Juan, dat Wallays zwaar ten val kwam. Diagnose: een hersenschudding, een kaakbreuk, een snijwonde in de lip en drie tanden die moesten worden vervangen. Toch wees niets er op dat hij een kruis over zijn voorjaar zou moeten maken. Het draaide anders uit.
Wat herinner je je nog van die val?
“Niets. Ik ben een half uur kwijt. Ik weet nog dat ik me goed voelde tijdens de wedstrijd. Het laatste wat ik me herinnerde is dat ik moest corrigeren toen er voor mij iemand ten val kwam. Dat was ergens tussen kilometer vijftien en tien van de finish. Het eerstvolgende wat ik me herinner is dat ik in de ziekenwagen lag.”
De diagnose was niet min. Toch was je een tijd overtuigd dat je die geplande hoogtestage in de Sierra Nevada zou afwerken. Wanneer kwam de ontnuchtering?
“Ik bleef nog vier dagen in Argentinië en voelde mij er elke dag beter. Maar eenmaal opnieuw thuis, daagde het me stilaan dat het een hopeloze zaak aan het worden was. Al bij al hervatte ik snel op de rollen, maar dat ging met ups & downs. Mijn nek zat snel vast, ik kreeg koppijn. Veel progressie kwam er niet. Uiteindelijk heb ik beslist om een week helemaal van de fiets te blijven en hakte ik de knoop door om het voorjaar op te geven.”
Wat ongetwijfeld een ingrijpende beslissing was.
“Mentaal was het een harde dobber, ja. Maar ik heb zelf de keuze gemaakt. Het besef drong ook door dat ik na zoveel weken inactiviteit niet meer op tijd op niveau zou geraken. Nu ben ik twee, drie weken opnieuw aan het trainen, waarvan de laatste week in het Spaanse Mojacar. Een voorstel dat toevallig mijn pad kruiste en waar ik ben op ingegaan. Een goede beslissing, blijkt nu.”
Vertel…
“Kortweg (een bedrijf dat fietsvakanties organiseert, red) en wielermagazine Bahamontes hebben me uitgenodigd om een week bij hen te gast te zijn. Een grote meevaller. De groep die hier deze week aanwezig is, fietst echt aan een aanvaardbaar tempo waardoor ik alle trainingen mét hen kan afwerken. Uiteraard doe ik mijn blokken apart, maar dat is het enige. En het gaat goed: ik trainde de voorbije week al twee keer vijf uur. Leuke extra is dat ik – sinds ik hier ben – van mijn koppijn verlost ben. De zon doet blijkbaar toch iets speciaal met een mensenlichaam. Zondag vlieg ik terug naar huis. Hopen dat ik nu op dezelfde manier verder evolueer. Dat ik de switch van warm naar koud vlot verteer en dat ook thuis de koppijn wegblijft.”
Hoe kijk je nu, zes weken later, terug op de val?
“Dubbel, hé. Natuurlijk ben ik ontgoocheld dat ik dat voorjaar aan mijn neus voorbij zie gaan. Maar als ik de dokters mag geloven, moet ik blij zijn met hoe het is afgelopen. Zelf sta ik daar misschien te weinig bij stil. Maar als ik iets harder was gevallen, was mijn gezicht wellicht ingedeukt, wordt me verteld. Dan denk je spontaan aan wat ploegmaat Stig Broeckx is overkomen. Dan moet ik blij zijn, ja. Ik blijf me vooral de vraag stellen waarom ik mijn gezicht niet heb beschermd bij de val… En wat dat verloren voorjaar betreft, later dit seizoen komen er nog mooie wedstrijden aan.”
Hoe zien de eerstvolgende weken er uit?
“Dat hangt af van hoe ik me voel. Ik zou graag met de ploegmaats de klassiekers verkennen. Om opnieuw die teamsfeer te proeven. Dat zal me goed doen, denk ik. Anderzijds, stel dat ik thuis weer koppijn krijg, moet ik misschien overwegen om sneller naar de zon terug te keren. Dat wordt dus nog wat afwachten. De competitie hervat ik wellicht in de Ronde van Romandië. Dan zal ik zes weken opnieuw aan het trainen zijn. Iets vroeger kan misschien ook, maar dan puur om wedstrijdritme op te doen.”
Wat wordt jouw echte doel deze zomer?
“Sowieso waren het Belgisch kampioenschap en het halen van de Tourselectie al mijn grote doelen. Dat verandert niet. Maar ik zie nu wel een nieuwe uitdaging: de dubbel Giro-Tour zou echt een droom zijn die uitkomt. Met tussendoor de Ronde van België. Ik heb dat voorstel gedaan aan de ploegleiding. Het is aan hen om te beslissen. Lukt dat niet, dan wordt het wellicht de Vierdaagse van Duinkerke en de Ronde van België. Maar dat is zeker niet mijn persoonlijke voorkeur.”
De voorbije weken stond je nog één keer in de spotlights. In Gent-Staden, een nationale wielerwedstrijd voor eliterenners en beloften, werd je gesignaleerd als… seingever.
“Ik ben opgegroeid in Staden. Mijn vader is in de organisatie van Gent-Staden verantwoordelijk voor de veiligheid. Bleek dat er een tekort aan seingevers was. Als het past in mijn agenda, waarom zou ik dan geen handje toesteken? Zonder seingevers, geen koers. Daar heb ik best positieve reacties op gekregen, maar ik vond die actie niet eens uitzonderlijk. Ik besef dat een wielerwedstrijd inrichten een gedoe is, minder evident dan soms gedacht wordt. Blij dat ik mijn steentje kon bijdragen. Extra leuk was dat ik die koers ooit (in 2010, red) nog gewonnen heb.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.