Jens Adams crost onder de vleugels van Marc Herremans: “Geld gaat naar het goede doel”
Interview Het waren nog niet de plezantste weken voor Jens Adams. Pas met zevende plaatsen in de zware crossen van Dendermonde én zijn eigen Merksplas, kwam de 31-jarige Kempenaar er de afgelopen twee weekends weer door.
“Merksplas is trouwens de cross die het dichtst bij mij thuis wordt gereden”, vertelt Adams in gesprek met WielerFlits. “Ik passeer er dikwijls met de fiets en ken de organisatoren al sinds ik jong ben. Het zijn nog altijd dezelfde mensen die vroeger in de Mosten organiseerden, en die zijn ook fan van mij. Dan is het extra leuk om juist daar een van mijn beste crossen van het seizoen tot nu toe te rijden.”
Het waren twee opstekers die Adams wel kon gebruiken. “Ik moet daar eerlijk in zijn: het seizoen verliep nog niet zoals ik het had verwacht. Ik zit nog altijd onder het niveau dat ik wil. Vlak voor de start van het seizoen heb ik Covid-19 gehad, waardoor ik even niet meer heb kunnen trainen. Ik weet niet honderd procent zeker of dat de oorzaak is van de mindere start, maar ik doe er wel alles voor. Dan is het extra pijnlijk als het niet verloopt hoe je het verwacht.”
Leeftijd
Opvallend ook, dat Adams juist in twee ‘stoemperscrossen’ tot zijn recht komt. “Vroeger was dat niet mijn ding. Maar misschien dat zulke parcoursen me meer beginnen te liggen, omdat ik wat ouder word. Iedereen valt dan terug naar zijn eigen tempo. Anderzijds merk ik ook dat iedereen in het begin van het seizoen supergoed was, en de meesten nu terug wat naar hun basisniveau zakken. Daardoor kan ik weer enkele posities opschuiven in de uitslag.”
Daar zegt de renner uit de Noorderkempen het al: intussen is hij aan de top van de cross een van de oudste renners geworden. Steekt dat? “Ik heb het recent nog eens opgezocht: op het WK in Bogense, dat was in 2019, was ik al de oudste renner in de Belgische selectie. Dat is al vier jaar geleden, en toen was ik 27 (lacht). Nu ben ik stilaan de oudste renner die voorin te vinden is. Vooral omdat er nu een heel sterke beloftelichting is bijgekomen, met veel renners die zich meteen in de top 10 nestelen.”
“Toch zie ik een verschil met mijn generatie”, zegt Adams. “Die jongens zijn veel sneller professioneel met hun sport bezig. Daarom denk ik dat de meesten ook vroeger zullen stoppen. Het gaat ook vaak het beste als je nog jong bent. Je woont thuis, je hebt geen kinderen, alle tijd om te trainen. Hoe ouder je wordt, hoe meer er bij komt kijken. De kinderen worden eens ziek, je wordt dan zelf ook ziek. Een crossseizoen is heel pittig, mentaal en fysiek. Je moet er wel echt klaar voor zijn.”
Marc Herremans
Gelukkig voor Adams staat hij er niet meer alleen voor. De afgelopen jaren moest hij het hebben van zijn eenmansploeg, met sponsoren als de Hollebeekhoeve en Chocovit, nu rijdt hij onder de vleugels van de Athletes for Hope-ploeg van zijn trainer Marc Herremans. “Marc is al een jaar of vijf mijn trainer”, legt Adams uit. “Hij had de ploeg al even, eerst met Shirin van Anrooij. Toen zij vertrokken is, wilde Marc de ploeg wat uitbreiden. Tom Meeusen en ikzelf waren de gelukkigen.”
“Het is ook een ploeg met een heel mooi verhaal”, vindt de Kempenaar. “De sponsors geven geld voor de revalidatieweide van Marc. Wij proberen hen toch wat return te geven door in beeld te rijden op televisie, zodat ze iets terugkrijgen voor hun geld. Maar de voornaamste betrachting is wel om het goede doel te steunen en een mooi project op te zetten. Dat vind ik zelf heel belangrijk.”
Al brengt zijn stap naar een ploegstructuur ook belangrijke logistieke voordelen met zich mee. “Ik heb nu terug een camper, terwijl ik de vorige jaren alle crossen afhaspelde met een camionette. Ook vind ik het heel fijn om weer een paar ploegmaats te hebben, om soms samen te trainen. Voor de rest is de verandering niet héél groot. Het is niet dat we een zomerprogramma reden met de ploeg of zo, maar dat is ook hoe ik het graag heb.”
Constant niveau
Met zijn soloprojecten kreeg Adams wat meer aandacht in het crosswereldje dan voordien. “Logisch”, vindt hij. “Als je de derde renner van Pauwels Sauzen-Bingoal bent in de uitslag, dan valt dat niet echt op. Als ik nu zesde eindig, dan heb ik even goed gereden, maar dan zal ik misschien wat meer aandacht krijgen. Maar volgens mij is die toegenomen aandacht vooral het gevolg van mijn goede niveau. Op mijn beste dagen moet ik constant tussen positie vijf en tien kunnen eindigen, met uitschieters in de top 5. Ik hoop dat ik daar snel weer op kan mikken.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.