Jetse Bol is deze week actief in de Ronde van Turkije. Daarin sluit de Noord-Hollander – die halverwege het seizoen van Manzana Postobón overstapte naar BH-Burgos – zijn seizoen af. De 29-jarige Bol zal overigens ook volgend jaar de kleuren van de Spaanse armada verdedigen, dat nog altijd druk bezig is om voor 2019 een ProContinental-licentie te bemachtigen.

Met zijn zevenen zaten de renners van Burgos-BH vrijdagmorgen in Konya in het net iets te kleine teambusje – voorzien door de organisatie van de Ronde van Turkije – op elkaar gepropt. Jetse Bol vond het dan ook helemaal niet erg om even uit de drukte te ontsnappen en ons in de schaduw van het Mevlana Museum te woord te staan. Dat hij gemotiveerd was om van start te gaan in zijn laatste opdracht van het seizoen, begon hij zijn verhaal. “Turkije is een mooi weer-rondje”, lacht onze landgenoot. “Altijd fijn. Ik was hier al drie keer eerder in mijn carrière en ken de meeste ritten wel.”

Bol rijdt in Turkije met nummer 91 rond. Als kopman van het team, met andere woorden. “Die ‘1’ achteraan is eerder een gevolg van de alfabetische volgorde”, grapt hij. “Nee, we hebben een leuk team en het is ons doel om ons af en toe eens te tonen. Al is het in mijn geval afwachten hoe goed ik ben uitgerust na de Vuelta a España. Ik moet toegeven dat die er best heeft ingehakt.”

Drie maanden zonder competitie
Jetse Bol begon aan het seizoen in het shirt van het Colombiaanse ProContinentale Manzana Postobón, maar deze zomer werd plots zijn verhuis naar het Spaanse Burgos-BH aangekondigd. “Ik kon bij Manzana gewoon te weinig koersen”, legt Bol uit. “Dat was een tegenvaller, ja. Vorig jaar viel hun programma nochtans mee. Dat wordt alleen maar beter, dacht ik. Niet dus. De Ronde van Aragon – half mei – was de laatste wedstrijd op Europese bodem van het team. Daarna moest ik een periode van drie maanden zonder competitie overbruggen. Daar word je als renner niet vrolijk van.”

Dus was onze landgenoot maar al te blij dat hij de kans kreeg om naar Burgos-BH te verhuizen. “Dat team zocht een renner die onmiddellijk inzetbaar was én de Vuelta kon rijden. Ik ben nu niet de grootste topper uit het peloton, maar op dat moment een renner vinden die meteen in een grote ronde kan starten, is niet gemakkelijk. Tezelfdertijd waren ze bij Manzana graag bereid om mee te werken. Zij hadden immers voldoende renners om de rest van hun programma mee af te werken. En ik zag die derde grote ronde uit mijn carrière als een nieuwe kans.”

Mondeling akkoord
Bol woont ondertussen vijf jaar in Girona. “En ik heb een Spaanse manager (Jorge Quintana, red.). Die bracht me eerder ook bij Manzana onder, waarna ik heb beslist om ook de Spaanse taal te leren. Dat ik de taal spreek, zal ongetwijfeld ook niet in mijn nadeel geweest zijn om de transfer naar Burgos af te ronden. Ik blijf overigens ook in 2019 deel uitmaken van de ploeg. Het contract moet ik nog tekenen, maar we hebben een mondeling akkoord. Dat komt goed.”

Bol koestert stiekem de hoop op een toekomstige overstap naar de WorldTour. “Dat wil ik best. Maar dat willen er wel meer. En het is in deze tijden al lastig genoeg voor de ‘gewone’ jongens om zich te handhaven in het peloton. Komend jaar verdwijnen door een aantal fusies toch weer wat plekjes. Dan mag ik al blij zijn dat ik nog mág fietsen. Al hoop ik voor volgend seizoen op iets minder versnippering. Niet té veel koersdagen, dat is op zich niet zo erg. Maar langere periodes zonder competitie moeten overbruggen, dat is echt geen cadeau…”