Jonas Vingegaard: van visafslag naar Tour-kopman Jumbo-Visma
Special Met Primož Roglič wilde Jumbo-Visma deze Tour de France revanche nemen op de in extremis gemiste eindzege van 2020. De Nederlandse ploeg zat echter in de hoek waar de klappen vielen. De Sloveense kopman is inmiddels thuis na twee zware valpartijen. Een oud wielergezegde doet echter zijn intrede: de een z’n dood is de ander z’n brood. De vervanger van Tom Dumoulin in deze Ronde van Frankrijk staat op: Jonas Vingegaard. WielerFlits schetst een profiel.
De intussen 24-jarige klimmer uit Denemarken wordt op 10 december 1996 geboren als Jonas Vingegaard Rasmussen. Zijn eerste achternaam spreek je op z’n Deens uit als Vin-ge-go, en niet Vin-ge-gaard, zoals bijna iedere niet-Scandinaviër dat doet.
Zijn wieg staat in Hillerslev, een klein dorpje van 360 inwoners in Noord-Jutland. In zijn eerste jaren als wielrenner maakt hij scoreboardjournalistiektechnisch niet bijster veel indruk. Dat je niet altijd op uitslagen moet afgaan, blijkt uit een interview dat we afgelopen winter deden met Marc Hirschi. “Tadej Pogačar kwam ik al bij de junioren tegen. In mijn jonge jaren kwam ik ook vaak Nils Eekhoff tegen, die nu mijn ploeggenoot is. Dat geldt overigens ook voor Felix Gall. Jonas Vingegaard van Jumbo-Visma was er ook vaak bij tijdens die gevechten.” Als vroege vluchter komt hij in onze eigen database voor het eerst voor in de slotrit van de Ronde van Denemarken van 2016. Vingegaard is dan achttien jaar.
Als eerstejaars belofte komt de jonge Deen uit voor amateurploeg Odder Cykelklub. Veel indruk maakt Vingegaard niet dat seizoen. In 2016 begint hij echter direct met een topresultaat in Erpe-Mere (110 kilometer), gewonnen door Gerry Druyts. Lawrence Naesen werd er tweede. We citeren de winnaar: “We reden vrij snel weg met achttien man. Zo reden we ronden aan een stuk met deze kopgroep met een voorsprong van een minuut en 45 tellen. Op twee ronden van het einde ben ik dan beginnen demarreren. Uiteindelijk kwam ik voorop met Lawrence Naesen en een renner die ik niet kende. In de sprint heb ik dan de koers kunnen winnen.” Vingegaard was de nobele onbekende.
Terug in eigen land blijft de Deen korte resultaten neerzetten in nationale wedstrijden. Als hij op 16 mei 2016 MBC-Hammel wint en daarin ver weg rijdt bij Niklas Eg, Lasse Norman Hansen en Matti Breschel, weet de gerenommeerde Deense opleidingsploeg ColoQuick genoeg: Vingegaard tekende nog diezelfde week een contract. Hij ontdekt bij de zwart-witten dat seizoen twee kwaliteiten waartoe hij op dat moment nog geen enkele weet had: tijdrijden en klimmen. In de Sibiu Tour 2016 eindigt de dan 19-jarige Vingegaard als negende in de klimtijdrit halverwege de ronde. Net achter klinkende namen als Franco Pellizotti en Davide Rebellin, maar net voor ene Egan Arley Bernal.
In het najaar heeft hij bijna zijn eerste profzege binnen. In een bergrit in de Tour of China I eindigt de piepjonge klimmer als tweede achter klassementsleider Raffaello Bonusi. Op die plek strandt Vingegaard ook in het eindklassement. Het bleek een opmaat naar meer. Na een goede winter zette de jongeling zijn ontwikkeling namelijk door. De renner van ColoQuick rijdt een sterke Tour du Loir et Cher, waarin hij tijdens de vierde, heuvelachtige etappe als derde eindigt. Uiteindelijk was dat goed voor een vierde plek in de eindstand en winst in het jongerenklassement. Twee weken later staat de GP Viborg op het programma. Daar moet Vingegaard in een sprint met twee alleen Kasper Asgreen voorlaten.
Gestage ontwikkeling
In mei verzamelt hij daarna topnoteringen in twee Noorse eendagskoersen, net als Viborg ook van het UCI 1.2-niveau. In Sundvolden GP sprint hij met zes om de zege, waarin Vingegaard als vijfde eindigt. Daags nadien eindigt hij als zevende in Ringerike GP. In de Tour des Fjords maakt hij opnieuw indruk. In de heuvelachtige derde etappe kan hij mee met de groep die strijdt voor de dagzege, die dan naar Timo Roosen gaat. Andere namen in die groep: Edvald Boasson Hagen, andermaal Asgreen, Lennard Kämna, Pieter Weening, Carl Frederik Hagen, Lars Boom en Serge Pauwels. Vingegaard werd die dag dertiende, een veelbelovend resultaat.
Het noodlot slaat echter twee dagen later toe. De jonge Deen komt hard ten val en breekt daarbij zijn heup. Vingegaard kan fluiten naar de rest van zijn seizoen, alleen op 24 september rijdt hij nog een nationale koers. Het leidt er voor hem toe dat hij in 2018 als laatstejaars belofte nog één kans krijgt om profploegen te overtuigen. Hij begint het seizoen voortvarend met een negende plek in de pittige beloftenkoers Le Triptyque des Monts et Châteaux, na een goede tijdrit en een vijfde plaats in de laatste heuvelachtige etappe. In de Tour du Loir et Cher wint hij vervolgens weer bijna een rit, maar pakt hij wel het jongerenklassement en eindigt als vijfde in de algemene rangschikking.
Na nieuwe dichte ereplaatsen in Sundvolden, Ringerike en MBC-Hammel, nodigt de Deense bondscoach Anders Lund hem uit voor de Vredeskoers. Daarin maakt Vingegaard indruk. In de slotfase van de eerste etappe glipt hij weg met vier anderen. Samuele Battistella won dat spurtje met vier, de Deen werd derde. Een dag later stond de bekende bergrit in de zware Nation’s Cup U23-koers op het programma, met aankomst aan het stuwmeer van Dlouhé stráně. Marc Hirschi zegeviert die dag voor het gevallen Spaanse talent Xuban Errazkin. Vingegaard komt op veertien tellen als zesde boven, in het gezelschap van Felix Gall, Aurélien Paret-Peintre, Andreas Leknessund, Battistella én… Pogačar.
Die laatste voert op de slotdag een imponerend solonummer op, waardoor de Sloveense topfavoriet alsnog het eindklassement op zijn naam zette. In de heuvelachtige etappe eindigt Vingegaard in de eerste achtereenvolgende groep, goed voor een vijfde plaats in het eindklassement. Een dikke maand later start hij in de loodzware Giro Ciclistico Valle d’Aosta, aan de voet van de Mont Blanc. Vingegaard wint de klimproloog op de eerste dag, maar gaat een dag later in de leiderstrui onderuit. Hij moet opgeven met naar wat later een hersenschudding blijkt te zijn. Zuur voor de jonge Deen, die tot dan toe amper trainde. In het najaar reed hij nog onopvallend de Ronde van de Toekomt en Olympia’s Tour uit.
Overstap naar Jumbo-Visma
Op 1 augustus van dat jaar maakt WielerFlits bekend dat Vingegaard zijn profdebuut maakt bij Jumbo-Visma, tot verrassing van velen. De Deen is dan al binnenstebuiten gekeerd door de Nederlandse ploeg. Na de Ronde van de Aosta-vallei zou de jongeling samen met de Pool Filip Maciejuk mee op trainingskamp naar Oostenrijk, maar zijn hersenschudding strooide daar roet in het eten. De ploegleiding twijfelde echter niet en besloot Vingegaard te contracteren. Ze zagen in de Deen een toekomstig renner voor de heuvelklassiekers in april. Hij kreeg bij Jumbo-Visma alle tijd om te groeien naar zijn beste zelf.
Begin 2019 is Jonas Vingegaard – die dan net nieuw is bij de ploeg – een van de thema’s die we Merijn Zeeman voorleggen. Die zegt dan dit over de jonge Deen: “Grischa Niermann is binnen onze ploeg intensief met scouting bezig. Hij heeft heel veel contact met de Scandinavische teams. Wij zijn door hem reeds getipt over Jonas. We volgen een aantal Deense jongens en we hadden interesse in een andere renner, Mikkel Frøhlich Honoré (die nu voor Deceuninck-Quick-Step rijdt, red.). Zijn Deense ploegleider (van Virtu, red.) tipte ons toen dat er nog een betere Deense belofte was, maar dat die jongen heel lang geblesseerd was geweest. Vandaar dat hij nog niet was opgevallen.
Vervolgens wordt Vingegaard (toen net 22 jaar oud, red.) derde op het KOM’metje van de Col de Rates in Alicante, Spanje. We zijn hem toen gaan volgen en hebben hem naar Nederland gehaald voor een test. We hebben daarna gekeken wat voor persoonlijkheid hij is. Zo kwamen we erachter dat hij tot voor kort nog op de visafslag werkte. Dat betekent iedere morgen om 05.00 uur opstaan, iedere dag werken en daarna nog fietsen. Daar zit ruimte voor verbetering in, maar het zegt ook iets over zijn mentaliteit en over zijn persoonlijkheid.
Het belangrijkste is dat je zijn belasting nog kunt opvoeren om te ontdekken waartoe zijn mogelijkheden leiden. Hij werkte écht een heel goede test af. En dat zien we nu al terug. Maar Jonas is nog heel jong. De komende jaren (gezegd in januari 2019 dus, red.) gaan we nog niet heel veel van hem horen, denk ik. Hij heeft echt tijd nodig. Alleen alle testen die we tot nu toe met hem deden, tonen wel één zaak aan: er ligt een heel grote motor in die jongen. Nu is het voor ons de zaak om hem zo goed mogelijk te begeleiden, zodat hij volledig tot wasdom komt.” En dat lijkt zijn vruchten af te werpen het laatste jaar.
Vervanger van Tom Dumoulin
Al in zijn eerste jaar bij Jumbo-Visma krijgt Vingegaard zijn kansen. Zo slaat hij een dubbelslag op de voorlaatste rit in de Ronde van Polen. Bevangen van de zenuwen komt hij een dag later geen meter vooruit en eindigt hij ‘pas’ als 26stein het eindklassement. Dat zijn vorm goed is, bewijst hij in de Ronde van Denemarken twee weken later. In een biljartvlakke tijdrit van 17 kilometer eindigt hij als zevende, voor mannen als Lasse Norman Hansen, Matthias Brändle, Koen Bouwman en Tiesj Benoot. In de lastigere twee etappes die volgen, eindigt Vingegaard bij de beste vier. Goed voor een tweede plek in het eindklassement. Met een negende plaats in het eindklassement van de Deutschland Tour, besluit hij zijn eerste profjaar met prima cijfers.
In het door corona gemarkeerde seizoen 2020 begint hij met de Ronde van Polen, waar hij nu wel zijn zenuwen kan bedwingen en als achtste in het eindklassement eindigt. Hij maakt ook zijn debuut in de Waalse klassiekers, maar komt er als neoprof nog niet uit de verf. In de Vuelta a España begint hij vervolgens aan zijn eerste grote ronde, in dienst van Roglič. Hij kiest er zijn dagen uit. Op de monsterklim die de Alto d’Angliru heet, laat Vingegaard zien wat hij in zijn mars heeft. Met een duizelingwekkend tempo onderhoudt hij kilometerslang de favorietengroep, nadat Robert Gesink heeft uitgestuurd. De jonge Deen lost de ene na de andere wereldtopper in functie van zijn kopman. Op dat moment komt het besef dat Vingegaard veel meer kan dan alleen schitteren in heuvelachtig terrein.
Dat bewijst de Deense klimmer in 2021 meteen met een ritzege met aankomst bergop in de UAE Tour, waar hij in het slot wegrijdt bij de groep der favorieten. Hij houdt er Pogačar en Adam Yates af. Een maand later gaat hij met Jumbo-Visma Development mee – dat mag door de U23-regel van de UCI –naar de Internationale Wielerweek van Coppi & Bartali. Vingegaard wint er twee ritten met aankomst heuvelop, waarmee hij ook de eindzege veiligstelt. Zijn strafste nummer moet dan nog komen. In de openingstijdrit van de Ronde van het Baskenland eindigt hij als derde. Door goede optreden in de bergetappes daarna, kan Jumbo-Visma hem in een tactisch spel uitspelen. Op die wijze weten ze Pogačar te kraken en pakt Roglič de eindzege; Vingegaard eindigt daarnaast als tweede in het eindklassement
Bij Jumbo-Visma weten ze daarna genoeg. De vacante plek in de selectie voor de Tour de France die was ontstaan door de pauze die Tom Dumoulin ingelast had, moesten ze nog opvullen. De Nederlandse ploeg had ook kunnen kiezen voor de Nederlandse klimmers Sam Oomen of Antwan Tolhoek, maar mede op voorspraak van de Sloveens kopman kiest Jumbo-Visma voor Vingegaard. Na een sterke tijdrit – dat liegt nooit – in het Critérium du Dauphiné en een tweede plek in de slotrit met aankomst op Les Gets, liet de Deen zien klaar te zijn voor de Tour. Daarin ging hij in de in de eerste twee etappes goed mee, om daarna met zijn hoogvorm een derde plek te verzilveren in de individuele tijdrit. Na het wegvallen van zijn kopman, klom de jongeling in de Alpen op naar de vierde plaats in het klassement.
Bij Jumbo-Visma hameren ze erop dat het nog altijd maar Vingegaards eerste Tour de France is. Daar was echter niets van te zien in de rit van afgelopen woensdag, met twee keer de gevreesde Mont Ventoux op het programma. Op de Reus van de Provence bracht de jonge Deen geletruidrager Pogačar voor het eerst in de verlegenheid. De jonge Sloveen kon het tempo van de wittetruidrager niet aan en vertoonde voorzichtige kraakjes in zijn bastion. Het biedt hoop voor de Nederlandse ploeg. Wellicht niet meer voor deze Tour, want Pogačar heeft nog altijd een geruststellende voorsprong van meer dan vijf minuten op de nummer twee. Maar met de Pyreneeën in het verschiet, zullen ze met het oog op de toekomst met de jongeling proberen om nog een zwakke plek bloot te leggen bij de Sloveen.
Een podiumplaats in Parijs lonkt voor de Jumbo-Visma-renner, al blijft dit een ontdekkingstocht. Maar het mag intussen voor heel de wereld duidelijk zijn: voorheen maakte hij vis schoon op de Deense afslag, maar in de komende jaren fileert Jonas Vingegaard zijn concurrenten op het allerhoogste wielerpodium.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.