Jordi Meeus krijgt bij BORA-hansgrohe sprintkansen in de Vuelta: “Niets moet, alles kan”
Interview De komende Vuelta a España wordt een speciale koers voor Limburger Jordi Meeus (23). Voor het eerst dit seizoen mag de sprinter van BORA-hansgrohe op WorldTour-niveau voor eigen kansen rijden. Er zijn slechtere wedstrijden om je debuut als kopman op het hoogste niveau te maken. “Maar druk voel ik niet”, aldus de ritwinnaar in de Ronde van Hongarije.
2021 is een overgangsjaar, zo vertrouwt Jordi Meeus ons eind april toe. In de schaduw van sterren als Pascal Ackermann en Peter Sagan mag hij zich voorlopig alleen in de ProSeries in het sprintgeweld mengen. Maar terwijl moet er ook gewerkt worden aan een grotere motor. Daarom staan zware klimkoersen als de Ronde van Catalonië, Ronde van Zwitserland en Romandië op zijn programma. Niet meteen wedstrijden waar je een sprinter als Meeus zou verwachten.
“Achteraf gezien een geweldige keuze van de ploeg”, vertelt Meeus aan WielerFlits. “Ik merk dat ik tijdens het seizoen grote stappen heb gezet, als ik me vergelijk met de Jordi Meeus die ik aan het begin van het jaar was. Als je mij toen rittenkoersen als Burgos liet rijden – en dan vooral van die ‘Spaans vlakke’ ritten voor sprinters met 1.500 tot 2.000 hoogtemeters, dan kwam ik er niet aan te pas. Nu is mijn motor duidelijk groter geworden, waardoor zulke ritten redelijk vlak aanvoelen.”
Toch bleef je afgelopen week steken op een vierde en vijfde plek in Burgos. Hoe kijk jij naar die uitslagen?
“In Burgos heb ik gevoeld dat de vorm daar is, dat de benen goed zijn. Met de uitslagen zelf kan ik niet supertevreden zijn, maar in een sprint op het scherpst van de snee moet alles meezitten. Daar mag je geen foutjes maken.”
Wat voor foutjes?
“Op zich geen hele grote dingen, eerder details die met mijn timing te maken hebben. Een beetje te vroeg in de wind komen, waardoor je uw inspanning niet kunt volhouden tot aan de streep. Of juist te lang wachten, waardoor je ingesloten geraakt. Soms zit het mee, soms niet, hé. En al helemaal in een hoge snelheidssprint, waar je die keuzes in een fractie van een seconde moet maken. Intern is dat nog verder geanalyseerd, maar ik denk niet dat we daar conclusies uit moeten trekken.”
Hoe hoog leg je de lat nu voor de Vuelta?
“Het is mijn eerste grote ronde, dus wordt het een beetje afwachten hoe ik me ga voelen na de eerste week. Maar goed, ik denk dat ik ambitieus mag zijn en in de sprintritten op een top-5 mag mikken. Het doel is sowieso om zo dicht mogelijk te eindigen in de vlakke etappes. Al hebben we ook nog een Martin Laas, ook een goede renner. Ik denk dat we allebei onze kansen gaan krijgen.”
Hoor je als sprinter niet te mikken op ritwinst?
“In een perfect scenario denk ik dat het kan, ja. Als alles eens meezit, waarom niet? Maar ik kan dat niveau nog niet goed inschatten. Tegen veel van die jongens heb ik ook nog nooit gesprint.”
Het worden je eerste sprints op WorldTour-niveau. Zorgt dat voor extra spanning?
“Dat niet. Ik kijk er vooral extra naar uit. Of ik nu in de Vuelta of in Burgos sprint, veel verschil maakt dat niet voor mij. Akkoord, misschien is de concurrentie wel steviger, maar dat mag geen rol spelen. Als sprinter hoor je alleen naar jezelf te kijken.”
“Het was vooral een aangename verrassing van de ploeg uit. Twee weken voor het BK kreeg ik te horen dat de Vuelta op het programma stond, maar ik had toen nog geen idee wie er verder nog zou meegaan. Voor hetzelfde geld selecteren ze Ackermann nog, of Sagan. Maar tijdens de Tour kreeg ik te horen dat ik zelf kansen zou krijgen, wat het alleen maar mooier maakt.”
Een teken dat jouw labeur binnen de ploeg geapprecieerd wordt?
“Ik denk dat appreciatie het juiste woord is. Want ik heb al het hele seizoen het gevoel dat niets moet en dat ik op mijn gemak mag werken aan mijn toekomst als renner. Dat ik de tijd krijg om sterker te worden. Het is ook waarom ik initieel voor hen had gekozen: ze hadden een concreet plan met mij, zonder te focussen op uitslagen in het eerste jaar. Dat werpt nu zijn vruchten af.”
Jij rijdt momenteel dus rond zonder enige druk?
“Ik heb nooit het gevoel gehad dat er iets moét, ja. Ik had zelf het doel gesteld om één koers te winnen, wat in Hongarije ook gelukt is. Maar was dat niet zo geweest, dan maakt niemand daar een punt van. In de Vuelta juist hetzelfde. Of ik nu een rit win of ik eindig in elke sprintersrit als vijftiende: dat verandert niets. Wat telt is dat ik de Vuelta uitrijd om een betere renner te worden.”
Ze hebben jou ook niet voor niets nu al twee jaar laten verlengen. Het is duidelijk een lange termijnplan…
“Inderdaad. Ze zijn heel tevreden over mijn aanpassing aan het WorldTour-niveau en blijven ambitieus. Er is nu al gezegd dat ik veel kansen ga krijgen de komende jaren. En dat zint mij ook volledig. Ik heb geen seconde moeten twijfelen om op hun nieuwe voorstel in te gaan.”
Ben je dan ook de toekomstige nummer 1-sprinter van BORA-hansgrohe?
“Dat zal de tijd moeten uitwijzen. Sam Bennett komt terug, met een contract voor twee jaar. Dus in principe is hij de komende twee jaar de eerste sprinter. Het plan is dat ik dan de tweede viool speel, maar ook in dat tweede programma liggen mooie kansen. Op dat niveau wil ik stapjes blijven zetten, te beginnen met de komende Vuelta.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.