Materiaalzone 
Fietstoerisme 
Jordi Meeus vreest Belgische weelde op EK niet: “We maken vaak grapjes in de gruppetto”
Interview Maar liefst vier snelle mannen meenemen naar het Europees kampioenschap in eigen land: het is een beslissing die Belgisch bondscoach Sven Vanthourenhout op behoorlijk wat kritiek kwam te staan. Intussen is de onfortuinlijke Wout van Aert uit de selectie weggevallen, waardoor de nadruk van de Belgische selectie nog meer op sprinters Jasper Philipsen, Tim Merlier én Jordi Meeus komt te liggen. Hoe kijkt de renner van BORA-hansgrohe naar de situatie op zijn eerste grote kampioenschap en hoe heeft de Limburger zijn seizoen zonder grote ronde beleefd?
De verwachting was dat Vanthourenhout in Limburg zou kiezen voor één duidelijke sprinter, maar voor Meeus kwam zijn selectie niet uit het niets. “Ik was al een paar weken geleden ingelicht door Sven. Echt een verrassing was het niet, ik had al redelijk vroeg contact met Sven. Ook had ik toen al aangegeven dat ik graag zou gaan. Het was sowieso fijn om het telefoontje te ontvangen, maar er zijn ook nog veel andere potentiële kopmannen bij. Maar het feit dat ik er al bij ben, maakt me heel blij.”
Blijft de vraag over hoe al die persoonlijkheden, ambities en leiders in één selectie te verenigen zijn, en wat de rolverdeling dan moet worden. “Er is eerlijk gezegd nog niet super specifiek over gesproken. Maar ik denk niet dat het een geheim is dat Jasper en Tim allebei nog iets boven mij staan. Ik denk niet dat het alles op mij zal zijn, dat zou een beetje naïef zijn om dat te denken.”
Is er dan geen risico dat de drie elkaar in de weg gaan rijden? Op papier hebben Philipsen (met Jonas Rickaert) en Merlier (met Bert Van Lerberghe) ook allebei hun persoonlijke lead-out meegekregen in de Belgische selectie. “Ik moet zeggen dat de sprintritten natuurlijk een redelijk – hoe moet ik het zeggen – vijandelijke omgeving zijn. Maar eigenlijk komen wij allemaal goed overeen. Met Jasper train ik zelfs dagelijks. Hem ken ik dus heel goed.”
“Met Tim, Bert en Jonas heb ik al heel veel samen gekoerst, ook in de grotere wedstrijden als de Ronde van Zwitserland waar zware klimritten in zitten, en dan zitten we vaak samen in de grupetto. Dan wordt er veel gebabbeld. Het zijn die typische ritten waar voor de sprinters helemaal niets te rapen valt, en op deze momenten voelt het dan ook niet aan alsof je met concurrenten op pad bent. Dan gaat het er gewoon redelijk gemoedelijk aan toe en worden er best veel grapjes gemaakt eigenlijk. Dat komt wel goed.”
Meeus was er een aantal keer dichtbij – foto: Cor Vos
Alleen moet het dan wel een sprint worden. Ook dat lijkt geen evidentie met al die sprinters en lead-outs in de selectie. “Dat klopt wel, het wordt niet simpel om alles samen te houden. Anderzijds zijn we ook niet het enige land dat een sprint wil. We hebben normaal gezien ook bepaalde renners bij om – mocht de koers in de heuvelzone openbreken – mee te schuiven. Met Wout hadden we zelfs een kandidaat-winnaar in dat scenario gehad. Op zich zijn er veel scenario’s mogelijk waarin we kunnen scoren.”
Seizoensevaluatie
Een jaar geleden maakte de 26-jarige Meeus nog furore met een prestigieuze ritoverwinning in de Tour de France op de Champs-Elysées. Dit jaar kwam hij niet met zo’n uitschieter op de proppen, maar moeten we dan ook spreken van een minder seizoen? “Dit jaar was sowieso mijn hoofddoel om een goed voorjaar te rijden. Dat is goed gelukt met een derde plaats in Gent-Wevelgem en een achtste plek in Parijs-Roubaix. Zeker omdat ik eind januari nog een covid-besmetting kreeg, was het bidden dat ik op tijd klaar zou geraken.”
“Daarna heb ik nog gewonnen in Noorwegen en de Tour de Wallonie. Het had qua overwinningen meer kunnen zijn, qua gevoel in de finales heb ik wel een behoorlijke stap gezet na vorig jaar. Het viel soms net niet genoeg in zijn plooi of ik kwam net dat extra procentje te kort om op bepaalde momenten met de overwinning aan te knopen. Ik onthoud zelf vooral dat ik sterker ben geworden, dat ik er vaak dichtbij ben geweest en dat is alleen maar positief. En het najaar is nog niet voorbij. In de week na het EK wil ik scoren in het Belgische drieluik en ook Binche-Chimay-Binche en de Münsterland Giro wachten nog.”
Ralph Denk en het management van Red Bull-BORA-hansgrohe moeten er ook zo over gedacht hebben, want Meeus kreeg intussen een contractverlenging tot en met 2026. “In mijn beide hoofddoelen van het voorjaar ben ik op de afspraak geweest. Dat betekent dat de ploeg op mij kan bouwen en daarom mag ik volgens mij ook langer blijven. Ik ben sowieso meer kopman in het voorjaar, we hebben ook nog wat versterkingen voor de klassieke kern, maar geen enkel sprinterstype zoals ik. Dat bewijst wel dat ze in die vlakkere klassiekers op mij vertrouwen. Het is de bedoeling om daar volgend jaar opnieuw een leider te zijn.”
Zien we Meeus – na een jaartje onderbreking – dan ook terug in een grote ronde? “Ik heb dat niet per sé zo gemist, want het was mijn eigen keuze om niet naar de Vuelta te gaan. Ik had afgesproken om die ronde te doen, alleen bleek het parcours niet het beste voor sprinters. Ik zou meer kansen hebben in Polen en Duitsland, waarna we onderling de knoop doorhakten. Ik had dus een grote ronde kunnen doen en daarom heb ik er geen moeite mee dat ik er geen deed. Dat gebeurde twee jaar geleden ook en toen had ik wél nog het gevoel dat ik dat nodig had. Eigenlijk kijk ik daar nu helemaal anders naar.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.