Joris Nieuwenhuis weet waarom hij nog geen constante in de top-3 van het veldrijden is
Video Wat een geweldige opsteker was de tweede plaats in Niel voor Joris Nieuwenhuis. Bovendien eentje waar hij zelf niet op had gerekend, zo gaf hij toe voor de camera van WielerFlits.
Op de ochtend van de Jaarmarktcross in Niel vonden we het hoog tijd voor een gesprekje met Joris Nieuwenhuis. Terwijl Thibau Nys, Lars van der Haar en Pim Ronhaar de afgelopen weken Baloise Trek Lions volop op de veldritkaart plaatsten, leek de Nederlander wat achterop te hinken. Niet dat het er dramatisch aan toe ging, maar hij bleef wel onder de verwachtingen. “Ik ben nog niet echt tevreden over mijn seizoen, als ik heel eerlijk ben”, bevestigde hij ons toen, niet wetende wat er later op de dag zou gebeuren.
“Je had niet verwacht om mij hier weer te zien, zeker?”, lachte Nieuwenhuis toen we hem na afloop van de cross in Niel weer opzochten in het perstentje aan de aankomst. “Ikzelf ook niet hoor.” Vanaf de eerste ronde zagen we een ontspannen Joris Nieuwenhuis rondrijden. De regen, modder en het glibberige parcours kregen op veel van zijn collega’s vat, maar Nieuwenhuis leek juist met de grootste focus van allemaal rond te rijden. Alleen Iserbyt kon zijn wagonnetje aanhaken, hij hield Nieuwenhuis van zijn eerste zege ooit in een Belgische cross.
Explosiviteit
“Gisteren belde ik nog met mijn trainer Paul Van den Bosch. We hadden deze week best hard getraind. Niet met het oog op dit weekend, maar juist met de komende weken in het achterhoofd. Ik had dus niet verwacht dat het vandaag heel goed zou zijn. Maar mijn rug hield goed stand en plots viel alles op z’n plek. Ik kon de hele cross lang ontspannen rondrijden. Nergens zat ik op mijn limiet en ik maakte weinig fouten. Pas in de laatste ronde ging het moeizaam. Ik ben blij met mijn tweede plek, maar ik herhaal, ik ben zeker nog niet op mijn best.”
Daar heeft Nieuwenhuis een goede verklaring voor. “Ik heb de pech gehad dat ik vlak voor het seizoen echt heel ziek ben geworden, net op het moment dat ik een heel hoog niveau haalde. Door die ziekte en het slecht verteren van de jetlag, draaide het gewoon niet lekker en dat blijft me nu wat achtervolgen. Ik merk dat ik nog een trainingsachterstand heb, die ik nu niet kan inhalen omdat ik bijna elk weekend dubbel rijd. Het weekend van Dublin ga ik overslaan. Dan wil ik goed trainen, om daarna weer op mijn oude niveau te komen. Er kunnen nog veel procenten bij.”
Het zijn die procenten die Nieuwenhuis in de toekomst misschien nét wel doen winnen. “Ik ben me bewust van mijn verbeterpunten. Ik heb een grote motor en kan heel goed één tempo rijden. Daarmee kon ik Eli wel wat onder druk zetten, maar ik heb ook heel hard op mijn versnelling en explosiviteit gewerkt.”
“Het komt er nog niet helemaal uit nu, maar dat is wel een heel belangrijk onderdeel van het crossen. Iemand als Lars van der Haar kan in één ruk een gat van tien seconden dichtrijden naar het groepje voor zich. Het is de bedoeling dat ik dat in de toekomst ook in me heb, pas dan is het mogelijk om de stap richting de top 3 van het veldrijden te zetten. Nu kom ik vooral in crossen als Namen en Zolder tot mijn recht.”
Zoektocht in de cross
Voor Nieuwenhuis is het nog altijd zoeken naar zijn plek in het crosspeloton. De Nederlander van Baloise Trek Lions maakte pas vorig jaar weer zijn opwachting als fulltime crosser, nadat hij jarenlang een carrière op de weg had nagestreefd. “Het was zoeken wat ik wilde in mijn carrière. Voor mij was het duidelijk dat ik geen plezier meer had in wielrennen op de weg. Er waren meerdere factoren die daaraan bijdroegen, niet één heel duidelijke reden. Maar vanaf ik weer begon te crossen, viel de puzzel voor mij terug juist. Je kan je leven op een heel andere manier indelen.”
“Kijk, ik kom hier vandaag in Niel crossen. Zondag doe ik Dendermonde, en daarna ben ik weer een hele week thuis. Ik moet niet meer maanden in Spanje zitten. En ook de zomer pak ik nu anders aan. Ik vond het moeilijk om in de zomer én de winter heel de tijd gefocust te moeten zijn. Nu kan ik me vol op het crossen focussen, en kan het in de zomer ietsje minder. Dat vind ik prettiger.”
Toch heeft de Nederlander, die vier jaar in de WorldTour bij Team DSM actief was, geen spijt van zijn carrièrepad. “Voor mij voelt het allemaal heel natuurlijk hoe het is gegaan. Ik heb hele mooie koersen mogen rijden. De Tour de France is het beste voorbeeld, maar eigenlijk heb ik alle grote koersen behalve de Giro en de Ronde van Lombardije gedaan. Ik ben heel trots dat ik dat allemaal heb mogen meemaken, maar ik heb niet het idee dat ik dat leventje mis.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.