José De Cauwer houdt adem in voor Openingsweekend: “Je kunt niet zeggen dat wielrennen geen gevaarlijke sport is”
Foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
zaterdag 1 maart 2025 om 08:05

José De Cauwer houdt adem in voor Openingsweekend: “Je kunt niet zeggen dat wielrennen geen gevaarlijke sport is”

Interview Wordt dit het voorjaar van Belgische hoop Wout van Aert? Hoe moeten alle andere ploegen de Grote Drie in de klassiekers gaan bekampen? En krijgen we eindelijk minder valpartijen die de wedstrijden zo ontsieren? Voldoende prangende vragen, aan de vooravond van het Vlaamse openingsweekend. Wij legden ze voor aan José De Cauwer, de 75-jarige Sporza-analist die het wielrennen kan lezen zoals niemand anders.

Wat wij ons herinneren van wielerjaar 2024 is een voorjaar dat ontsierd werd door talloze, zware valpartijen. Niet in het minst die bijzonder pijnlijke van Wout van Aert in Dwars door Vlaanderen. Een jaar later maakt de wielerwereld zich op voor een nieuw voorjaar, maar de pijnpunten lijken dezelfde als toen. “Je kunt wel vitten op de UCI, maar wat moeten zij dan doen?”, zegt De Cauwer. “Voor mij is hun belangrijkste taak om stakeholders samen te brengen. Van organisatoren tot fietsenconstructeurs, renners en ploegen.”

Uit een rapport van SafeR blijkt dat in 35% van de gevallen de oorzaak van valpartijen de renners zelf zijn.
“Dat verbaast me niet. Ik kijk veel koers en dan zie je bepaalde dingen gebeuren, die echt niet veilig zijn. In de eerste plaats kijk ik naar de fietscomputers. Iedere renner rijdt op GPS, kijkt constant naar zijn vermogen en dat zorgt voor afleiding. Dan is het achterwiel van je voorganger snel aangeraakt, zeker aan hoge snelheid. Nog iets: die smalle stuurtjes zoals datgene waar Victor Campenaerts mee rijdt, dat mogen geen 200 renners in het peloton doen. Dat soort zaken, daar moet je komaf mee maken. Mensen beweren dat ik tegen nieuwe ontwikkelingen en technologie ben, maar dat is niet zo. Dit soort dingen maken de koers niet veiliger.”

Heb je het gevoel dat de renners mee zijn in dat verhaal?
“Nee. Renners zoeken altijd naar manieren om sneller te rijden. Men wil altijd maar meer naar voren zitten op de fiets, en daar wordt door fietsenconstructeurs creatief mee omgesprongen, maar het gevolg is dat je bij de minste aanrijding al over je stuur naar voren vliegt. Ik hoorde dat Mads Pedersen zich ook uitsprak tegen het rijden met kleinere versnellingen. 54-11, dat is toch meer dan genoeg? Oké, Pedersen vindt van niet, maar wat moeten we dan wel doen? We moeten daar met z’n allen goed over nadenken, maar veel ideeën zorgen toch voor weerstand.”

Het bewuste stuur van Victor Campenaerts – foto: Cor Vos

“Kijk, al die mogelijke maatregelen gelden voor iedereen in het peloton. Dan maakt het toch niets uit, als je daardoor minder snel gaat rijden? Kijk naar het voorstel van die kleinere versnellingen of het weghalen van de fietscomputers. Zou dat valpartijen kunnen voorkomen? Dat kun je nu niet met zekerheid zeggen, maar slechter zal het zeker niet zijn. Dan moet je dat dus doen. Het fietsen gaat dan misschien terug naar de basis, maar daar zie ik geen probleem in.”

Ook tijdens je wielercommentaar merken we vaak op dat die valpartijen je frustreren.
“Ik probeer dat op een nuchtere manier te verkopen. Als je het wielrennen wilt blijven promoten, dan moet je het wel veilig kunnen houden. Welke ouder wil nu dat zijn kind een sport gaat beoefenen waar ze continu tegen de grond gaat en waar je zware valpartijen ziet? Dan ga je als ouder toch zeggen: doe maar iets anders. Je kunt niet zeggen dat wielrennen geen gevaarlijke sport is geworden. Ik blijf me hard maken en iedereen oproepen om daar hardop over te blijven nadenken, want wat er nu gaande is, vind ik frappant.”

Iets anders: de topfavoriet voor de Omloop Het Nieuwsblad is Wout van Aert. Wat verwacht je van zijn voorjaar?
“Ik vind het straf waar hij nu staat. In de cross zag je dat zijn progressie soms geminimaliseerd werd vanuit de ploeg, en dat we vooral niet te veel van hem moeten verwachten. Maar je weet ook dat een renner van zijn kaliber niet naar de koers komt om te proberen, hij wil winnen. Ploegen zeggen vaak wat ze willen zeggen, en daar moet je niet altijd zo veel waarde aan hechten.”

“Van Aert kan voor dit voorjaar wel zeggen ‘ik moet just niks’, maar natuurlijk maakt hem dat wél iets uit. Dat is ook logisch en heel normaal. Het zou toch heel raar zijn als Wout zijn carrière moet afsluiten zonder de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Dat kan ik mij bijna iets voorstellen.”

Is dit voor hem dan hét jaar om te oogsten?
“Natuurlijk is het tijd. Maar als het nu niet is, dan is het volgend jaar. Hij moet blijven werken. Ik heb een kennis van mij die altijd begon te lachen met Greg Van Avermaet en zei: hij is weeral vierde in de Ronde. Maar je moet maar eens vierde proberen worden. Dat is niet zo simpel, zelfs niet voor Wout van Aert. Waarom zijn wij allemaal pas tevreden als hij wint? Begin er maar aan als Pogacar meedoet.”

De seizoensstart van Wout van Aert was veelbelovend – foto: Cor Vos

Gaat Pogacar het beeld van de klassiekers opnieuw veranderen?
“Het feit dat hij meerijdt, maakt het voor een pak renners toch anders. Maar is het voor Wout beter dat Pogacar meerijdt? Of voor Mathieu van der Poel. Voor wie is dat beter? Als je hem een paar jaar geleden zag wegrijden op de Oude Kwaremont, kan je alleen zeggen: oei, wat voor niveau is dat? De anderen kunnen alleen maar hopen dat hij niet op datzelfde niveau aan de start komt dit jaar. En dat weten we nu nog niet.”

Maar dat geldt toch ook voor Mathieu van der Poel?
“Exact. In zo’n voorbereiding kan er nog veel gebeuren qua valpartijen, ziekte, of zelfs kleine details. Vorig jaar was hij superieur in de klassiekers, maar je kunt geen ‘copy paste’ van die voorbereiding doen. Anders kregen we ieder jaar dezelfde winnaars in de topkoersen.”

Is dat ook geen evolutie waar we rekening moeten mee houden, dat we juist steeds meer dezelfde winnaars zien? Je kan je haast niet voorstellen dat een andere renner dan de drie die we nu noemen de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix wint.
“Dat wordt een probleem, hé. Maar dat ligt vooral aan hun ploegen. Kijk maar eens naar wat er bij UAE Emirates of Visma | Lease a Bike zit. Begin er maar aan, hé. Budgettair kennen zij hun gelijken niet, en als je met de beste ingrediënten kunt koken, dan heb je ook het beste product. Vroeger konden mannen als Nick Nuyens en Johan Vansummeren nog monumenten winnen, maar de kopmannen van andere ploegen maken ze nu knecht in de ploeg van de toppers. Roger De Vlaeminck zegt altijd: ik zou dat nooit doen. Maar dat gebeurt nu toch, en dan wordt het moeilijk om die grote jongens het nog lastig te maken.”

Wat moeten de andere ploegen genre Soudal Quick-Step dan doen?
“Creatief zijn! Ik vind dat de ploegen en de renners anders moeten gaan nadenken over wielrennen. Stel je rijdt vooruit met een van die toppers, dan moet je gewoon niet meerijden. Ze rijden er gewoon mee naar de slachtbank. Oké, die mannen rijden je er waarschijnlijk toch af, maar dan heb je op z’n minst een poging gedaan. De zwakken zouden zich meer moeten verdedigen en samenspannen. Dat was vroeger toch meer het geval, heb ik het gevoel. Maar nu denken ploegleiders al snel: oké, dan zijn we toch tweede.”

Een must have voor alle wielerfans! Met de Black Friday deal van RIDE Magazine haal je het ideale cadeautje voor de feestdagen in huis. Voor slechts € 13,95 ontvang je de najaars- en de winter-editie in jouw brievenbus. Dat betekent meer dan 300 pagina’s aan schitterende wielerverhalen. Wacht niet te lang, want OP=OP. Bestel nu jouw magazines en verzeker je van uren leesplezier.
RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.