Julian Alaphilippe: “Ik ga mij niet elk jaar op dit drieluik blijven toeleggen”
Julian Alaphilippe is de komende week een van de grote kanshebbers in het drieluik Amstel Gold Race, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik. Maar de talentvolle Fransman sluit niet uit dat hij zich in de toekomst ook op het Vlaamse werk zal richten, zo vertelt hij aan onder andere WielerFlits. “Ik ben niet van plan om ieder jaar weer naar de Amstel Gold Race, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik toe te werken. Dat zou ook maar saai zijn, hé. Ook de Ronde moet mij liggen.”
Alaphilippe stond vrijdagavond de pers te woord in Hostellerie La Butte aux Bois. De Franse springveer mag met vertrouwen uitkijken na zijn succesvolle Ronde van het Baskenland, al zakte hij daar naar het einde toe door het ijs. “Je mag niet vergeten dat ik er al een zwaar seizoen heb opzitten. Ik ben vroeg begonnen in Colombia, waar ik ook direct heb gewonnen en een goed gevoel in de benen had. Maar ik voel me nog altijd goed, zeker na die zeges heb ik een boost gekregen richting klassiekers. Ik ben blij om, na een jaar onderbreking, eindelijk terug te kunnen keren naar de koersen die me zo goed liggen.”
Liefde voor de Gold Race
In de Amstel Gold Race eindigde Alaphilippe al een keer zesde en een keer zevende. Is dat, gezien het meer tactische aspect, de klassieker die hem het minste ligt van de drie? “Niet per se”, legt hij uit. “In alle koersen is tactiek en een sterke ploeg belangrijk. In de Amstel iets meer dan op een aankomst als de Waalse Pijl, dat is waar. Maar het moeilijkste aan de Amstel Gold Race vind ik het nerveuze gedoe. Valpartijen ontwijken, vooraan postvatten, en vooral veel energie sparen om op het juiste moment toe te slaan. Ik heb nog niet gekoerst op het nieuwe parcours, dus dat wordt nog meer een uitdaging.”
Maar de Fransman houdt wel van de Amstel Gold Race. “Ik hou vooral van deze regio en het typische parcours van de Amstel Gold Race. Het vergt enorm veel concentratie om alle valstrikken te vermijden. Links, rechts, op, af, en nog eens. Dat maakt het psychologisch een zware koers en dat vind ik wel leuk. Het is een heel grote uitdaging om na 250 kilometer nog steeds over die concentratie te beschikken en dat zal volgens mij zelfs het verschil maken. Zeker omdat we naar het einde toe nog meer over de kleinere weggetjes rijden. Als er daar een beetje wind staat, zal het met veel renners snel gedaan zijn.”
Toekomst in de Ronde?
Het is nu het vierde jaar op rij dat Alaphilippe zich toespitst op de Ardennenklassiekers. Wordt het voor hem dan stilaan tijd om te oogsten? “Heel graag”, lacht Alaphilippe. “Als je in een koers als de Amstel Gold Race top-10 kan rijden en in de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik tweede kan worden, dan kan je ook winnen. Het maakt mij niet waar en hoe, zolang ik maar van die ereplaatsen af ben. Ik moet wel zeggen dat Luik-Bastenaken-Luik voor mij nog een beetje boven die twee andere koersen staat door de historie van de klassieker. Ik was daar bij mijn eerste deelname ook direct tweede, dat vergeet je niet.”
Dat wil niet zeggen dat Alaphilippe zich heel zijn carrière op dit drieluik zal blijven toespitsen. Ook de Vlaamse koersen spreken hem aan. “Toch vooral de Ronde van Vlaanderen dan. Voor Parijs-Roubaix ben ik wellicht een beetje te licht. De Ronde zou mij moeten liggen, al heb ik nog niet zo veel ervaring op de kasseien. Nu mik ik nog vol op de Ardennen en de komende seizoenen waarschijnlijk ook, maar in de toekomst wil ik mij zeker eens toeleggen op de Ronde. Ik ben niet van plan om ieder jaar weer naar de Amstel Gold Race, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik toe te werken. Dat zou ook maar saai zijn, hé.”
Ach, in zijn nadagen nog eens de kasseien doen a la Gilbert, waarom niet?