Jumbo-Visma trots hoe ze overeind blijven ondanks zware tegenslagen
Analyse Op de D130, net voorbij Hornaing, zocht Primoz Roglic een plastic stoeltje in het publiek op. Als voormalig skispringer weet hij wat het is om de schouder uit zijn kom te hebben. En hij weet inmiddels ook dat hij hem zelf goed kan terugzetten wanneer hij zit. Terwijl de seconden wegtikten en de wedstrijd voor zijn ogen passeerde was de Sloveen bezig om zijn schouder te herstellen. Al zal hij op dat moment ook flash-backs naar de Tour de France van vorig jaar hebben gehad waar hij ook al zijn kansen in een Tour de France-zege door een valpartij in de eerste week in rook zag opgaan.
Bij de finishlijn voor de voormalige kolenmijnen in Arenberg zag hij dat de schade in de kasseienrit op zijn grote concurrent en landgenoot Tadej Pogacar tot liefst 2’08 was opgelopen. Normaal betekent dit dat de Sloveen kansloos is om de strijd voor de Tour de France-zege nog aan te gaan. Zeker ook nog met de fysieke schade die hij door de val heeft opgelopen.
“Behoorlijke schaafwonden, dikke bulten op de rug en de schouder op de kom gehad. Daar word je met het oog op de rest van deze Tour ook niet beter van”, concludeerde ploegleider Arthur van Dongen terecht.
De bus van Jumbo-Visma stond als eerste geparkeerd om de bocht bij de finish. Zo ongeveer in de tuin van het huis dat de naam ‘A la Trouee d’Arenberg’ op de voorgevel heeft staan. De plek waar het licht in het donkere bos van Arenberg moet komen. Dat licht zag de Nederlandse ploeg op de kasseiwegen geen moment.
Waar er eigenlijk alleen maar plannen waren gesmeed om op de middeleeuwse paden van ‘Le Nord’ aan te vallen, daar moesten al op een kleine honderd kilometer alle noodscenario’s uit de kast worden gehaald. De valpartij van Wout van Aert op mooi asfalt luidde de rampspoed in die zich in deze ‘Hel van het Noorden’ meester maakte van de Nederlandse ploeg.
Getekend door de strijd en met modder en stof nog op hun gelaat zagen de renners er niet uit als mijnwerkers, maar meer als soldaten die van het strijdtoneel terugkeerden. Als een ‘Band of Brothers’ vocht het team gezamenlijk om de schade zo klein mogelijk te houden.
Chaos
“We hadden grote plannen vandaag, maar na mijn val heb ik continue in de chaos gezeten. Ik had geen moment meer het gevoel dat ik de gele trui kon verdedigen. Het enige wat door mijn hoofd spookte was zo hard mogelijk op kop van de achtervolgende groep met Jonas Vingegaard rijden om de schade zo veel mogelijk te beperken”, vertelde Van Aert die wonder boven wonder het ‘maillot jaune’ om zijn schouders behield.
Vingegaard stond als jonge renner bekend als iemand die nog wel eens verstijfde van de stress. Zo goed als de Deen zijn zenuwen het laatste jaar onder controle heeft, zo slecht hield hij het hoofd bij de wedstrijd toen zijn ketting op 37 kilometer van de streep vast liep. Hij sprong direct op de fiets van Nathan van Hooydonck om pas eenmaal zittend op het zadel erachter te komen dat deze fiets enkele maatjes te groot voor hem is. Toen hij ietwat verder wilde overstappen op de fiets van Steven Kruijswijk was de volgwagen van het team met zijn reservefiets er ook al, waardoor hij van fiets naar fiets ‘tippelde’ op zijn raceschoentjes.
In de eerste groep wist Primoz Roglic zich op dat moment nog goed te handhaven totdat het noodlot hem ook tartte. Een strobaal om een afzetting te beschermen werd door een neutrale motor geraakt. Stefan Küng kon deze nog net ontwijken, maar hierdoor kwam de strobaal nog verder op de weg en was Roglic een van de slachtoffers die er later over viel. “De medische staf zal daar nog goed naar kijken, maar het lijkt niet zo erg dat hij niet door kan”, gaf Van Dongen aan.
Hoe de ploeg vervolgens terugviel in haar taken en veerkracht toonde, maakte indruk. Wout van Aert en Christophe Laporte waren degenen die Vingegaard op sleeptouw moesten nemen, terwijl Tiesj Benoot en Nathan van Hooydonck zich om Primoz Roglic bekommerden.
“Eigenlijk kunnen we alleen trots zijn hoe de ploeg zich heeft gehandhaafd”, concludeerde Van Dongen dan ook terecht.
Als je alle tegenslagen bij elkaar optelt, dan is het eigenlijk ongelooflijk dat Vingegaard slechts dertien seconden op Pogacar verspeelt. In het klassement staat hij nu op 21 tellen en is daarmee nog altijd de eerste uitdager van de tweevoudig Tour-winnaar.
De teammanager van Pogacar, Mauro Gianetti, schrijft ook Roglic nog niet af. “De Tour is pas begonnen. Twee minuten lijkt nu veel, maar er kan nog veel gebeuren”, stelde Gianetti.
“Jumbo-Visma heeft daarnaast meer kaarten om uit te spelen. Het belangrijkste voor ons is dat we deze eerste vijf moeilijke ritten goed zijn doorgekomen. Door het ontbreken van Matteo Trentin en Mikkel Bjerg die niet in goeden doen is, waren wij voor deze dagen behoorlijk gehandicapt. Wij hadden nooit gedacht dat Pogacar er na deze rit van alle klassementsrenners er het beste voor zou staan.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.