Juniorenwereldkampioen Léo Bisiaux: “Na WK veldrijden denk ik aan Baby Giro en Tour de l’Avenir”
Interview Hij is wereldkampioen, maar heeft geen enkele keer in zijn regenboogtrui kunnen crossen. Het 18-jarige toptalent Léo Bisiaux trekt zich het niet aan. Al beseft hij wel dat zijn niveau beter zal moeten, als hij straks in Tábor opnieuw voor de prijzen wil meedoen. “Soms moet ik ook voldoende rust nemen en denken aan het wegseizoen”, zegt Bisiaux in gesprek met WielerFlits.
Zijn WK-triomf in Hoogerheide betekende voor Bisiaux meteen zijn laatste cross ooit als junior. Sinds oktober komt hij uit bij de beloften, en soms – zoals zaterdag in Hulst – zelfs tussen de profs. Maar zelfs voor een jongen die ooit in een vat vol talent gevallen is, valt die stap niet zomaar te overbruggen.
“Het is vooral de langere duur van de beloftecrossen, ten opzichte van die bij de junioren, die me parten speelde”, aldus Bisiaux. “In het laatste kwartier voelde ik het licht vaak uitgaan. Ik denk dat het niet onlogisch is dat ik een aanpassingsperiode nodig heb gehad. Week na week voel ik mezelf sterker worden, en krijg ik de inhoud om tot het einde door te zetten. Net op tijd, met het oog op de kampioenschappen (lacht). Daar voel ik me nu al meer dan klaar voor.”
Tom Pidcock
Coupe de France-wedstrijden buiten beschouwing gelaten, oogde zijn uitslagenlijstje tot nu toe niet al te indrukwekkend. Tot… twee weken terug in Namen. “Het was mijn eerste keer op het podium in een Wereldbeker bij de U23. Niet toevallig daar, want ik hou van het parcours in Namen. Misschien wel de lastigste omloop van het seizoen, met veel lange klimmen. Dat ligt me goed.”
Bovendien realiseerde Bisiaux er iets unieks. Slechts negen renners reden zich als eerstejaarsbelofte al op het podium van een Wereldbekercross. “Ik heb dat lijstje ook zien passeren, ja. Mathieu van der Poel, Wout van Aert, Tom Pidcock, die staan er allemaal op. Het is leuk om op diezelfde shortlist te staan nu. Die jongens presteren wat ik ook wil doen. Ze bewijzen dat het best lukt om de cross en weg te combineren, ook al kijken ze meer en meer naar het wegprogramma.”
“Zelf geloof ik er heel hard in dat veldritten rijden kan bijdragen om van jezelf een betere wegrenner te maken”, zegt Bisiaux. “Ik ben een klimmer. Van nature heb ik het lastig met korte klimmetjes en vinnige aanvallen beantwoorden bergop. De cross helpt me om mijn explosiviteit aan te scherpen, en maakt me zo een betere klimmer. Ik woon in het Centraal Massief, en train vrijwel dagelijks in de bergen. Daar wil ik op blijven inzetten, net zoals Pidcock dat doet. Bij hem leun ik misschien nog het dichtst aan.”
Wegambities
Op de weg moet de Fransman een nog grotere ontdekkingstocht afleggen. Al stond hij vorig jaar als eerstejaarsjunior ook al op het podium van het EK op de weg. Afgelopen wegseizoen was hij aan het feest in de Juniorendriedaagse en lastige rittenkoersen als de Giro della Lungiana en de GP Rüebliland, voor bijvoorbeeld INEOS Grenadierstalent Theodor Storm.
“Bij de U19-ploeg van AG2R Citroën mocht ik al een mooi zomerprogramma afwerken. Maar eigenlijk begint het nu bij hun U23-ploeg pas echt. De Baby Giro, Tour de l’Avenir en het WK bij de beloften worden grote doelen, en dan zullen we al beter weten waar ik sta op internationaal niveau. Dan pas durf ik te denken aan een profcontract. En in de cross? Daarin telt alleen het WK, maar dan zal ik moeten blijven groeien. Meteen daarna neem ik weer rust en ga ik vol voor de weg.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.