Niels Bastiaens
dinsdag 26 maart 2024 om 18:30

Roelandts trots op goudhaantje Lazkano: “Als alles meezit, kan hij een klassieker winnen”

Video Jürgen Roelandts doet het met zijn Movistar-troepen voorlopig beter in de Vlaamse klassiekers dan de Belgische ploegen. Veel heeft hij te danken aan Spaans kampioen Oier Lazkano, een 24-jarig talent met een neus voor de kasseien van het noorden. In Dwars door Vlaanderen stak hij vorig jaar voor het eerst zijn neus aan het venster met een tweede plaats, dit jaar bouwt hij gewoon op dat elan voort met een straffe E3 Saxo Classic en een podiumplek in Kuurne-Brussel-Kuurne. WielerFlits zocht ploegleider Roelandts op voor een babbel over de Spanjaard.

Zien we dit jaar een andere Lazkano dan vorig jaar? Waar zit het verschil?
“Vorig jaar kenden ze hem nog niet zo goed. Hij kon toen tweede worden in Dwars door Vlaanderen (na Christophe Laporte, red.) vanuit de ontsnapping. Met de grote motor die hij heeft, was dat ideaal. Nu gaan ze hem niet zo gemakkelijk meer in de ontsnapping laten gaan. Het zal vanuit het peloton moeten gebeuren, maar hij heeft in Kuurne-Brussel-Kuurne getoond dat hij dat ook wel aankan. Al wordt dat in bijvoorbeeld de Ronde van Vlaanderen een ander paar mouwen, dat is nog eens minstens een uur langer.”

Verbaasde het jou dat hij in de voorbije twee kasseiklassiekers meteen dat potentieel van vorig jaar bevestigde?
“Hij heeft in Kuurne-Brussel-Kuurne direct laten zien dat hij er stond. In de E3 verbaasde hij me in een bepaald opzicht wel, omdat hij sinds Kuurne niet meer gekoerst had. Hij was ziek geweest, heeft Parijs-Nice zelfs moeten skippen. In Harelbeke terugkeren, is niet de gemakkelijkste opdracht. Niet in het minst omdat het een heel intense klassieker is. De meest intense voor mij. Hij heeft getoond dat hij echt mee koers wil maken, en dat is altijd mooi om te zien.”

Zijn jullie na die Dwars door Vlaanderen extra met hem op de klassiekers beginnen werken?
“Hij is een type dat gemaakt is voor de klassiekers. Wat ook mooi was: als hij op de Stationsberg aanging, besloten Wout van Aert en Mathieu van der Poel direct te reageren. Ze laten hem niet meer zomaar rijden, en dat wil toch ook wat zeggen. We hebben erop gewerkt. Alleen tactisch kan hij nog wat verbeteren in dit soort koersen, maar daar zijn we mee bezig. Ik ken de weg hier goed, dat zal ook wel helpen.”

Lazkano gaat stevig tekeer op de Stationsberg – foto: Cor Vos

“Alles begint met de benen, die je moet hebben om mee te zitten. Maar tactisch beter worden, is ook belangrijk. Ook qua positionering moet het nog beter. Je moet als renner niet alleen weten waar en wanneer je goed voorin moet zitten, maar ook waar je het juist wat rustiger aan kan doen. Of wanneer je kan stoppen voor de sanitaire stop of kledingstukken af te geven.”

Aan welke tactische foutjes denk je dan?
“Zijn aanval op de Stationsberg in de E3 Saxo Classic vond ik persoonlijk iets te vroeg, maar daarna deed hij het wel perfect. Als hij tien seconden extra heeft aan de Paterberg, dan is hij boven mee met Mathieu. Dat heeft hij heel goed gedaan, maar we zijn nog altijd aan het bijschaven.”

Hoe fijn is het voor jou om met zo iemand samen te werken?
“Het is vooral leuk om zo iemand in de ploeg te hebben, omdat je in die situatie vaak het algemene niveau van de ploeg en de motivatie omhoog ziet gaan. We hebben in Harelbeke gezien dat ook Rémi Cavagna en Lorenzo Milesi mee in de ontsnapping van de dag zaten. Op een bepaald moment zaten we met drie bij de eerste dertig. Het is mooi voor mij om te zien dat Movistar daar ook als ploeg in groeit. Alleen moet je vaak eerst de kopman hebben die prijs kan rijden, dan begin je volk rond te zetten en zo bouw je aan je ploeg.”

Is Oier in staat om ooit zo’n klassieker naar zijn hand te zetten?
“Dat denk ik wel. Alles moet wel mee zitten, zeker met een Mathieu van der Poel, Wout van Aert of Tadej Pogacar aan de start. Als die mannen er zijn, zijn ze dikwijls met drie weg. Maar als de situatie zich voordoet, zal hij zeker ooit prijs kunnen rijden. Zijn grote sterkte is dat hij nooit echt stilvalt. Of het nu 250 kilometer is of 180, ik denk dat hij nog altijd top is en niet veel aan kracht inboet.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.