Koos Moerenhout verkent WK-parcours in Rwanda: “Lastig voor klassiekerreners”
foto: Raymond Kerckhoffs
Youri IJnsen
donderdag 12 december 2024 om 15:33

Koos Moerenhout verkent WK-parcours in Rwanda: “Lastig voor klassiekerreners”

Interview Bondscoach Koos Moerenhout is namens de KNWU begonnen aan zijn huiswerk voor het WK wielrennen 2025 in Kigali, Rwanda. Waar een parcours in Europa soms niet al te veel geheimen heeft, is dat voor een wedstrijd in Afrika compleet anders. Het is pas de derde keer in Moerenhouts leven dat hij op het continent is. Hij is echter met veel positieve indrukken huiswaarts gekeerd, vertelt hij aan WielerFlits.

Een must have voor alle wielerfans! Met de Black Friday deal van RIDE Magazine haal je het ideale cadeautje voor de feestdagen in huis. Voor slechts € 13,95 ontvang je de najaars- en de winter-editie in jouw brievenbus. Dat betekent meer dan 300 pagina’s aan schitterende wielerverhalen. Wacht niet te lang, want OP=OP. Bestel nu jouw magazines en verzeker je van uren leesplezier.

Het parcours voor de elite mannen lieft er niet om. Een omloop van vijftien kilometer met daarin twee klimmetjes doen ze eerst negen keer, gevolgd door één langere omloop (van om en nabij 25 kilometer) met daarin een lange klim en de Muur van Kigali, om daarna nog zesmaal de eerste omloop te doen. “Het hele parcours gaat bijna volledig door de stad en het is gewoon lastig. In die langere lus van de mannen zit dan de Mount Kigali, dat is een moeilijke beklimming van zes kilometer lang. Echt steil. Snel daarna heb je de Muur van Kigali, op kasseitjes. Die is heel kort. Maar dat gaat wel geweldige beelden opleveren. Vanaf daar ga je vervolgens weer naar hetzelfde stadscircuit.”

Dat rondje is zo’n 15 kilometer lang. “Dat gaat over mooie wegen, waar je na aflopende wegen langs een golfbaan komt. Vanaf daar begint een lastig klimmetje. Hij is niet heel lang, maar wel stijl en breed. Je ziet dat er misschien niet direct aan af, maar die is wel echt lastig. Vervolgens krijg je een snelle afdaling, gevolgd door een langere kasseienhelling. Die is ook breed, maar daar zitten ook steilere passages in. Bovenop sla je linksaf voor een korte afdaling, met daarna nog 600 meter waarbij het stug doortrekt naar de finishlijn. Die laatste 2,5 kilometer van het rondje zijn lastig. Als daar nog een groepje bij elkaar zit, kun je nog veel doen.”

De conclusie van Moerenhout luidt als volgt: “Het is een heel mooi parcours. Afgezonderd van die ene lange klim in die grote lus, is er niet een helling waarvan ik zeg: ‘goh, die is niet te doen’. Maar aan de andere kant is het geen meter vlak. De momenten waarop je je rust kan pakken, moet je jezelf ook weer positioneren voor de volgende klim. Het volgt zichzelf heel snel op en door de afstand bouwt dat zich wel op. Daardoor gaan we ongetwijfeld grote verschillen zien. Voor de laatste twee uur gaat het er enorm inhakken. Niet-klimmers hebben hier niet veel te zoeken. Voor sterke klassiekerrenners is Rwanda lastig, maar niet per definitie onmogelijk.”

“Neem nu dat laatste klimmetje”, gaat hij verder. “Dat kan iemand als Mathieu van der Poel prima aan. Daar gaan ze hem geen pijn doen. Alleen aan het eind van de dag, na zo veel hoogtemeters: hij moet daar wel eerst in die positie komen. Het voordeel is dat Mathieu snel kan herstellen, dat heeft hij door de jaren heen bewezen. En ook voeding is hier belangrijk, net zoals in Glasgow. Je moet constant positioneren, omdat het steeds korte klimmetjes zijn en snelle, lange afdalingen. Het tempo zullen ze continu enorm de hoogte in jagen. Met deze afstand is voeding dan heel belangrijk, om in het laatste uur over je krachten te beschikken. En je verliest ontzettend veel vocht in het weer – het is niet per se warm, wel benauwd – daar. Dat moet je ook weer aanvullen.

Op een andere manier zwaarder dan Zürich
Als we Moerenhout vragen welk WK-parcours van de laatste jaren hier het dichts tegenaan schurkt, moet hij even diep nadenken. “Laat ik daarom maar het afgelopen WK van Zürich nemen. Daar werd vooraf ook gezegd dat het een heel zwaar WK ging zijn. Dat was ook zo. Als je Rwanda daarmee vergelijkt, is het parcours misschien niet eens zo heel veel zwaarder. Of in ieder geval op een andere manier. Alles volgt elkaar veel sneller op, omdat het kleinere rondjes zijn. Daardoor heb je heel weinig momenten van herstel. Dat zal dit kampioenschap dan ook typeren. Het is natuurlijk ook 5475 hoogtemeters, wat echt heel veel is. Maar dat verschiet je niet op één klim, dat is een optelsom van heel de dag.”

Wie er kans maken, hangt volgens Moerenhout ook af van het koersverloop. “Die hoogtemeters liggen er gewoon, dat feit liegt niet. Als de renners dan heel de dag continu gas geven, blijven er weinig kanshebbers over. Je hebt ook nog met de hoogte te maken. Kigali ligt op 1500 meter boven zeeniveau. Ik moet zeggen dat ik daar niet veel van gemerkt heb, maar het straalt wel negatief uit op je herstel. Of althans, dat is wel wat ik dacht te ervaren. Al is het ook niet zo dat ik de eerste dagen naar lucht aan het happen was. Wij hadden iedere dag regen, eind september is het begin van het regenseizoen hier. Maar de temperaturen liggen dan meestal rond 25 graden.”

Koersen in Rwanda – foto: Sjors Beukeboom

“Op alle fronten gaat het daarom een bijzonder WK zijn”, gaat Moerenhout verder. “Het zou zo maar kunnen dat Tadej Pogačar die lange klim aangrijpt op 100 kilometer van het einde. Daar zette hij in Zürich immers ook de aanval in. Maar dat weet je natuurlijk nooit en dat is maar goed ook. Maar het mag duidelijk zijn dat hij de topfavoriet zal zijn, met de benen die hij het afgelopen jaar heeft getoond. Juist omdat het een heel compact parcours is, is het wat mij betreft een heel geschikte ronde voor aanvallers. En bij de vrouwen? Nou, ik was hier met Anna van der Breggen op pad… Die deed me zeker pijn. Een goeie Anna mag heel erg blij zijn met een parcours als dit.”

Al heeft de bondscoach wel een puntje van kritiek. “Toch vind ik het jammer dat de Muur van Kigali er maar één keer in zit, alleen bij de mannenwedstrijd. Dat is zonde, want die heeft iets mythisch. Alleen kun je die Muur eigenlijk alleen maar doen met die lange klim ervoor. Als je die er vaker in doet, krijg je wel een heel andere wedstrijd. Dat is een klim die in etappes gaat, zeer steil is, over brede tweebaanswegen en een snelle afdaling naar die muur. Die klim is veel zwaarder dan de rest. Voor de wedstrijd is het mooier dat ze die Mount Kigali dus maar één keer doen, voor de sfeer is het echt jammer dat de daaropvolgende Wall of Kigali er alleen bij de mannen in zit en bijvoorbeeld niet bij de vrouwen.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.