Karsten Kroon berustte al snel in zijn sprintnederlaag tegen Fabian Wegmann, waardoor hij de tripel in Frankfurt aan zijn neus voorbij zag gaan. Gerry van Gerwen, manager van Milram, zag een crisis afgewend worden door de overwinning.

“In eerste instantie verbaasde het me dat ik zover kwam,” zegt Kroon in het AD. “Ik was eigenlijk helemaal niet goed. Maar natuurlijk doet het me wel wat dat ik weer verlies in de sprint. Begrijp me goed, ik ben hier mentaal wel kapot van, hoor. Ik ben nu eenmaal een eerzuchtig mannetje, koers alleen om te winnen. Maar dat is zo zwaar, ook psychisch, als het niet lukt. En wees eerlijk, wat is de kans dat je wint? Er rijden tweehonderd jongens die dat willen. In dat opzicht kan ik misschien beter gaan tennissen, dan heb je vijftig procent kans.”

Wegmann pakte voor zijn ploeg, geleid door Gerry van Gerwen, de broodnodige eerste overwinning van het jaar. “Ja, ik heb Gerry wel een dienst bewezen, door van Wegmann te verliezen. Maar voor alle duidelijkheid: dat heb ik absoluut niet met plezier gedaan. Ik snap wel waar je naar toe wilt, maar deze wedstrijd is dus echt niet verkocht. Fabian was gewoon beter.”

Van Gerwen zelf had al van alles gedaan om het tij bij zijn ploeg te keren. “Ik heb daar veel gesprekken over gevoerd. Over motivatie, samenwerking, opoffering, dat soort thema’s. Alleen met de ploegleiders, want ik vind dat een manager zich niet met het pure sportieve proces moet bemoeien. Maar het belang van deze wedstrijd is wel duidelijk geworden bij de ploeg, bleek vandaag. Als het hier ook niet was gelukt? Dan hadden we een crisissituatie gehad.”