Lampaert en Declercq op de strandracefiets: “Laagdrempeliger dan cyclocross”
Foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
zaterdag 4 december 2021 om 19:00

Lampaert en Declercq op de strandracefiets: “Laagdrempeliger dan cyclocross”

Interview In deze periode van het jaar vind je steeds meer profwielrenners terug in de uitslag van een strandrace. Zo ook Yves Lampaert en Tim Declercq, de boezemvrienden van Deceuninck – Quick-Step. Afgelopen weekend waren ze in de De Panne Beach Endurance voor het eerst van de partij. “Ik ben er bijna zeker van dat dit een positief effect kan hebben op ons wegseizoen”, aldus Declercq in gesprek met WielerFlits.

Hoe komen renners erbij om na amper enkele weken training zichzelf te gaan pijnigen in een strandrace? “Dat was het idee van Tim Declercq”, zegt Lampaert. “Die wou graag meedoen in De Panne, en ik zag dat eigenlijk ook wel zitten. Mijn laatste beachrace was al meer dan twee jaar geleden, maar ik wist nog dat ik het toen geestig vond.”

Voor Declercq is zo’n strandrace ideaal om het nuttige aan het aangename te koppelen. “Ik zie het vooral als een speelse manier om toch al een intensieve prikkel aan je lichaam te geven. Die intensiteit in deze periode van het jaar al opzoeken, is een beetje de trend van de laatste jaren geworden. Dat kan op verschillende manieren. Via de piste, cyclocross, of zelfs op training met een paar ploegmaats. Maar strandraces zijn gewoonweg het plezantste alternatief.”

Plezant? Moeten we dat niet met een korreltje zout nemen? “Na nog geen drie weken training, proef je wel een bloedsmaakje bij de start”, lacht Declercq. “Op het moment zelf is het misschien niet heel leuk, maar achteraf kijk je er met plezier op terug.” Lampaert: “In de eerste plaats doe je het omdat het een goede, doorgedreven training is, maar ook omdat je het spelletje graag doet. Gewoon koersen zonder nadenken.”

Lampaert koerste voor het eerst sinds Parijs-Roubaix – foto: Cor Vos

Declercq ook op BK
Lampaert deed het overigens verre van slecht. Niet ver achter specialisten als Daan van Sintmaartensdijk en Jasper Dejaegher, kaapte hij de derde plaats weg in De Panne. “Het niveau lag nog redelijk hoog. Die Nederlanders zijn goed in het losse zand en bereiden zich er specifiek op voor. Wij moeten, door een gebrek aan techniek, door het zand lopen en zo verlies je al snel twintig seconden. Die moet je dan dichtknallen op de lange, rechte stroken. Dat zijn allemaal verloren krachten, waardoor winnen lastig wordt.”

Toch heeft het iets in de vijfde van Parijs-Roubaix getriggerd. “Ik had graag deze week nog meegedaan aan het BK in Bredene, maar helaas sukkel ik momenteel met buikgriep. Ook mijn ploegmaat Bert Van Lerberghe, die ooit dat BK won, is ziek. Maar ik zie mezelf het wel vaker doen in de toekomst, als het in het programma past.” Declercq zal er bij zijn op het BK “als het weer meezit, want in deze fase van het seizoen wil je geen ziekte oplopen.” Net als Brent Van Moer, Jens Keukeleire, Florian Vermeersch, Stijn Steels, Timothy Dupont, et cetera.

Waarom geen cyclocross?
Waarom kiezen de jongens eigenlijk voor het strandracen, terwijl er ook aan de lopende band cyclocrossen worden georganiseerd in ons land? “Dit is veel laagdrempeliger”, zegt Declercq. “Er zijn veel lange stukken, waardoor techniek minder belangrijk is. En je hebt maar één fiets nodig. Als je wil gaan crossen, moet je mikken op een fiets of drie à vier én een mecanicien… En dan zit je nog compleet in de achterhoede ook. Dan is de fun er ook snel af, denk ik (lacht).”

Lampaert beaamt: “Je hebt er ook geen balkjes, lastige trappen of moeilijke hindernissen. Het is ‘gewoon’ koersen. En je mag als prof ook in de eerste startbox starten, waardoor je op dat brede strand zelden echt in het gedrum terechtkomt. Dat maakt het iets meer ontspannen.”

Declercq won deze week nog de Kristallen Zweetduppel – foto: Cor Vos

“Eigenlijk is het gewoon een dure hobby”, lacht Declercq. “Het is allemaal zelf te bekostigen, maar ik vind dat het waard. Ik ben er bijna zeker van dat zo’n avontuur op het strand een positief effect kan hebben op ons wegseizoen. Op voorwaarde dat je er geen trainingen voor gaat laten vallen. Wij passen ons schema zodanig aan dat dit de meest intensieve training van de week is. Je staat misschien niet honderd procent uitgerust aan de start, maar dat maakt ook niet veel uit.”

Intussen gaat de voorbereiding op het wegseizoen onverbiddelijk voort. “Na Parijs-Roubaix heb ik een maand niets gedaan, en nu zijn de trainingen weer een drietal weken bezig”, zegt Lampi. “Op stage leggen we de basis voor hopelijk weer een sterke klassiekercampagne, maar eerst nog even genieten van mijn zoontje.” Zo ook voor Declercq: “Mijn dochter zit in haar peuterpuberteit (lacht). Dat zorgt soms, samen met de sponsorverplichtingen, voor extra drukte, maar op stage zal er wel tijd zijn voor wat mentale rust.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.