Lars Boom kleurde de WK wegrit namens Nederland. De Brabander sprong in de finale mee met een kopgroep, waar ook onder meer Tim Wellens in zat. “We hadden een bepaald plan en ik wilde voor de grote mannen weg in de finale”, vertelde hij na afloop bij de NOS.

“Ik denk ook dat we een heel mooi groepje hadden daarvoor”, aldus Boom. “Alleen als ze op de klim van onder aangaan, dan moet ik even op adem komen. Ik kon mijn eigen tempo wel weer rijden toen ik een keertje moest lossen.”

Nadat Booms kopgroep ingerekend was, was hij nog meermaals belangrijk in dienst van de andere Nederlanders. “De een-na-laatste klim was niet top, maar toen zag ik Tom (Dumoulin, red.) komen en dacht ik: ik trek mezelf helemaal leeg om te kijken of ik Tom uit de wind kan houden”, zegt Boom over de kersverse wereldkampioen tijdrijden, die meermaals ten aanval trok. “Hij was wel goed, maar niet mega-goed. Het is jammer dat we dan net niet wegblijven.”

Tom Dumoulin
“Het ging hard, maar voor mij persoonlijk was het net niet zwaar genoeg”, kijkt Dumoulin terug bij de NOS. “Ik denk dat we het als land wel goed hebben gedaan. Ik heb het nog geprobeerd. Uiteindelijk kwam alles weer samen vlak voor de laatste kilometer. Ik zat niet lekker in de koers, want ik ging steeds in de aanval op het moment dat het niet veel zin had. Nu ben ik even teleurgesteld over het resultaat, maar morgen ga ik met een heel fijn gevoel het vliegtuig in”, aldus de wereldkampioen tijdrijden.

Niki Terpstra
“Het mooie weer was niet in ons voordeel, al was het wel zwaar, want je ziet hoe weinig renners er overblijven. Het basistempo lag zo hoog, dat je niet lang vooruit bleef. Ik vind dat we een goede wedstrijd hebben gereden, we hebben vaak in de aanval gezeten. Gekoerst zoals we gepland hadden en uiteindelijk zijn we in de sprint niets”, aldus Terpstra, die in de slotronde nog demarreerde, tegenover de NOS.

“Het was zonde dat Julian Alaphilippe iets te snel overnam, waardoor ik net niet mee kon. Toen zat ik tussen wal en schip en heb ik boven op de groep achter mij gewacht, maar daarachter kwamen toen weer twintig man terug.”

Sebastian Langeveld
“We hebben goed gereden. Wat we moesten doen, hebben we gedaan”, zegt Langeveld bij de NOS. “We hoefden de koers niet te controleren, maar hebben we een situatie gecreëerd om te kunnen aanvallen. Uiteindelijk hadden we met Lars de juiste man mee, dat was ideaal. In de finale hebben we ons ook getoond. Ik denk dat Niki en Tom, de beoogde kopmannen, er ook waren. Alleen je mist iemand met een eindschot om écht voor een sprint te gaan.”