De eerste veldrit van Lars Boom dit seizoen was zonder meer een tegenvaller. In het Baskische Asteasu kwam hij pas als negende over de aankomst, toch laat de Vlijmenaar zich allesbehalve ontmoedigen. “Alle begin is lastig”, vertelt een strijdlustige Boom aan WielerFlits. Pas over iets meer dan een maand wil hij op zijn best zijn tijdens het NK en WK.

Een gemiddelde snelheid van dertig kilometer per uur, een temperatuur van twintig graden en geen spatje modder. Het zijn niet meteen de omstandigheden die je aan een cyclocross linkt, maar Boom moest er vanmiddag in Asteasu wel mee afrekenen. “Dit was echt een heel snelle cross. De gemiddelde snelheid lag erg hoog en dat maakt het mij natuurlijk niet makkelijker om te hier beginnen.”

“Of dit resultaat dan ingecalculeerd was? Niets is ingecalculeerd. Ik ben van start gegaan met de ambitie om te kijken hoe ver ik al kan komen en heb voor mijn plekje gereden. Alleen waren het geen makkelijke omstandigheden en had ik in het eerste half uur redelijk wat problemen met de bochten. Natuurlijk had ik wel wat techniektraining gedaan, maar het is toch altijd wennen aan de techniek en snelheid in de bochten tijdens de koers.”

Geen zorgen
Boom, komende week nog drie keer in Spaans Baskenland aan het werk te zien, maakt zich dan ook weinig zorgen. “De eerste cross is altijd lastig, dat weet ik nog van vorig jaar. Ik voel mezelf wel prima, maar ik moet er nog een beetje inkomen en dan gaat het vanzelf steeds beter. Wel hoop ik komende week nog enkele UCI-punten te rapen. Dat is nog steeds het doel en dat is vandaag een beetje mislukt.”

Ook afgelopen jaar verliep de eerste veldritconfrontatie van Boom niet van een leien dakje. In Zolder kwam hij toen als laatste en met veel pijn aan de rug over de streep. “Dat klopt, er zat toen iets niet helemaal goed in mijn nek en bekken”, herinnert hij zich. “Ook nu had ik wat last, maar niet zo erg als toen. Het is normaal dat je in je eerste cross wat last hebt door de hoge inspanning, maar als ik goed stretch en me laat masseren is dat snel van de baan.”

Na nog drie Baskische crossjes, de ploegstage en de ploegvoorstelling van LottoNL-Jumbo, zien we Boom op 26 december voor het eerst in onze contreien aan het werk. “Dan moet ik wel strijden tegen de wereldtop en dus moet ik beter zijn dan hier. Er steken er twee bovenuit en daaronder is het niveau ook heel hoog. Ik wil alles eruit halen, maar het is te hoog gegrepen om te denken dat ik meekan met Wout en Mathieu. Dat kan gewoon niet.”

NK én WK
Toch wil Boom graag meedoen aan het NK, drie Wereldbekers en het WK. “En niet enkel voor de lol”, verduidelijkt de Astana-renner. “De hoofdreden is natuurlijk mijn liefde voor de cross, maar ook met de weg in het vooruitzicht is dit belangrijk. Ik wil weer een goede tijdrit en proloog in de benen krijgen en daar moet ik gewoon een aantal keer diep voor gaan. Ik wil niet meerijden als figurant, maar ga zo hard mogelijk koersen en blijven vechten. Top-10 is niet voldoende.”

De ex-wereldkampioen moet er wel voor zorgen dat hij geselecteerd raakt door bondscoach Gerben de Knegt. Afgelopen jaar selecteerde Johan Lammerts hem ‘vanwege zijn verleden als crosser.’ Verwacht hij dat De Knegt hetzelfde doet? “Dat weet ik niet. Ik heb een goed contact met Gerben, maar moet wel laten zien dat ik bij de top-6 van Nederland behoor. Zo simpel is dat.”

Voorlopig veldritprogramma Lars Boom
Elorrio (10 december)
Igorre (11 december)
Valencia (18 december)
WB Zolder (26 december)
Surhuisterveen (4 januari)
NK Sint-Michielsgestel (8 januari)
WB Fiuggi-Rome (15 januari)
WB Hoogerheide (22 januari)
WK Belvaux (29 januari)