Lefevere niet blij met het voorjaar: “Maar vertrouwen is na zes maanden niet weg”
Interview Quick-Step Alpha Vinyl staat aan de vooravond van het belangrijkste voorjaarsweekend in jaren. Behoudens de sprintzege van Fabio Jakobsen in Kuurne-Brussel-Kuurne, zijn ze op hun eigen Vlaamse domein nergens te bekennen in de klassiekers. Toch houdt teammanager Patrick Lefevere vertrouwen in aanloop naar Parijs-Roubaix. WielerFlits woonde de persconferentie bij, waarbij naast Lefevere ook alle zeven renners aanwezig waren.
Kan Roubaix voor de grote ommekeer zorgen in deze voor jullie lastige periode?
Lefevere: “Dat weet alleen God. Het is wel zo dat we voor het eerst in lange tijd met zeven fitte renners aan de start verschijnen. Er kunnen geen excuses meer zijn wat betreft ziektes of blessures. Voor ons was het fijn dat deze wedstrijd nu een week later op de kalender staat. Het gaf ons de tijd om te herstellen. Ik hoop daarom dat Parijs-Roubaix ons nu voor één keertje geluk kan brengen. Dat moeten we afwachten. Maar ik herhaal mezelf voor de honderdduizendste keer: ik spreek niet over goede of slechte resultaten voor het einde van Luik-Bastenaken-Luik.”
Wat is precies het verschil tussen de beste ploeg zijn zoals voorheen, en nu jullie iets minder zijn in koers?
Yves Lampaert: “Het grote verschil is dat we nu op de derde of vierde rij zitten. Dat is vaak de plek waar pech je achtervolgt. We zijn het niet gewoon om op die plek rond te rijden. We hopen snel terug onze plek te veroveren op de eerste rij. Ik ben ervan overtuigd dat dit zondag gaat gebeuren. Maar we moeten ook niet vergeten dat we allemaal onze problemen hebben gekend. Het is niet dat als je aan de start staat, dat je ook 100% bent. Het vergt tijd om goed te herstellen.”
Hoe gaan jullie om met het feit dat jullie niet zijn waar jullie normaal waren?
Lefevere: “Door ervoor te zorgen dat je niet op het punt komt dat je gefrustreerd raakt. Als ik als baas van het team nerveus ben en paniek zaai, dan zouden we echt in de miserie belanden. Wat gebeurd is, is gebeurd. Sommige renners kregen covid, anderen influenza. Er zijn geblesseerde mannen geweest. We zitten in de hoek waar de klappen vallen. Quick-Step Alpha Vinyl heeft een selectie van dertig renners, maar in sommige koersen konden we maar vijf of zes daarvan opstellen. Al heeft iedere ploeg zijn pech en ziektes gehad, natuurlijk.”
De laatste jaren lag de focus bij versterkingen op de kern rond Remco Evenepoel. Gaan jullie dat weer verleggen naar de klassiekers, na dit voorjaar?
Lefevere: “Het is nu nog te vroeg om hierop te antwoorden. Ik zal niet ontkennen dat ik niet blij ben met de situatie, maar je mag iemand die ziek of geblesseerd is nooit afvallen. Ik geloof nog altijd in de jongens die hier zitten. Het kan niet zo zijn dat alles zo maar verdwenen is binnen zes maanden of een jaar tijd. Ze hebben het wel in eigen hand. Als de jongens presteren naar gelang waarvoor we ze betalen, dan is er geen probleem. Zij zijn professioneel en ik ook. We geven hen het beste materiaal en de beste staf die er is. Maar uiteindelijk stappen de renners op de fiets en zij moeten voor resultaten zorgen.
En waarom zou ik mijn vertrouwen verliezen in een paar maanden tijd? Ik denk ook dat er veel andere teams zijn die in onze schoenen zouden willen staan. Vergeet niet: we boekten al achttien zeges en dertien tweede plaatsen. Dat is niet slecht. Al begrijp ik ook wel dat iedereen hier door een Vlaamse bril kijkt, naar de Vlaamse klassiekers. Maar voor mij is er meer dan dat alleen. Ik probeer gewoon kalm te blijven. Nogmaals: natuurlijk ben ik niet blij, begrijp me goed. Ik heb alleen tijdens mijn carrière geleerd dat je op een week of tien dagen, niets kunt veranderen.”
Wat verwachten jullie van de koers?
Lampaert: “Het zal een snelle wedstrijd zijn. De weersverwachtingen geven droog weer aan. Hopelijk blijven we gespaard van pech. We zijn met zeven renners die goed in vorm beginnen te geraken. Iedereen is in staat om een sterke koers te rijden, daar ben ik van overtuigd. We hopen met zo veel mogelijk jongens in de finale te geraken, om zo de koers naar onze hand te zetten. Het is moeilijk om voor Parijs-Roubaix te diep in de tactische details te treden, omdat het op iedere strook kan gebeuren. Maar we gaan wel voor een offensieve tactiek in plaats van defensief koersen.”
Hoe houden jullie het vertrouwen dat jullie zondag kunnen winnen?
Lefevere: “Dat is best simpel. Je moet er altijd voor zorgen dat de concurrentie achter ons aanrijdt en niet andersom. Wij zijn het niet gewend om in het defensief te koersen, zoals Yves zegt. Maar als wij op 100% al onze capaciteiten kunnen benutten, dan ben ik er niet bang voor. We moeten niet panikeren en niet nerveus zijn. Parijs-Roubaix is een erg lange koers. Zelfs als je een keer lek rijdt op een slecht moment. Deze koers is nooit voorbij, dat is-ie pas op de Vélodrome van Roubaix.”
We zijn volgens jullie de grote favorieten en moeten we Wout van Aert daartoe rekenen?
Lampaert: “Van Aert moet je áltijd meerekenen. We hebben in Omloop Het Nieuwsblad gezien dat hij niet veel koersritme nodig heeft om goed te presteren. Ik vind ook dat Mads Pedersen heel hard rijdt en Mathieu van der Poel uiteraard ook. INEOS Grenadiers rijdt goed in de rondte en Jasper Stuyven is tevens een van de jongens die zondag kan winnen. Maar in Parijs-Roubaix kan er zo veel gebeuren, waardoor je de winnaar niet kunt voorspellen. Daarnaast denk ik ook dat er veel jongens bij ons uit de ploeg de koers eveneens kunnen winnen.”
Voorheen putten jullie kracht uit het sterke collectief. Hoe zit dat nu?
Lefevere: “Volgens mij is het geen groot geheim dat Kasper op een heel hoog niveau rondrijdt. In mijn ogen was hij in de Amstel Gold Race een van de sterkste renners. Hij was alleen te genereus en te goed voor de anderen. Kasper had wat meer kunnen profiteren van het werk van de anderen. Onze kracht was de laatste jaren inderdaad om drie of vier pionnen in de finale te krijgen, zodat we het spel konden spelen. Ik hoop dat we dat zondag weer kunnen. Wie dan de winnaar is, interesseert me niet. Als-ie maar een blauw shirt van ons draagt.”
Waar liggen jouw kansen om te winnen, Kasper?
Asgreen: “Ik sta aan de start, dus ik kan winnen (lacht). Maar gemakkelijk gaat dat niet zijn. Er zijn 180 renners die willen zegevieren. Ik voel wel dat mijn vorm goed was de laatste weken. Op de Ronde van Vlaanderen na, zij mijn koersen gegaan zoals ik hoopte. Alleen die zege ontbrak. Maar ik geloof er wel in dat ik nog altijd de vorm heb om Parijs-Roubaix te winnen. Met de ploeg zitten we er ook iedere wedstrijd dichterbij. De jongens hebben mij in de Ronde van Vlaanderen en de Amstel Gold Race in een goede positie afgezet. Ik heb er vertrouwen in dat ze dat zondag weer kunnen doen.”
En hoe ga je afrekenen met Van der Poel?
Asgreen: “Ik weet niet of het weer aankomt op een rechtstreeks duel met Mathieu. Er zijn nog een miljoen andere scenario’s die kunnen gebeuren. We moeten in de koers zien in welke situatie we terechtkomen. En dat moeten we dan zo slim mogelijk zien uit te spelen. Misschien iets minder genereus zijn, zoals Patrick zegt (lacht).”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.