Lennert Van Eetvelt mikt nog niet op klassementen in 2024: “Weggelegd voor beste renners ter wereld”
foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
woensdag 24 januari 2024 om 19:00

Lennert Van Eetvelt mikt nog niet op klassementen in 2024: “Weggelegd voor beste renners ter wereld”

Interview Exact een jaar geleden brak Lennert Van Eetvelt voor het eerst potten bij de profs met een tweede en derde plek in de Challenge Mallorca. Twaalf maanden later zit een sterkere Van Eetvelt – intussen 22 – voor ons. Hij mikt opnieuw op de Vuelta, maar de klassementsambities blijven nog even opgeborgen.

In een tijdperk waarin Belgische klimmers aan de bomen lijken te groeien, koestert ook Van Eetvelt ambities bergop. De Challenge Mallorca, UAE Tour, Strade Bianche, Volta a Catalunya, GP Indurain, Waalse Pijl, Luik-Bastenaken-Luik en de Tour de Romandie vormen een ideaal programma voor een renner die zijn klimmersbenen tussen de besten ter wereld wil testen.

“Bij de jeugd was ik altijd meer een puncher. Logisch ook, als je altijd in het Hageland traint. Door de jaren heen ben ik bewust proberen toe te groeien naar een klimmerstype. Ik wist dat het niveau heel hoog was in de WorldTour, dus was mijn eerste profjaar vooral een kwestie van ontdekken en kijken: zou ik dat hoge niveau ooit aankunnen? Voor mezelf heb ik bewezen dat ik die stap kan maken. Momenteel werk ik heel hard, in de hoop om met de beste klimmers mee te kunnen.”

Specifieke opbouw
Dat doet Van Eetvelt in de eerste plaats dankzij een klimspecifieke opbouw. “Ik zit steeds meer in Tenerife. Ik merk dat ik beter ben als ik veel in Spanje kan trainen en consistent op een hoog niveau kan fietsen. Mijn verblijf zelf ligt eerder aan de kust en niet op hoogte, maar ik heb wel een hoogtetent. Vaak verblijf ik daar samen met William Junior Lecerf. Zo kan ik meer focussen op de lange klimmen. Mijn explosiviteit heb ik meer achterwege gelaten, in de hoop dat dat me helpt om de stap als klimmer te zetten.”

“Vroeger had ik het steevast het gevoel: als ik terug van stage kom, ben ik goed. Dus was mijn redenering: als ik altijd op stage ga, zal ik altijd goed zijn. Het is ook toffer om in het goede weer te trainen. Ik denk soms terug aan de periode dat ik veel lange trainingen in België heb gedaan en ik ben heel blij dat ik dat niet meer hoef te doen. Ik merk ook wel dat mijn niveau omhoog gaat door veel bergop te trainen. Het is vreemd om weg van huis te zijn, maar het hoort erbij.”

Van Eetvelt maakte indruk in de Vuelta – foto: Cor Vos

Bovendien wordt het klimmen ook steeds belangrijker binnen Lotto Dstny, dat vroeger meer het DNA van sprinters- en klassiekersploeg had. “Dat is waar, maar er is veel veranderd binnen de ploeg in het laatste jaar. Het is tof om daarin samen met de ploeg te groeien. Ze willen meer inzetten op dat klimmen, ze organiseren meer hoogtestages. We hadden al een heel mooie groep met Maxim Van Gils en Andreas Kron. En nu Henri Vandenabeele en Harm Vanhoucke terug zijn gekomen, breidt die nog wat uit.”

Ziekte
Van Eetvelt maakte indruk in zijn eerste Vuelta. Zijn derde plaats na het nummertje van Remco Evenepoel en Romain Bardet in Larra-Belagua raakte misschien wat ondergesneeuwd door de wederopstanding van de Belgische kampioen, maar het bewees al dat Van Eetvelt toekomst heeft. “Ik was positief verrast dat ik aan het einde van die drie weken nog in vorm was. In de tweede week ben ik wat ziek geweest en ik had niet verwacht dat ik er daarna nog terug door zou komen. Dat het me toch lukte, is heel belangrijk. En het bewijst dat ik drie weken koers aankan en zeker niet slechter word.”

“Niet ziek worden is misschien nog mijn grootste werkpunt. Dat is heel belangrijk als je op termijn een klassement wilt rijden in een grote ronde”, weet Van Eetvelt. Maar een renner wordt toch nooit bewust ziek? “Nee, dat is waar, maar er zijn wel dingen die je kunt doen om ziekte te voorkomen, zoals beter rusten. Je wordt niet zomaar ziek als je kerngezond en fris rondloopt, het is vaak een gevolg van te grote vermoeidheid. Het is dus belangrijk om daar aandacht aan te schenken.”

Vuelta 2024
Al zal dat klassement rijden nog niet voor 2024 zijn. “De Vuelta staat op mijn planning, maar ik denk niet aan het algemeen klassement. Om een klassement te kunnen rijden in een grote ronde, moet je bij de beste renners ter wereld zijn. Drie weken lang elke dag goed zijn, is heel moeilijk. Misschien als ik in rondes als Catalonië bewijs dat ik er klaar voor ben, dat ik er opnieuw over nadenk. Maar het is ook nog ver weg en wil ik ook heel graag een rit winnen in een grote ronde.”

Doel nummer twee zijn de Waalse klassiekers. “Ik kijk enorm uit naar die wedstrijden. Ik koers al heel weinig in België, dus is het extra leuk om in die periode eens in eigen land te rijden. In principe vinden die koersen niet dichtbij mij thuis plaats, wat bij een Brabantse Pijl wél het geval is. Maar ik ken de wegen wel en heb er veel op getraind, waardoor het toch als een thuiskoers zal aanvoelen.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.