Lorena Wiebes: “Misschien goed dat ik Lotte Kopecky al maanden niet meer heb gezien”
Foto: Raymond Kerckhoffs
Kerckhoffs Raymond
vrijdag 2 augustus 2024 om 13:30

Lorena Wiebes: “Misschien goed dat ik Lotte Kopecky al maanden niet meer heb gezien”

Interview Lorena Wiebes heeft in de aanloop naar de Olympische Spelen in Parijs aangetoond dat ze veel meer is dan alleen een sprintster. Vooral dankzij haar overwinning afgelopen voorjaar in Gent-Wevelgem durfde bondscoach Loes Gunnewijk het aan om de Noord-Hollandse kopvrouw te maken van de sterke Nederlandse selectie. Tactisch een goede zet, want daarmee kan Oranje zondag vanuit het defensief de olympische wegwedstrijd ingaan.

Uiterst ontspannen loopt Lorena Wiebes rond in de bossen rondom Hotel Centre Port-Royal. Dat over drie dagen haar belangrijkste wedstrijd van het jaar begint en gezien het parcours misschien de unieke kans om olympisch kampioen te worden, heeft haar nog niet echt in de greep.

“Ik heb er vooral veel zin in”, kijkt Wiebes vooruit. “De spanning voel ik nog niet echt, maar dat zal de komende dagen wel komen. Misschien als we de laatste teammeetings hebben gehad. Of wanneer de mannen hun wegwedstrijd hebben gereden. Dan proef je de Olympische Spelen een stuk meer.”

Wat is jouw olympische gevoel van vroeger?
“Ik heb de Olympische Spelen altijd wel gevolgd, maar was er niet echt mee bezig. Nu ik zelf voor de Zomerspelen ben geselecteerd ben ik me er iets meer in gaan verdiepen. Dan ga je meer sporten bekijken. Vroeger was mijn interesse vooral voor het turnen.  Daar kijk ik nog steeds vol bewondering naar. Dat komt omdat ik als kind zelf acrobatische gym heb gedaan. Ik vind het gewoon mooi om te zien. De explosiviteit die die meiden hebben is geweldig. Zeker nu met Simone Biles kan ik er echt van genieten.”

Vanaf wanneer zitten deze Olympische Spelen al in je hoofd?
“Eigenlijk al sinds 2020, toen bekend werd gemaakt dat deze Olympische Spelen in Parijs plaats zouden vinden. Het was toen al een soort lange termijn doel, waar ik heel graag bij wil zijn. Toen het parcours vorig najaar werd gepresenteerd, sprak dat me meteen aan. Ik hou wel van een finale met rondes door de stad.”

“Over de klim bij Montmartre had ik meteen het gevoel dat dit een plek is waar de koers beslist kan worden. Het is een redelijk korte klim. Eigenlijk alle klimmen in de lus zijn niet heel zwaar. Ik zou die normaal moeten aankunnen. Na de verkenning van het parcours kreeg ik daar wel vertrouwen in en vanaf toen heb ik nog meer naar deze wedstrijd toegewerkt.”

Dacht je meteen: dit is mijn parcours?
“Dat is natuurlijk lastig met zo’n sterke Nederlandse selectie. Ik had meer zoiets van ik moet me bewijzen. Toen ik in november de finishstraat zag met de Eifeltoren op de achtergrond, gaf dat me wel een extra motivatie om er nog harder voor te werken.”

Voorjaarsklassiekers
Wiebes wist dat ze afgelopen voorjaar een stap moest zetten in de voorjaarsklassiekers. Ze moest aan bondscoach Loes Gunnewijk laten zien dat ze beter bergop kon. Dat lukte vrij goed met o.a. haar zege in Gent-Wevelgem en de tweede plaats in de Amstel Gold Race.

“Die stap heb ik afgelopen voorjaar zeker gezet, want ik voelde me een stuk beter dan vorig jaar. Ook had ik het gevoel dat ik iets stabieler reed. Dan hoop je dat het allemaal op z’n plek gaat vallen.”

Wanneer kreeg je te horen dat je als kopvrouw van de Nederlandse ploeg werd aangeduid?
“Dat was volgens mij eind mei. Het is nu standaard dat we van de bondscoach onze rol krijgen voorgelegd en dat wij daar over kunnen nadenken of we dat wel of niet willen. Ik had natuurlijk geen bedenktijd nodig. In hetzelfde telefoongesprek heb ik aangegeven dat ik dit wel zag zitten. Natuurlijk is het vanaf dat moment extra gaan leven. Al probeer ik er wel zo normaal mogelijk naar toe te werken.”

“Het scheelt natuurlijk dat ik bij Team SD Worx – Protime ook al vaak naar voren wordt geschoven als kopvrouw. Zeker wanneer Demi en Lotte er niet zijn. Dus om met die druk omgaan, vind ik niet zo’n probleem. Ik zie het vooral als een hele eer dat er naar mij wordt gekeken voor die rol.”

Lorena Wiebes. Foto: Raymond Kerckhoffs

Vanuit het Belgische kamp heeft wereldkampioene Lotte Kopecky aangegeven dat het een vereiste is om jou in de wedstrijd eraf te rijden.
“Dat is een mooi compliment. Mijn doel is om er zo lang mogelijk aan te blijven hangen. Ik zie Lotte daarin als een van de belangrijkste concurrenten. Vooral omdat het parcours wel iets weg heeft van het stratencircuit van het WK in Glasgow met draaien en keren waar zij vorig jaar de wereldtitel veroverde. Ook het Italiaanse blok is heel sterk. De concurrentie is sowieso vrij groot. Het moet zondag gewoon allemaal op z’n plek vallen. Ik kan nu wel de perfecte voorbereiding hebben, maar er kan nog genoeg mislopen.”

Hoe werkt die onderlinge concurrentie met Kopecky. Het hele jaar zijn jullie ploegmaatjes en nu ineens concurrentes. Hebben jullie elkaar gejend in de aanloop naar deze Olympische Spelen?
“Nee, eigenlijk hebben we er niet eens over gesproken. Iedereen doet zijn eigen voorbereidingen. Ik heb Lotte al een tijdje niet meer gezien. De laatste keer was in de Tour of Britain begin juni. Wat op zich ook wel weer fijn is. Dat maakt het zondag misschien wel wat makkelijker om tegen elkaar te koersen. Natuurlijk is dat gek. Op het moment dat ik een ander truitje aantrek, dan gaat voor mij wel de knop om dat ik er dan voor mijn land sta.”

Hou je er ook rekening mee dat iemand anders van de Nederlandse ploeg goud kan winnen?
“Ja natuurlijk. Je kan niet alleen een plan A hebben. Wij moeten meerdere plannen hebben. Voor mij moet het een perfecte race zijn die in een sprint uitmondt. Onderweg kan echter van alles misgaan. Er kan zoveel gebeuren.”

“Daarom is het fijn dat we met Demi en Marianne meerdere meiden hebben die de wedstrijd kunnen afmaken. We kunnen meerdere troeven uitspelen en we hebben maar één hoofddoel: Goud winnen met Nederland.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.