Lotte Kopecky had op een medaille gehoopt in de individuele tijdrit op de Olympische Spelen in Parijs. De Belgische kwam halverwege haar rit tegen de klok echter ten val in ene gladde bocht.

“Het is lastig om te zeggen hoeveel tijd ik daarbij heb verloren”, zegt Kopecky voor de microfoon van Sporza. “Ik dacht dat ik het gevaarlijke punt al voorbij was, maar plots ging ik met mijn twee wielen tegelijk onderuit. Wat heel jammer is, want ik was heel goed onderweg.”

De schade die Kopecky daarbij opliep, viel fysiek mee. “Alleen sleepte mijn wiel daarna. Ik heb bijna geen remblokjes meer. Ik dacht er eerst al over om van fiets te wisselen, maar ben uiteindelijk blijven doorrijden. Ergens speelde die val daarna in mijn hoofd, maar qua vermogens zat ik perfect op schema. Ik had niet het gevoel dat ik op de limiet zat of erover moest gaan. Op zich heb ik een heel goede tijdrit gereden.”

Kan Kopecky hier nu conclusies uit trekken richting de wegrit? “Ik weet het niet, ik had een heel goed gevoel. Ik hoopte stiekem op een medaille, misschien had het er wel ingezeten.”