Lotte Kopecky trapt zaterdag haar wegseizoen meteen af met een groot doel. In Milaan-San Remo zal de wereldkampioene tot de grote favorieten behoren, alleen weet ze zelf nog niet of die verwachting volledig terecht is.

“Ik heb lang niet gekoerst, dus aan motivatie geen gebrek”, trapt Kopecky af. “Natuurlijk volgde ik de wedstrijden van nabij. Het was leuk om te zien hoe goed ons team het deed. Er zijn al mooie resultaten behaald. Terwijl ik keek, begon het bij mij natuurlijk steeds meer te kriebelen om er ook weer aan te beginnen. Het was alleszins fijn om aan te komen in Italië, je voelt dat de ploeg in een goede flow zit.”

“Inschatten hoe de koers zal verlopen is extra moeilijk. Sowieso vind ik dat het parcours geslaagd is. Sommigen zeggen dat het aantal kilometers hoger mocht zijn, maar ik sluit me daar niet bij aan. Of de koers nu 200 kilometer was, of zoals nu 160: het verschil zal zeker gemaakt worden. Voor zo’n eerste Milaan-Sanremo denk ik dat het voorlopig wel goed is. Dit is een mooie afstand om mee te beginnen.”

• 

  20 mrt

  Lees ook 'Milaan-San Remo voor vrouwen meer voer voor klimmers, maar één duidelijke favoriet'

  20 mrt

“Ik ben dus blij met het parcours. Ik heb de Cipressa en Poggio al verkend. De wind zal een belangrijke rol spelen zaterdag. Iedereen vertrekt ook van de scenario’s in de mannenkoers als ze proberen in te schatten hoe het bij de vrouwen gaat lopen. Maar het is nog af te wachten hoe de beklimmingen zullen worden benaderd. En ook de afdaling wordt belangrijk. Zelf ben ik ook wel een goede daler.”

Kopecky ziet alvast verschillende favorieten. ‘Ik denk dat we in de eerste plaats van onze eigen sterkte mogen uitgaan. We komen met een sterke ploeg aan de start met rensters die in vorm zitten. Met Lorena Wiebes hebben we nog een goede kaart om mee te spelen voor de winst. Daarnaast zijn Demi Vollering, Elisa Longo Borghini, Marianne Vos en Puck Pieterse de voornaamste namen.”

“Sowieso is het afwachten welk gevoel ik zaterdag in koers zal hebben. Dat is altijd zo bij een eerste wedstrijd. Ik kom terug van hoogtestage, dus het is afwachten of ik meteen op die prikkel reageer of niet. Maar ik heb er veel zin in. Ik begin dit seizoen later omdat ik goed wou zijn in de Ardennenklassiekers. Ik hoop door iets later te koersen, dat ik de vorm kan doortrekken tot aan Luik-Bastenaken-Luik.”