LottoNL-Jumbo is niet tevreden met haar optreden in de Waalse Pijl. De Nederlandse WorldTour-ploeg zag Wilco Kelderman en Robert Gesink respectievelijk als dertiende en vijftiende finishen. “Daar ga je mee naar huis, maar dat is niet waar we voor gekomen zijn”, stelt Merijn Zeeman.

Voorbereidend werk in orde
Net als in de Amstel Gold Race, waar Gesink als derde de laatste keer Cauberg op draaide, zette het team haar kopmannen goed af aan de voet van de slotklim. Maar op de Muur van Huy konden de Nederlandse kopmannen het geweld van de wereldtoppers niet volgen. “We wilden Wilco en Robert met overtuiging de Muur van Hoei op zien rijden en een resultaat eruit halen”, stelt ploegleider Zeeman in een persbericht. “Je ziet wel dat we als collectief aan het groeien zijn en dat we onze taken steeds beter uitvoeren. Bij de voorlaatste klim, zaten we op de juiste plaats en daar deed Paul Martens goed werk. Enrico Battaglin heeft de kopmannen vervolgens afgezet aan de voet van de Muur van Huy. Het teamwork klopte vandaag, nu moeten we ons doorontwikkelen met Wilco en Robert.”

Explosiviteit om ontploffen te voorkomen
Ook de twee hoofdrolspelers zelf baalden na afloop. “We hebben Enrico gespaard voor de laatste kilometers richting de Muur van Huy”, looft Gesink zijn ploeg. “Daarvoor hebben de andere mannen sterk gereden. Als ploeg hebben we het prima gedaan, maar we missen de bijbehorende uitslag. Ik had in de top-10 willen eindigen, maar dat lukte niet. Ik moet explosiever worden of dieper kunnen gaan, want mijn niveau is gewoon in orde.” Voor Kelderman duurde de Muur van Huy dan weer net iets te lang. “Ik wilde meer dan deze dertiende plaats. Toen ze aangingen op de Muur van Huy, viel er net een gat en daarna kon ik niet meer aanhaken. Ik ontplofte aan het einde en toen kwam er nog een aantal renners over me heen.”