Italië boven in de Tour de l’Avenir. Ludovico Crescioli kwam dinsdag als eerste aan in finishplaats Plateau d’Hauteville. De Italiaanse klimbelofte rekende in een sprint-à-deux af met de Duitser Ole Theiler. De Deen Henrik Pedersen gaat nog altijd aan de leiding in het algemeen klassement.

In de derde etappe van de Tour de l’Avenir was het vooral uitkijken naar de rasaanvallers en avonturiers in het peloton. De renners reden over een afstand van net iets meer dan 170 kilometer van Mouchard naar Plateau d’Hauteville en moesten onderweg de nodige hoogtemeters overwinnen. En dan met name in de finale.

Op 25 kilometer lag met de Montée de Breignes (2,4 km aan 5,5%) een klim van de vierde categorie, vlak daarna gevolgd door dé scherprechter van de dag: de Côte de Corlier. Die klim duurt tien kilometer lang – aan een gemiddelde van 4,5%, maar met steilere percentages – en leek op het eerste gezicht te zwaar voor de sprinters. Na de top van deze klim, volgden er nog twaalf op- en afgaande kilometers richting de finish.

Wachten op een vlucht
In tegenstelling tot gisteren, was het vandaag zeer lang wachten op het ontstaan van een vlucht. In een zeer snelle en aantrekkelijke openingsfase werd er wel slag om slinger gedemarreerd, maar bleek het nog niet zo eenvoudig om iets op poten te zetten. Na vijftig kilometer was er nog altijd sprake van een compact peloton, maar zeven renners wisten niet veel later toch een ontsnapping te forceren.

Met Pietro Mattio (Italië), Colby Simmons (Verenigde-Staten), Clément Izquierdo, Baptiste Troja (Frankrijk), Joshua Golliker (Groot-Brittannië), Julian Borresch (Duitsland) en Daniel Vysočan (Tsjechië) in de kopgroep, ging het in gestrekte draf naar de finale. Op de flanken van de Côte de Corlier moest het gebeuren en spatte de wedstrijd ook uiteen. In de spits van de koers wisten Simmons, Vysočan en Troja zich af te scheiden van hun medevluchters.

Spannende slotfase
Deze drie renners leken het even te gaan uitmaken voor de ritoverwinning, maar het peloton kwam in de laatste vijftien kilometer flink opzetten. Door een opeenvolging van demarrages zat de vaart er inmiddels goed in en dit bleek bijzonder slecht nieuws voor de koplopers. Simmons, Vysočan en Troja werden bij het ingaan van de laatste tien kilometer toch bij de lurven gegrepen, en dit bleek het sein voor andere renners om er vanonder te muizen.

De Italiaan Ludovico Crescioli – de nummer drie van de voorbije Giro della Valle d’Aosta – en de Duitser Ole Theiler sloegen de handen ineen en wisten te profiteerden van een moment van vertwijfeling in de achtervolgende groep. De voorsprong van dit tweetal liep op tot vijftien seconden en dit bleek genoeg om uit de greep te blijven van de eerste achtervolgers. In de sprint die volgde, trok Crescioli aan het langste eind.

Crescioli slaat toe, Pedersen nog altijd in het geel
De 20-jarige coureur profiteerde in de laatste kilometer optimaal van het harde labeur van Theiler, die ook niet meer vroeg om een overname. Zo had Crescioli in de sprint weinig meer te vrezen van de moegestreden Duitser. Die laatste wist nog wel uit de greep te blijven van de opkomende mannen en werd zo tweede. De sprint van de eerste achtervolgers werd – net als gisteren – gewonnen door het Britse toptalent Matthew Brennan, voor Mats Wenzel en Florian Samuel Kajamini.

Henrik Pedersen, de ritwinnaar van maandag en drager van de gele trui, zat ook nog in de eerste achtervolgende groep en gaat nog altijd aan kop in het klassement. Pedersen zal de trui morgen waarschijnlijk weer moeten inleveren, in een rit over twee serieuze Alpencols en finish op de slotklim naar La Rosière.