Maassen: “Je kunt weer als zesde eindigen in de Tour op boterham met pindakaas”
Frans Maassen is ervan overtuigd dat de dopingproblematiek in het wielrennen steeds kleiner wordt. Top-10 in de Tour de France is volgens de Limburger weer mogelijk. “Dat gevoel wil ik niet meer kwijt”, doelt hij in De Limburger op Robert Gesink.
Maassen kijkt in een uitgebreid interview met de Limburgse krant ruimschoots terug op het dopingverleden in de sport. De Limburger won in 1991 de Amstel Gold Race, een jaar eerder pakte hij een ritzege in de Tour. In de jaren daaromheen werd hij bovendien tweede in Milaan-San Remo, de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Brussel. Kort daarna greep het EPO-spook om zich heen in het peloton, maar het kreeg Maassen niet te pakken. Gedesillusioneerd stopte hij op 29-jarige leeftijd. “Ik hoorde bij de betere renners van mijn generatie, maar kwam er in de kracht van mijn leven helemaal niet meer aan te pas. Dat was heel erg zonde. Ik had graag een monument gewonnen, maar dat zat er niet meer in. Ik ben blij dat ik de Amstel kon winnen, maar het knaagt nog steeds wel eens. Stoppen voor je dertigste is eigenlijk veel te jong.”
‘Onze jongens kunnen ook als derde eindigen’
Na zijn carrièrre gaat hij aan de slag als ploegleider. Eerst bij de junioren, vanaf 2003 weer bij de proftak. Wanneer in 2012 het USADA Lance Armstrong als een notoire dopinggebruiker aan de schandpaal nagelt, barst de bom. Rabobank is het beu en trekt zich terug als sponsor. “Het was echt niet leuk meer”, vertelt Maasen over die periode. “De ploeg werd neergesabeld en daarna zelfs opgeheven. Moest ik niet mijn verantwoordelijkheid nemen? Ik was ten slotte ploegleider in die tijd. Maar ik kan me zelf niets verwijten, ik ben altijd voor een schone wielersport geweest. Als ik was opgestapt, dan had ik voor een tweede keer het veld geruimd vanwege doping, zonder dat ik er iets mee te maken had. […] Ik heb het gevoel dat je nu weer op een boterham met pindakaas zesde in de Tour kunt worden. Dat gevoel wil ik niet meer kwijt. Onze jongens kunnen ook zomaar derde worden, dat is heel mooi om mee te maken. Op deze manier wil ik dit werk nog jaren blijven doen.”
Groenewegen beschikt over ‘klootzak’-mentaliteit
Na het wegvallen van Rabobank kelderde het budget van de ploeg drastisch. Waar er voorheen ook buitenlandse toppers zoals drievoudig wereldkampioen Oscar Freire bij de ploeg reden, moet LottoNL-Jumbo het tegenwoordig vooral hebben van Nederlandstaligen. En die zijn af en toe niet genoeg ‘hufters’, zoals Maassen het noemt. “Ik neem altijd Servais Knaven als voorbeeld: buiten de koers een supergoede gast, maar in de koers was hij een ‘klootzak tot en met’. Als je wilt winnen moet je in een koers de grens opzoeken. Niet tevreden zijn dat je meezit in de slag, maar willen winnen. Sep Vanmarcke zou dat iets meer mogen hebben, al is hij een geweldige renner en kan hij dit jaar zomaar een grote koers winnen. Ik denk dat Dylan Groenewegen die mentaliteit heeft. Barry Markus miste de drive vorig jaar. Er zit zoveel meer in die jongen, maar het leek of hij niet meer wilde. Ik hoop dat hij dit jaar bij Roompot Oranje Peloton zichzelf terugvindt.”
Dan ook graag een voedingsadvies voor plek 5 tot 1
en de Amstel is dus nog steeds geen monument.
Nee, dat is geen beschuldiging. Hij zegt hiermee m.i. alleen dat hij zeker weet dat je op een boterham met pindakaas in ieder geval zesde kunt worden ;-)
in dat geval raad ik iedere top tien kandidaat voor de tour aan de voedselsupplementen om te ruilen voor deze oud-hollandse lekkernij. in ieder geval geen kans op picogrammen vervuiling.
edit; pindakaas komt oorspronkelijk dus uit de VS. ik dacht dat het een typisch Nederlands product was, maar dat is blijkbaar toch niet het geval.
En dat hij op z'n 29e stopte vanwege dopinggebruik van de rest, maakt zijn verhaal wel geloofwaardiger. Zou ook een teken moeten zijn voor al die mensen die vinden dat doping maar gelegaliseerd moet worden.
Het lastige is dat als je sporters tegen zichzelf wil beschermen en grenzen gaat stellen aan wat ze allemaal in hun lichaam mogen gooien, je die grens ergens moet trekken. Rond die grens heb je vanzelfsprekend een groot schemergebied, onafhankelijk van waar je die grens trekt.
Het lijkt mij in ieder geval dat zaken als EPO en bloedtransfusies een behoorlijk stukje over die grens zijn.
Die boterham met pindakaas is meer een soort beeldspraak geworden voor je aan de dopingreglementen houden.
@FRANS: kom op zeg ga wandelen met die boterham pindakaas
Mooi dat het schoner wordt.
Vergt een iets andere denkwijze, maar topsport is en blijft verrot. Tijd dus om te stoppen met het pretenderen van opschonen. Dat beeld wordt slechts in stand gehouden voor de fans.
Voor iets wat per definitie gebaseerd is op ongelijkheid maken we ons veel te druk over al dan niet (on)eerlijke voordeeltjes in de vorm van al dan niet (il)legale stofjes.