Marcel Kittel kijkt met een tevreden gevoel terug op het afgelopen jaar. Met maar liefst veertien zeges in totaal, waarvan vijf in de Tour de France, kende de Duitser een indrukwekkend seizoen. In gesprek met Procycling blikt hij terug op het zegerijke 2017 en zijn keuze om over te stappen naar Katusha-Alpecin.

De Duitse spurter bestempelt het afgelopen jaar als succesvol. “Ik denk dat het een fantastisch jaar was. Ik heb bijna ieder doel behaald dat ik zelf heb gesteld.” Als enige tegenslag noemt Kittel Parijs-Nice, waar hij door zware weersomstandigheden slechts twee keer aan sprinten toe kwam. Succes bleef uit. “Als je dat al een tegenslag kan noemen. Als pure sprinter ben ik dan natuurlijk in het nadeel, de jongens die meer een klassieke renner zijn kunnen dan meer. Die ene dag dat ik kon winnen was ik tegen de kou aan het vechten,” legt hij uit.

Over zijn succesvolle Tour is de sprinter zeker niet ontevreden. “Vijf keer winnen in elf dagen. Dat is niet slecht. Ik was heel zelfverzekerd, probeerde niks te forceren. Ik had me goed voorbereid en alles verliep goed. Maar toch heb je de laatste stap niet altijd in eigen hand, het gaat ook om geluk hebben,” geeft hij aan.

Na maagproblemen, een verkoudheid en een valpartij in etappe 17 moest Kittel opgeven en zo vervloog ook zijn kans op eindwinst in het puntenklassement. “De groene trui gebeurde zonder dat het een doel was. Ik zal nooit in de Tour starten en zeggen dat ik er niet voor ga want er is altijd een kans. Maar ik probeer er, ook al is de situatie zoals dit jaar, niet te veel druk op te leggen. De elfde rit was eigenlijk het keerpunt. Toen realiseerde ik mij dat dit het moment kon zijn. Nu of nooit,” vertelt hij

Transfer naar Katusha-Alpecin
In 2018 zal de 29-jarige spurtbom voor Katusha-Alpecin rijden. De reden voor zijn overstap vergelijkt hij met een sprint. “Je moet je eigen pad volgen en niet dat van anderen. Ik moest een keuze maken. Ik ben dankbaar voor mijn tijd bij Quick-Step. Zij hebben mij teruggebracht naar het niveau waar ik vandaan kwam en waar ik weer naartoe wilde. Het is een fantastische ploeg maar het was duidelijk dat Fernando (Gaviria, red.) ging blijven. Ik ben niet boos op iemand, maar mijn tijd op de fiets is beperkt. Die tijd wil ik niet verspillen aan discussiëren of ik start in de Tour of niet,” legt hij uit.

Over zijn sprints spreekt de Duitser met vertrouwen. “Ik ben ervan overtuigd dat ik iedereen kan verslaan, mits ik in vorm verkeer. Ik ben voor niemand bang. Maar ik realiseer mij ook dat er op dit moment een heleboel andere goede sprinters zijn. In het bijzonder een hoop goede sprinters met sterke teams. Ik ben een renner die in positie kan komen en dat goed kan verdedigen, maar het liefst met zo min mogelijk weerstand. Je moet geen energie verspillen voor de sprint. Je wordt snel door slim te zijn en op het juiste moment op de juiste plek te zijn.”