Marianne Vos maakte iets meer dan een maand geleden voorzichtig haar rentree in het peloton, maar pas morgen acteert ze voor het eerst weer op het hoogste niveau. Dan staat ze aan de start van de Waalse Pijl, een koers die deel uitmaakt van de World Tour voor vrouwen. “Het is de eerste echte test. In de Waalse Pijl kan ik me niet verschuilen. Achteraf zal blijken, hoe ver ik alweer ben”, vertelt ze in een interview met BN De Stem.

Vos haast zich om te zeggen dat ze nog niet op topniveau is. “Ik moet uiteraard nog stappen zetten. De afgelopen weken merk ik dat ik echt vooruitgang boek. Dit soort wedstrijden heb ik nu nodig om beter te worden.” Ze zal zichzelf morgen dan ook niet gaan sparen. “Als ik voorzichtig moet zijn, ben ik nog niet klaar om te koersen. Ik ben nog niet op het niveau waar ik wil zijn, maar het gaat wel hard vooruit.”

De vijfvoudig winnares van de Waalse Pijl merkt dat haar lichaam weer goed herstelt van inspanningen en dat de fysieke malaise dus achter de rug is. “Mijn lijf werkt niet langer tegen, maar weer mee. Als ik nog altijd had gezeten in een onzekere, instabiele fase, had ik de Waalse Pijl dus niet gereden.”

“Mensen waarderen me om mijn veerkracht”
Terugkijkend op de zware periode die ze heeft afgesloten, concludeert Vos dat er achteraf gezien ook voordelen aan kleven. “Ik ben nu bewuster bezig met mijn sport. Ik weet dat niet alles vanzelfsprekend is. Ook je gezondheid niet.” Ze denkt dat ook de buitenwereld vanaf nu anders tegen haar aan zal kijken. “Als ik naar andere sporten kijk, vind ik het zelf niet leuk als iemand alles domineert. Het is knap, maar ook saai. Ik snap dus dat er mensen hebben gedacht dat het prima is dat ik ook eens iets ben tegengekomen. Ik ben gaan beseffen dat mensen me juist vanwege mijn veerkracht waarderen. Niet vanwege mijn prestaties.”