Mark Cavendish zwijgt (tenzij het echt niet anders kan): “No interviews!”
Special De journalisten die deze week naar de Ronde van Turkije zijn afgezakt in de hoop Mark Cavendish voor een interview te strikken, komen van een kale reis thuis. Cav praat niet. Geen interview, zelfs geen korte reactie. En daar verandert een derde plaats niets aan.
Press officer
Het is immers meer dan een maand geleden dat hij in de tweede rit van Parijs-Nice opgaf tijdens een waaieretappe. ‘We have a press officer’, wordt de brave man toegesnauwd. ‘Ask him’. Vraag het hem. Die woordvoerder is echter niet aanwezig in Istanbul, dus sturen we een mailtje met de vriendelijke vraag of er in Turkije iets kan geregeld worden met Cavendish. We krijgen – best snel – een vriendelijke doch duidelijke mail terug. Praten met Cav is geen optie. Naar het waarom hebben we het raden.
Navraag in de entourage van het team maakt ons iets wijzer. Niemand die het on the record wil vertellen, maar Cavendish is naar verluidt behoorlijk nerveus. Onzeker ook. Begrijpelijk, want bijna twee jaar nadat het Epstein-Barvirus in zijn lichaam werd ontdekt, loopt het nog altijd voor geen meter. Iets meer dan anderhalf jaar geleden droomde Cavendish er nog van om Merckx’ record van 34 ritzeges in de Tour te evenaren of te breken. Maar hij is ondertussen geen stap dichter meer gekomen. Erger, in de laatste twee jaar slaagde hij er maar één keer in om de handen in de lucht te steken.
“Het is een belangrijke week”, vertrouwt ploegleider Hendrik Redant ons toe. “We gaan proberen om Mark zoveel mogelijk vertrouwen te geven. Dat is wat hij nu nodig heeft. Met Ryan Gibbons hebben we nog een sprinter in de ploeg, maar dinsdag – tijdens de openingsrit – trekken we meteen de kaart Cavendish. Ryan krijgt nog wel zijn kans.” Helaas, in Tekirdag wordt Cav als 22ste afgevlagd. Een reactie vragen lukt niet. Ene David Spindler, sportpsycholoog bij het team, houdt de pers vakkundig op afstand. Redant staat ons wel te woord: “Jammer van het resultaat, maar dat zegt deze keer niet alles. Onze jongens verloren elkaar in de hectiek van de finale. Maar Mark had zeker geen slecht gevoel. Donderdag proberen we het opnieuw.”
Hoop
Donderdag, dat was gisteren. Een ritje van 122 kilometer en dus een ideale – en laatste – mogelijkheid voor Cavendish in deze Turkse zesdaagse om zich te meten met een aantal andere sprinters. En jawel, de Manx Express rondt het knap voorbereidend ploegwerk af met een derde plaats. Achter Jakobsen en Bennett, maar voor Ewan en de rest van het pak. Geen signalen van euforie, wel van opluchting. Een gevoel dat ook overheerst binnen de ploeg. “Dit moet hem vertrouwen geven voor de toekomst”, aldus Redant.
Cav wordt door de organisatie meegetroond naar de podiumceremonie. Volgens de regels van het spel krijgt hij daar ook een microfoon van de organisatie onder de neus geduwd. Exact 51 seconden duurt het flashinterview. “Na alle miserie ben ik heel blij met dit resultaat”, vertelt hij. “Eindelijk heb ik nog eens kunnen sprinten voor de zege.” Hij vertelt het – voor de camera tenminste – met een brede smile, tot hij zich omdraait en de rest van de pers ziet staan. David Spindler, die amper van zijn zijde wijkt, schiet snel te hulp. ‘No interviews. Geen reactie aan de media.’
Euh… En waarom niet? ‘Daarom niet! Omdat Mark geen interviews geeft! Het flashinterview, dat is verplicht door de organisatie. Wat moet, moet. Maar met de media praat hij niet.’ Ook Spindler zelf heeft geen zin om op eventuele vragen te antwoorden. ‘Ik ben teampsycholoog. Geen ploegleider.’
Sympathiek team
Cav is nooit de gemakkelijkste geweest. Binnen het team ligt hij meestal goed in de groep. Hij is – in goede tijden – ook een bijzonder dankbare kopman. Met de media heeft hij een minder goede relatie. Hij voelt zich snel aangevallen en met kritiek heeft hij altijd moeite gehad. Maar met de pers praten, hoort volgens ons nog steeds tot het takenpakket van een – goedbetaalde – prof. Dat snapt gelukkig 99 procent van het peloton. Zonder de media-aandacht zouden renners geen geld verdienen met fietsen. Dat is King Cav – en met hem ook het teammanagement – vergeten. Dimension Data verliest op die manier een deel van de positieve en sympathieke uitstraling dat het in de loop der jaren heeft opgebouwd.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.