foto: Sirotti (archief)

Vandaag reed er voor het eerst dit jaar een Nederlander mee in de aanval tijdens de Ronde van Italië. Deze eer kwam Martijn Keizer ten deel. De Groninger reed lang op kop in de kopgroep van zes, maar deze kon nooit uitkijken naar de overwinning.

“Ik had de opdracht om met zes of meer renners mee te springen,” zo zegt Keizer op de site van zijn ploeg Vacansoleil-DCM, “Toen er vier weg waren haakte ik alvast mijn karretje aan en toen de zesde man aansloot waren we direct weg.”

De samenwerking in de kopgroep was prima. “Het draaide goed maar er stond veel wind en we kregen weinig ruimte van het peloton. In de kopgroep hadden we afgesproken om de laatste 60km het gas open te draaien maar toen was het beste er bij de meesten al af.”

Voor Vacansoleil-DCM sprintte Romain Feillu uiteindelijk nog wel naar een top tien notering. En volgens de Fransman was er meer haalbaar dan een achtste plaats. “Ik moest in de laatste 200 meter vol in de remmen om zelf niet weer ten val te komen. Ik reed de hele dag erg makkelijk en zat klaar om mijn sprint te beginnen toen men ten val kwam. Er had voor mij een beter resultaat ingezeten als de sprint zonder incidenten was verlopen.”