De nummer twee van het Europees kampioenschap op de weg, Mathieu van der Poel, blikt in het tijdschrift Helden vooruit op zijn toekomst. De Nederlands kampioen op de weg, in het veld en op de mountainbike geeft aan dat hij zich na 2020 meer gaat richten op een wegcarrière.

Een must have voor alle wielerfans! Met de Black Friday deal van RIDE Magazine haal je het ideale cadeautje voor de feestdagen in huis. Voor slechts € 13,95 ontvang je de najaars- en de winter-editie in jouw brievenbus. Dat betekent meer dan 300 pagina’s aan schitterende wielerverhalen. Wacht niet te lang, want OP=OP. Bestel nu jouw magazines en verzeker je van uren leesplezier.

Van der Poel heeft het er in het interview over dat hij een paar jaar geleden benaderd is door enkele profploegen, waaronder Sky. “Maar ik heb nog geen behoefte om van ploeg te veranderen. Ik zit goed bij Corendon-Circus”, geeft de 23-jarige Nederlander aan. “De komende jaren combineer ik het veldrijden met mountainbiken en de weg. Na de Spelen van Tokio zal ik blijven veldrijden, maar dan beperk ik het denk ik ook tot een stuk of tien crossen per jaar. Zoals het er nu naar uitziet, zal ik me dan meer op de weg concentreren. Bij welke ploeg, dat weet ik nog niet.” Het interview is afgenomen voordat bekend werd dat Van der Poel zijn in 2020 aflopende contract heeft verlengd tot eind 2023.

Vergelijking met Sagan
Vader Adrie van der Poel bedacht zich dat zijn zoon op de Olympische Spelen in Tokio al mee zou moeten doen aan de wegwedstrijd, maar Mathieu wil liever gaan voor een medaille op de mountainbike. “Ik vind mezelf jong genoeg om daarna die overstap te maken”, meldt Van der Poel. Veel mensen vinden de stijl en dominantie van Van der Poel lijken op die van Peter Sagan. “Maar om mij nu al met hem te vergelijken is wat kort door de bocht. Ik hoop dat ik dat ooit kan waarmaken, dat ik in de toekomst op de weg internationaal ook zulke mooie prestaties neer weet te zetten.”

Tegenpolen
In het interview heeft Matthieu het ook over zijn band met broer David. “Hij is naast mijn broer mijn beste vriend. Als de een geen zin heeft om te fietsen, sleurt de ander hem wel mee. We trainen altijd samen en eigenlijk rijdt hij me er altijd uit in de training. Negen van de tien keer is hij sneller dan ik, vooral in de sprint.” De karakters van beide heren zijn niet gelijk aan elkaar. “David is rustiger en meer beredenerend, ik ben wat drukker en onvoorzichtiger. We zijn tegenpolen. Maar ze zeggen juist dat het dan goed klikt, toch?”