Mathieu van der Poel genoot tijdens de veldrit van Hamme. Dat geeft de Europees kampioen aan na afloop van de Flandriencross, die hij met een gigantische voorsprong wist te winnen. Ploegmaat Tom Meeusen kon lang volgen, maar de concurrentie verloor twee minuten. “Ik ben een beetje verschoten van mijn voorsprong”, aldus Van der Poel in het flashinterview.

Een must have voor alle wielerfans! Met de Black Friday deal van RIDE Magazine haal je het ideale cadeautje voor de feestdagen in huis. Voor slechts € 13,95 ontvang je de najaars- en de winter-editie in jouw brievenbus. Dat betekent meer dan 300 pagina’s aan schitterende wielerverhalen. Wacht niet te lang, want OP=OP. Bestel nu jouw magazines en verzeker je van uren leesplezier.

“Het is nog steeds een groot gat natuurlijk”, doelt Van der Poel op zijn achterstand in de DVV Trofee op leider Toon Aerts. Van zijn achterstand van ruim vier minuten, heeft hij 1m56s gemaakt. “Ik had op deze omloop niet verwacht zo ver weg te rijden. Als je de vrouwenkoers bekijkt, dan blijft dat lang samen. Meestal is dat toch een parameter voor onze koers.”

Topvorm te pakken
“Het is heel leuk om zoveel te winnen. Ik ben heel blij en denk dat ik nu echt tegen mijn topvorm zit”, erkent de kopman van Corendon-Circus, die na Tábor koos voor een nacht in Tsjechië en vervolgens een ochtendvlucht richting België. “Ik had een heel goede dag, net zoals gisteren. Ik denk niet dat het nog beter gaat worden, maar als het zo gaat blijven dan ben ik heel tevreden.”

Volgens Van der Poel was dit mogelijk de beste dag in de cross van dit seizoen. “Zeker een van de beste. Ruddervoorde hoort daar ook nog bij, daar was ik ook echt goed, maar vandaag was echt leuk. Ook om Tom mee te krijgen, dat gaf wel extra moraal”, legt de Nederlander uit. Hij wilde Meeusen nog meenemen tot de streep om te laten winnen. “Toch wel. Hij had al drie keer geroepen dat ik moest doorrijden, maar ik wist dat ik hem moest meenemen want er stond wel wat wind. Om dan alleen te zitten, was moeilijk geworden. Twee ronden voor het einde wist ik dat hij het ging kunnen houden.”