Mathieu van der Poel voert onemanshow op in Baloise Belgium Tour
Mathieu van der Poel heeft een straf nummer opgevoerd in de koninginnenrit van de Baloise Belgium Tour. De Nederlander van Alpecin-Deceuninck vertrok op een dikke dertig kilometer van de streep, en duldde geen tegenstand. Van der Poel blijft uiteraard ook leider in het klassement.
De Baloise Belgium Tour trok vandaag naar Durbuy. In navolging van de lastige rit rondom Scherpenheuvel op dag één, de sprintrit naar Knokke-Heist op de tweede dag en gisteren de tijdrit in Beveren, was het nu tijd voor wat klimwerk in de Ardennen.
Dit in de vorm van een lokaal rondje van 39,7 kilometer, met daarin liefst zes lastige hellingen. De Champs des Hêtres (2,1 km aan 2,7%) en de Côte de Petit Somme (2,2 km aan 5,8%) lagen redelijk vroeg in het rondje, met aansluitend de Côte de Bende (2,6 km aan 4,3%). Maar de echte finale werd telkens ingezet met het niet te onderschatten drieluik van de Côte de Hermanne (2,2 km aan 5,8%), Côte Grand Houmart (1 km aan 4,9%) en de Mur de Durbuy (1,2 km aan 6,2%), respectievelijk telkens op 11,5, 7,6 en een kilometer van de streep.
De vroege vlucht liet een kleine twintig kilometer op zich wachten. Asbjørn Hellemose (Trek-Segafredo, Aaron Van Poucke (Flanders-Baloise), Ceriel Desal (Bingoal WB), Logan Currie (Bolton Equities Black Spoke) en Andreas Goeman (Tarteletto-Isorex) waren de gelukkigen die erin slaagden hun wagonnetje aan te haken. In tegenstelling tot Jens Reynders (Israel-Premier Tech), wiens tegenaanval eindigde als een chasse patate.
Alpecin-Deceuninck voelde zich als de ploeg van leider Mathieu van der Poel geroepen om de wedstrijd te controleren, ook al ademde Søren Wærenskjold op amper één seconde in de nek van de Nederlander. Dat tempo lag behoorlijk hoog. Nooit kreeg de kopgroep meer dan twee minuten in deze lastige rit, en na een eerste prik van Ben Hermans (Israel-Premier Tech) op zeventig kilometer van de streep was hun liedje al uitgezongen.
Beslissing in de slotronde
Het echte aanvalswerk barstte echter pas los in de laatste lus rondom Durbuy. Op de Muur van Durbuy zelf schudde Alpecin-Deceuninck stevig aan de boom en zagen we de troepen met liefst vijf renners voorin. Dat resulteerde in een elitegroep van een dertigtal renners, met daarbij alle renners met nog winstkansen in het klassement. Naast Van der Poel en Wærenskjold, tekenden ook onder andere Jasper De Buyst, Florian Vermeersch, Yves Lampaert, Casper Pedersen en Jasper Stuyven present.
Op 36,5 kilometer van de streep achtte Mathieu van der Poel echter zijn moment gekomen. Op de flanken van de Petit Somme pakte hij uit met een verschroeiende versnelling. Niemand was in staat om zijn wiel vast te grijpen, al boden Lorenzo Rota (Intermarché-Circus-Wanty) en Casper Pedersen (Soudal-Quick-Step) in eerste instantie nog wat weerwerk. Hun ploegen verenigden zich met Uno-X en Trek-Segafredo om het verschil te beperken, maar Van der Poel had al snel een dikke halve minuut te pakken.
Even leek het kwartje nog naar de kant van de achtervolgers te vallen, toen Trek-renner Toms Skujins met een straffe kopbeurt het groepje terugbracht tot op een tiental seconden. Maar alle renners in zijn wiel zaten duidelijk stikkapot, want toen Skujins zich aan de kant zette, moest iedereen passen en kon Van der Poel zonder problemen weer uitlopen tot driekwart minuut.
Zonder problemen
Van der Poel moest zich op de laatste klimmetjes van de dag niet meer perte totale rijden en vloog zo zonder problemen naar de ritwinst. In de Gouden Kilometer pakte hij – uiteraard – de volle buit van negen seconden, waardoor de eindzege hem in de relatief vlakke rit van morgen rondom hoofdstad Brussel nog lastig zal kunnen ontglippen.
In het slot bundelden Pedersen, Wærenkjold en de jonge Thibau Nys nog de krachten in de strijd om de dichtste ereplaatsen. Nys won het sprintje voor plek twee, terwijl Pedersen een knappe derde werd.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.