Mathieu van der Poel over zijn liefde voor de Limburgse heuvels
Special Het is inmiddels alweer drie jaar geleden dat Mathieu van der Poel met een sensationele zege in de Amstel Gold Race toetrad tot de beste eendagsrenners van het peloton. Sinds die beruchte 21e april in 2019 heeft Van der Poel niet meer gekoerst op de Limburgse wegen. De Amstel Gold Race liet hij vorig jaar met het oog op de olympische mountainbikewedstrijd in Tokio links liggen. Zondag keert de tweevoudig winnaar van de Ronde van Vlaanderen voor het eerst terug in de Limburgse heuvelzone.
,,Internationaal was die zege in de Amstel Gold Race mijn grote doorbraak”, keek Van der Poel terug op die bewuste zege in een interview voor WielerFlits en het Limburgse tijdschrift Nummer 1. “De finale was enorm hectisch en deze ontknoping was voor iedereen een grote verrassing. Zelf was ik dat voorjaar al dik tevreden over mijn overwinningen in Dwars door Vlaanderen en de Brabantse Pijl. Ook het optreden in de Ronde van Vlaanderen, waar ik als vierde eindigde, gaf me toen veel voldoening. Zeker omdat ik daar na alle pech en een lange achtervolging in de diepe finale nog op de laatste klim, de Paterberg, kon imponeren. Dat zijn mooie momenten. Al heb je daar achteraf weinig aan, omdat je het niet terug leest in de uitslag. Misschien is de pech van Vlaanderen dat jaar wel mijn geluk in de Amstel Gold Race geweest.”
Heb je het gevoel dat die zege in de Amstel Gold Race je een stap verder heeft gebracht?
,,Ik wist al een beetje wat ik in mijn mars had. Toch kende ik voor die Amstel Gold Race nog de twijfels of een wedstrijd van 260 kilometer op dit glooiende parcours binnen mijn mogelijkheden lag. Ik twijfelde of het net té zwaar voor mij zou zijn in de strijd met de echte klimmers en punchers. Na vijf à zes uur in de koers had ik in de gaten dat ik me vrij makkelijk van voren in het peloton handhaafde. Wanneer je van voren koerst, rij je die steile heuvels na al dat draaien en keren ook makkelijker op dan wanneer je midden in de groep moet wringen. Dat heeft me veel vertrouwen gegeven.”
De Amstel Gold Race winnen in het rood-wit-blauw als Nederlands kampioen. Voelde het in 2019 voor jou ook als een thuiswedstrijd winnen?
,,Zuid-Limburg heeft steeds een speciale rol in mijn leven gespeeld. Rond mijn vijftiende, toen ik bij de nieuwelingen en junioren reed, gingen we regelmatig op trainingskamp naar Valkenburg. We verbleven dan enkele dagen in Kasteeldomein Landal bovenop de Cauberg en trokken de Limburgse heuvels of de Ardennen in. Ik reed hier graag wedstrijden en door de jaren heen heb ik er veel mensen leren kennen. Voor de Amstel hebben we het parcours verkend, maar eigenlijk hoefde dat niet voor mij. Ik ken bijna iedere weggetje in het heuvellandschap. Het voelde speciaal dat ik op de wegen waar ik als jongetje al vaak fietste nu de belangrijkste klassieker wist te winnen.”
In de jeugdcategorieën maakte ‘MVDP’ al indruk in de Limburgse koersen. In de Omloop van Margraten won hij als nieuweling in bar en boos weer door iedereen in de laatste ronde op anderhalve minuut te rijden. In de Omloop van de Maasvallei keerde de huidige kopman van Alpecin-Fenix vanuit verloren positie terug door drie minuten goed te maken en wist hij vervolgens nog de wedstrijd te winnen. Dat waren al straffe prestaties.
,,Die aankomst in Margraten zie ik nog zo voor me. Ik weet dat ik in de jeugdcategorieën graag in Limburg koerste omdat je op die heuvels op die leeftijd het verschil kan maken. Héél anders dan de wedstrijden in Brabant waar het vlak was. Bewust zochten we die lastigere wedstrijden op. Ons pa kent Limburg natuurlijk ook goed. Hij benadrukte dat je als jonge renner sterker kon worden door bergop te rijden. Juist die Limburgse heuvels pasten goed in mijn trainingen voor het crossen waar het ook om korte en explosieve inspanningen gaat.”
Wat is je favoriete klim in Limburg?
,,Camerig, omdat die iets langer is en geleidelijk omhoog loopt. In de trainingen doe ik dit soort klimmen het liefst, terwijl in een wedstrijd de steilere klimmen me juist beter liggen. Dat klinkt als een tegenstelling. Soms doe je echter op een training iets liever dan in een koers. De laatste jaren ben ik een paar keer op hoogtestage in Livigno in de Italiaanse Dolomieten geweest. Daar rij ik graag de lange cols op, terwijl dat niet mijn favoriete bezigheid in een wedstrijd is. Misschien komt dat omdat ik in het hoogtegebergte niet met de besten omhoog kan en daardoor extra moet afzien. In mijn eigen tempo in de training vind ik die bergpassen juist schitterend.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.