Mathieu van der Poel recht zijn rug: “Wegprogramma komt zeker niet in gevaar”
Interview Geen Mathieu van der Poel op het afgelopen NK veldrijden in Zaltbommel. Vanuit een aangenaam Spanje zal hij het ondergestroomde blubberparcours aan de Waal gemist hebben als kiespijn, want dat was uitgedraaid op een aanslag op zijn toch al geplaagde rug. Want plots kwam de pijn in de crossen van Koksijde en Zonhoven terug na zijn lange blessure vorige winter. Op de mediadag van Alpecin-Deceuninck was zijn rug dan ook hét onderwerp.
Nee, we zagen op het terras van het Syncrosfera-hotel niet de vrijwel altijd goedgeluimde Van der Poel. De 27-jarige Nederlander maakte een zeer gelaten indruk. Toch nam hij ruim de tijd om – na de videointerviews – alle vragen van de schrijvende pers te beantwoorden. MVDP benadrukte nogmaals dat hij voor zijn crosswinter al had aangegeven dat zijn rug goed was, maar nog niet op het niveau van voor zijn harde val tijdens de olympische mountainbikewedstrijd in Tokio, eind juli 2021. In Zonhoven kwam hij vooral aan het vertrek om Wereldbeker-punten te rapen met het oog op de eerste startrij tijdens het WK veldrijden over ruim twee weken in familiedorp Hoogerheide.
“Of die startrij belangrijker is dan mijn rug, getuige mijn deelname aan de Wereldbeker in Zonhoven? Nee, dat sowieso niet. Maar die ene cross gaat ook het verschil niet maken”, legt Van der Poel uit. “Het is wel frustrerend dat die rug weer opspeelt. Vooral omdat ik zeker weet dat het conditioneel gewoon goed zit. De wetenschap dat je sneller kunt rijden maar dat niet kunt laten zien omdat je last hebt van je rug, knaagt. Ik denk ook niet dat het toeval is dat het nu net twee zandcrossen zijn geweest, waardoor deze terugval ontstaat. Ik train regelmatig in het zand. Oké, dat is nog geen wedstrijd. Maar ik kan dat goed simuleren en dat ging altijd zonder pijn.”
Dat de rug in Koksijde begon op te spelen, kwam voor Van der Poel zelf ook onaangekondigd. “De pijn is niet aangenaam. Als ik even in een wiel kan zitten of een ronde kan herstellen, dan kan ik daarna weer een halve ronde vol doorrijden. Op die manier kon ik steeds wel voor plek twee gaan. Een beetje op survivalmode. Alle fouten die ik in de cross maak, zijn ook niet mijn gewoonte. Dan zit je niet lekker op de fiets. Toch is de pijn niet hetzelfde als vorig jaar. Toen had ik er ook in het dagelijks leven veel last van. Nu is dat niet het geval. Rustig rijden is geen probleem en na een paar dagen kan ik mijn rug opnieuw belasten op de weg. Daar heb ik niet veel schrik voor.”
Van der Poel stipt aan dat de inspanning in een cross anders is dan op de weg. “Ik wil wel dat het beter gaat tijdens de veldritten. Mijn wegprogramma komt hier zeker niet door in het gevaar. Dan zou ik niet meer crossen. Ik ben er zeker van dat mijn rug geen rol gaat spelen op de weg. Het WK veldrijden is natuurlijk belangrijk. Maar als dat er niet zou zijn, heb ik buiten het plezier niet heel veel meer in de cross te zoeken. Plezant waren de laatste twee veldritten niet. Daarvoor wel, het was leuk om dat duel met Wout van Aert aan te gaan. Je zag dat de cross leeft. Tot nu toe heb ik heel veel plezier uit mijn winter gehaald. Ik ga er vanuit dat ik op het WK pijnvrij kan rondrijden.”
“Ik hoop dat het te doen is”, voegt hij er een disclaimer aan toe. “Dan kunnen Wout en ik het voor de wereldtitel uitvechten zoals in de kerstperiode. Het feit is dat er bij die val in Tokio iets is misgegaan met mijn rug, wat we toen niet echt konden zien. Voorheen kon ik dertig crossen op een winter rijden en had ik in eentje last van mijn rug. En dat kwam dan nog niet in de buurt van de pijn die ik de laatste twee crossen heb gehad. Ik houd er wel rekening mee dat mijn rugproblemen mijn achilleshiel voor de komende jaren is. Ik hoop wel dat het onder controle geraakt, maar ik weet ook dat het altijd een zorg zal zijn. Al zijn die zorgen op de weg een pak minder.”
Dat bleek namelijk tijdens de inspanningstest op diezelfde dag. “Dat was drie minuten volle bak en bergop. Dat ging goed. De ochtend voor de cross in Zonhoven heb ik ook nog drie uur achter de brommer getraind aan een gemiddelde van veertig kilometer per uur. Dat was ook zonder al te veel last. Tijdens de inspanningstest hier voelde ik zo goed als niets aan mijn rug. Sterker nog: daarna heb ik nog een uur bijgetraind. Wel probeer ik om de twee dagen minstens een uur lang de fitnesszaal op te zoeken. Ik wil mijn uren op de fiets halen, maar eerlijk gezegd ligt de prioriteit nu wel bij fitness. Dat is nodig. Ik kan fietsen wat ik wil. Maar als ik last heb van mijn rug, heeft het weinig zin om dertig uur te trainen. Dan kan ik beter vijftien uur doen en zorgen dat ik pijnvrij ben.”
Van der Poel focust zich op krachttraining en stabiliteitsoefeningen. “Heel veel renners doen dat. Ik besteed daar heel veel aandacht aan. Dat heb ik altijd wel gedaan, maar tijdens sommige periodes heb ik dat wel een beetje verwaarloosd omdat het niet anders ging. Ik zou het liefste blijven doen wat ik nu doe. Dat betekent dat ik in de kerstperiode moeilijk tussen twee crossen door nog in de fitness kan zitten. Verder doe ik niets speciaals. Ik heb niet een speciaal matras of iets en mezelf laten kraken doe ik het liefst zo min mogelijk, omdat het niet echt goed is voor mijn rug. Maximaal twee keer per week, het liefst houd ik het bij één keer. Het voornaamste is de oefeningen goed doen. Dat heeft me in het verleden ook het beste geholpen. Daar ligt voor mij de meeste focus.”
Ondanks de rugproblemen in Zonhoven en Koksijde, gelooft Van der Poel in een wereldtitel in Hoogerheide. Dat is het dorp waar zijn vader opgroeide en onlosmakelijk met zijn familie verbonden is. In 2018 veroverde Van der Poel er ook zijn eerste Nederlandse titel op de weg. “Hoe veel kans ik maak op de regenboogtrui, vind ik altijd moeilijk om in te schatten. Ik denk wel dat Wout een streepje voor heeft, maar dat kan ik hier in Spanje tegen die tijd wel weggewerkt hebben. Ik hoop dat ik mijn voorbereiding goed kan doen en dat ik in Hoogerheide weinig last van mijn rug ondervind. Met dus een plek op de eerste startrij. Ik wil van niemands fouten afhankelijk zijn tijdens de belangrijkste wedstrijd. Het WK is de enige wedstrijd die voor mij telt deze winter.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.