Materiaalzone 
Fietstoerisme 
Team dsm-firmenich PostNL heeft vandaag specifiek doel met Fabio Jakobsen
Interview Voor Team dsm-firmenich PostNL kon de Tour de France 2024 niet beter beginnen: een ouderwets 1-2’tje en de gele trui was ook nog eens binnen. Daarmee deed de Nederlandse ploeg exact datgene wat hoofdploegleider Matt Winston hen de hele week al inprent: jezelf laten zien. In de vlakke ritten hopen ze dat ook met Fabio Jakobsen te doen, vertelt de Brit aan WielerFlits.
Is de Tour de France nu meteen geslaagd voor jullie?
“Natuurlijk hebben we in de eerste rit een fantastisch succes behaald. Daar hebben we ook van genoten. Maar we zijn hier wel om drie weken te koersen. Wel kunnen we nu doorgaan op dit momentum. Ik wilde graag zien dat we in de koers zouden zitten en goed zouden beginnen aan de Tour. Dat hebben de jongens perfect gedaan. We willen ons blijven tonen in kansrijke vluchten en de sprints. We weten dat we een sterke wedstrijd kunnen rijden, dat hebben we al bewezen. Normaal zouden we onszelf met klassementsambities zo veel mogelijk willen sparen, maar nu mogen we onszelf vermoeien, omdat we iedere rit all in kunnen gaan. Dat is een andere mindset.”
Iemand als toptalent Oscar Onley (die nu op 2,5 minuut van geel staat, red.) is wel aan een heel goed seizoen bezig. Zou hij niet alsnog voor een klassement kunnen gaan?
“Nee, daar kijken we op dit moment niet naar. Maar het zou ook stom zijn als je in de derde week in de juiste ontsnapping zit en je ineens opschuift van plek dertig naar plek tien of negen. Dan zullen we dat opnieuw evalueren. Voor nu focussen we ons vooral op de koers. We zijn niet bang om tijd te verliezen. Onze doelen voor de start waren duidelijk: proberen om ritten te winnen. Als we geen mogelijkheid zien om in de top-10 van een rituitslag te komen, kunnen we beslissen om onszelf te laten lossen, de benen sparen en de beste positie te creëren voor de volgende kans.”
Na de openingsdag stonden Bardet en Van den Broek in het geel en groen – foto: Cor Vos
Vanaf maandag zijn ook de sprinters aan zet. Wat is het verschil tussen de Fabio Jakobsen voor de start van de Giro d’Italia en voor de start van de Tour?
“Hij heeft keihard gewerkt tussen beide grote rondes in. We hebben de Giro geëvalueerd, wat zijn vorm op dat moment was. Ik denk vooral dat hij pech heeft gehad in de Giro. En bijval al het gehele seizoen. Wat ziekjes hier en een blessure daar. Desondanks hebben we heel hard gewerkt de afgelopen vier weken en hopelijk komt dat allemaal samen nu we hier in de Tour zijn aanbeland.”
Waaraan hebben jullie gewerkt wat betreft de sprints?
“We hebben in de eerste fase vooral veel gepraat. Roy Curvers is daarna veel met de jongens aan de slag geweest. Samen met mij heeft Roy het plan voor het gemaakt. Dat heeft zich gericht op het feit dat we Fabio in finales zo goed mogelijk willen omringen, zodat we hem kunnen afzetten zodat hij zijn sprint kan doen. Dat is het doel: hem piloteren, dat Fabio zelf kan op kijken bij nog 200 meter te gaan, de finishboog ziet en dan zijn sprint kan inzetten.”
“Vanaf dat moment bepalen de benen hoe het zal eindigen. We mogen niet vergeten dat het niet alleen op de zege draait, maar vooral op het proces om hem in de positie te brengen dát hij kan sprinten. Als dat niet lukt, kunnen we een sprint ook vergeten. Daarna zien we wel wat daar dan uit komt rollen.”
Hoe ziet de sprinttrein er voor Fabio straks uit? Is de volgorde Nils Eekhoff, John Degenkolb, Bram Welten en dan Fabio? Wat is het perfecte scenario?
“Ik vertel altijd veel, maar dat ga ik nog niet verklappen. Anders geef ik iets te veel weg, denk ik. Het hangt ook van de rit af, hoe technisch een finale is, hoe veel bochten erin zitten, of er nog een kort klimmetje is, dat soort zaken. Iedere rit zal anders zijn. We hopen onze trein gelijkwaardig te houden, maar kunnen hem op basis van finesse aanpassen.”
“In de Baloise Belgium Tour zou Bram de lead outs doen, maar reed hij in de finale twee keer lek. Toen was hij er niet, maar daaraan moeten we ons wel aanpassen. Je kunt niet iemand met een lekke band kwijtraken en vervolgens besluiten dat je niet kunt sprinten. Op die veranderingen moeten we dus kunnen anticiperen.”
De trein van dsm-firmenich PostNL, met Fabio Jakobsen in het laatste wiel – foto: Cor Vos
Zou de bolletjestrui nog een doel kunnen zijn later deze Tour?
“Dat moeten we aanzien. Dat is zo’n doel waarvoor je eerst een aantal keer in de juiste ontsnapping moet zitten. Als dat niet zo is, is het bergklassement ook niet haalbaar. Als dat wel zo is, pik je automatisch veel punten op. Maar we zullen niet plots op een ochtend zeggen dat we vanaf dan voor de bolletjestrui gaan in de teammeeting. Anderzijds is het ook zo dat als je toch in de positie komt waarop het mogelijk is om ervoor te koersen, wij dat ook niet zullen nalaten. Maar dat hangt wel af van het koers verloop.”
Vanaf wanneer is deze Tour dan wél geslaagd?
“Als we onszelf blijven laten zien in de koers. Dat betekent niet dat we nutteloze energie gaan verspillen in vroege vluchten. Dat wil ik niet. We gaan niet de vroege vlucht halen alleen maar om op tv te komen. Als we meegaan in een aanval, moet dat zijn om iets te kunnen doen. Zoals we dat in de eerste etappe hebben laten zien. Daarnaast wil ik ook goede leadouts zien en dat we door te samenwerken als team echt meedoen in de wedstrijd.”
“Iedereen is eigenlijk best wel enthousiast over onze benadering om voor ritten te gaan. Er liggen 21 kansen. Het is voor ons iets nieuws in vergelijking met de laatste Giro’s en Tours die we gedaan hebben. Je proeft het enthousiasme omdat we iets anders proberen. Iedereen is supergemotiveerd en daarom kijk ik uit naar de rest van deze Tour. Als we meedoen voor zeges, zitten we in de koers en ben ik tevreden.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.