Max Poole durft te dromen in de Vuelta, nadat hij eerder dit jaar het noodlot tartte 
foto: Cor Vos
Youri IJnsen
zaterdag 17 augustus 2024 om 14:15

Max Poole durft te dromen in de Vuelta, nadat hij eerder dit jaar het noodlot tartte 

Interview Team dsm-firmenich PostNL begint zaterdag aan de Vuelta a España 2024 met een Britse kopman van amper 21,5 jaar oud. Max Poole is zijn naam en de laatste twee seizoenen timmert hij hard aan de weg. Maar dat had ook heel anders kunnen lopen, na zijn zevende plek in de UAE Tour dit voorseizoen. Bij WielerFlits doet de jongeling zijn verhaal.

We spreken met de jonge Brit op vrijdagochtend, anderhalve dag voor de start van zijn tweede grote ronde. Na wat shoots en de ploegenpresentatie op donderdag, staat er een rustige dag op het programma. Poole vertelt dat zijn ploeg in een hotel ver buiten Lissabon zit en journalisten wellicht geen zin hebben om die afstand te reizen. Hij heeft geen afspraken de rest van de dag. “Dat is fijn, want dan kun je nog even lekker heel de dag op bed hangen voordat we iedere dag aan de bak moeten”, gniffelt hij. En dat bij pas zijn vierde koers van het jaar. Een elleboogbreuk opgelopen in Tirreno-Adriatico hield hem lang aan de kant. Dat was heftiger dan dat het klinkt.

Waarom was die breuk zo complex dat de revalidatie zo lang duurde?
“In de eerste plaats was het een slechte valpartij. Als je ziet met wat voor blessures ik er vanaf kwam, dan heb ik echt heel veel geluk gehad. Eerlijk gezegd kwam ik er zo nog goed vanaf, want het had heel anders kunnen aflopen. Desondanks was de elleboogfractuur wel een grote. Een aantal dagen later moest ik daarom ook onder het mes. Maar dat vlotte nooit. Een maand lang werd de pijn per dag erger. Ook daarna bleef het aanhouden.

De pijn was enorm en er traden een aantal andere complicaties op. Er ontstonden daardoor problemen, waardoor er een tweede operatie nodig was om onmiddellijk de schroeven uit mijn elleboog te halen. Er was na die valpartij dus twee keer een operatie nodig. Dat kost twee keer heel veel tijd om daarvan te herstellen. Ik heb met andere woorden een lange weg afgelegd.”

Poole van start in de tijdrit van Tirreno-Adriatico – foto: Cor Vos

Wat heb je in de tussentijd gedaan?
“Na de eerste operatie in Nederland ben ik naar huis gegaan. Ik wou dat ik kon zeggen dat ik leuke dingen heb gedaan. Maar om eerlijk te zijn was dat enorm moeilijk. Dan had ik het huis uit gemoeten, maar daar voelde ik me absoluut niet goed genoeg voor. In feite was het proberen om te herstellen en me te focussen op zo snel mogelijk terugkeren op de fiets.”

Hoe lastig was het om thuis te zitten en leeftijdsgenoten grote stappen te zien maken?
“Het was de bedoeling om de Giro d’Italia te rijden en eigenlijk was ik best goed op weg daar naartoe. Aanvankelijk hoopte ik nog dat die elleboogbreuk zou meevallen en dat ik in ieder geval de Giro nog kon halen. Niet in topvorm, maar gewoon om die wedstrijd in de benen te kunnen hebben. In mijn ontwikkeling was het zeker een grote stap om de Giro te doen. Toen ik in de gaten kreeg dat dit niet ging lukken, had ik het daar echt moeilijk mee. Alles was voor niets. Op een bepaald punt focuste ik me weer op die elleboog, om hem zo normaal mogelijk te laten werken.

Natuurlijk is het altijd moeilijk om langs de kant van de weg te staan. We koersen om dat we daarvan houden en we graag willen meedoen. Maar ik ben ook iemand die wil dat het met iedereen goed gaat. Het is leuk om te zien dat de jongens met wie ik koers sinds ik junior ben, dat zij het goed doen. Dat zou me nooit ongelukkig maken. Natuurlijk wil ik hen verslaan, maar ik wil ook dat zij het goed doen. Dat vind ik alleen maar mooi, dus wat dat betreft geen wrok, hoor.”

Poole (met zijn hand omhoog) werd in februari nog zevende in de UAE Tour – foto: Cor Vos

Wanneer zat je weer voor het eerst op de fiets en hoe is je voorbereiding daarna verlopen?
“De tweede operatie vond plaats op het einde van mei. Daarna is het eigenlijk heel goed gegaan. Een week kon ik niet fietsen, maar een week later mocht ik al op de weg trainen. Een week of drie daarna was ik meer en meer gewend om er weer op uit te zijn, kon ik een beetje aan mijn conditie werken en was ik weer in staat om diep te gaan. Aan het eind van de eerste week in juli, ben ik vervolgens met de ploeg op trainingskamp gegaan naar Kühtai in Oostenrijk. Dat ging ook goed.

Het was meteen de hoogtestage voor de Vuelta a Burgos. Aan het begin van het seizoen hadden we een plan gemaakt met wat idealiter mijn programma was. Daar stond de Ronde van Spanje niet op. Maar na wat er gebeurd is, werd het al snel duidelijk dat het een mooi doel zou zijn om naar de Vuelta te gaan. Burgos stond in het teken om me weer thuis te laten voelen in het peloton. Uiteindelijk was die koers wel onderdeel van mijn training om te kijken of ik de Vuelta kon halen.”

Om er maar gelijk als tweede in het eindklassement achter Sepp Kuss te eindigen?
“Haha, ja. Ik vond het gewoon mooi om weer te koersen en weer onderdeel te zijn van het peloton na zo’n lange periode van inactiviteit. Het was een mooie week, ook de sfeer binnen de ploeg was echt leuk. Ik vertrok er met een heel goed gevoel. Op voorhand vond ik het moeilijk te zeggen hoe ik me voelde, omdat ik zo lang geen koers had gereden. Het was alsof mijn seizoen opnieuw begon. Dus die tweede plek was een enorme verrassing. Hopelijk kan ik daar verder op bouwen.”

Poole (links) werd tweede in Burgos achter Kuss en voor Finn Fisher-Black – foto: Cor Vos

Vorig jaar reed je de Vuelta ook al. Wat neem je mee uit je eerste grote ronde?
“Ik weet nu wat het inhoudt. Niet alleen op de fiets, maar vooral ook ernaast. Ik heb geleerd om te gaan met verschillende situaties. Voorbeeld: in de Vuelta aten we veel later op de avond dan in andere koersen. Bovendien was het een rare wedstrijd voor mij. In de eerste week was ik een beetje ziek en na de Barcelona-rit kreeg ik maagproblemen. 

Dat was een enorme uitdaging, maar ook iets wat je als renner echt beter maakt. Je leert veel over jezelf. Vooral omdat die Vuelta een beetje onverwacht voor me kwam. De derde week ging eigenlijk best goed, maar ik viel hard in de rit die Alberto Dainese won (etappe 19 naar Íscar, red.). De voorlaatste etappe was heel zwaar om te finishen. Maar het was wel een heel speciale ervaring om uiteindelijk Madrid te halen en mijn eerste grote ronde uit te rijden. But I was totally screwed.”

Je hebt in rittenkoersen van een week de laatste twee jaar veel korte resultaten neergezet. Hoe moeilijk is het om datzelfde te realiseren in een grote ronde?
“Heel zwaar. Dat komt vooral omdat de ritten zwaarder zijn dan in alle andere wedstrijden en ook de kwaliteit van het deelnemersveld veel hoger ligt dan in andere koersen. Iedereen die aan de start staat, is echt in topconditie. Er zijn dus veel factoren die van invloed zijn, wat het moeilijk maakt om dezelfde resultaten te behalen. De grootste uitdaging is op fysiek vlak. Je moet gewoon in je allerbeste vorm zijn wil je in een grote ronde met de besten kunnen wedijveren.”

Poole knokte zich vorig jaar naar een vierde plek in de Ronde van Romandië – foto: Cor Vos

Nog een leuke statistiek voor je: de Giro had dit jaar 46.664 hoogtemeters, de Tour had er 53.618… Maar deze Vuelta liefst 61.522! Boezemt dat je angst in?
“Niet echt, om eerlijk te zijn. Ik kijk er juist heel erg naar uit! Natuurlijk is het een beetje mind blowing. Er zitten zo veel meer hoogtemeters in deze Vuelta dan in de andere twee grote rondes. Maar het is niet iets om bang voor te zijn. Het is een zware koers dit jaar, het parcours is echt enorm veeleisend. De zogenoemde sprintdagen zijn ook heel lastig. In deze Vuelta moet je jezelf helemaal binnenstebuiten keren en iedere dag zal de koers opnieuw vragen hoe graag je dit wilt.”

Wat is voor jou een realistisch doel in deze Vuelta, na dit seizoen met twee gezichten?
“Eerlijk gezegd weet ik dat niet. Op dit moment kan ik dat niet definiëren voor je. De kwaliteit van de deelnemers is hoog, zeker als je ziet wat voor teams sommige toprenners rond zich hebben. Ik ben wat onwetend. Als je er zo lang uitligt kan het twee kanten op gaan. Er ligt niet veel druk op mijn schouders en er zijn niet heel veel verwachtingen. Maar ik heb wel hoge standaarden voor mezelf neergezet. Daarom wil ik het goed doen. Als ik mijn beste koers kan rijden, ben ik erg blij.”

Welke uitgangspunten heb je dan in gedachten?
“Ik wil gewoon zien waar ik uitkom als we aan de laatste week beginnen. Er kan zo veel gebeuren. In twee dagen kun je van de top van het klassement naar ver in het achterveld geslagen zijn. Maar het is wel mijn doel om voor een goed klassement te gaan. Ik ben benieuwd wat ik kan laten zien op dat vlak. Nu weet ik dat nog niet, dus kan ik er weinig over zeggen. Het is de eerste keer dat ik als kopman naar een grote ronde ga. Vraag me over drie weken nog eens of ik blij ben of niet.”

Kan Poole zijn pechseizoen opluisteren met een goede Vuelta? – foto: ElToroMedia

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.