Merijn Zeeman: “Ik ga niet zeggen wie de beste is, maar Roglic staat wel een streepje voor”
Video Jumbo-Visma stond voor een hels karwei deze winter. Met drie kopmannen voor de grote ronden en een topsprinter was de puzzel voor sportief directeur Merijn Zeeman niet eenvoudig. Toch was de oplossing relatief simpel: alle drie de ronderenners wilden naar de Tour de France, de sprinter niet. En zo geschiedde. “Alleen met onze sterkst mogelijke ploeg maken we kans tegen Team Ineos”, vertelt Zeeman aan WielerFlits over de jacht op de grote droom: het geel naar Parijs brengen.
Het was een drukte van jewelste afgelopen vrijdag tijdens de ploegvoorstelling van Jumbo-Visma. Na afloop was er ruimschoots gelegenheid om de hoofdrolspelers het hemd van het lijf te vragen. We zaten eerst samen met Zeeman om tafel, om hem daarna nog eens over een aantal zaken aan de tand te voelen voor de camera. Dit artikel is een crossmediale samenvoeging van beide interviewrondes. Insteek was vooral het verhaal achterhalen waarom Jumbo-Visma gekozen heeft voor Wout van Aert, Laurens De Plus, Tom Dumoulin, Robert Gesink, Steven Kruijswijk, Sepp Kuss, Tony Martin en Primož Roglič als Tour-ploeg.
Degens kruisen met Team Ineos
Dat Dylan Groenewegen maar weinig kansen in de komende Tour zag en graag ooit in alle grote ronden een rit zou willen winnen, kwam voor Zeeman als een klein geschenk. De topsprinter kiest komend jaar voor de Giro d’Italia en de Vuelta a España. Daardoor kon Zeeman een volledige, achtkoppige formatie rondom de klassementsrenners smeden. “Als we de grootste kans willen maken om de Tour te kunnen winnen, dan moeten we er met de best mogelijke ploeg naartoe gaan”, stelt hij. “Daar is dit team uitgekomen. Los van de parcoursen van de Giro, de Vuelta en de Tour, hebben we gezegd dat we de grootste uitdaging willen aangaan. In de opbouw van de gehele selectie past het dit jaar om alles op alles te zetten om met het geel naar huis te gaan.”
Dat betekent dus dat Jumbo-Visma met drie potentiële Tourwinnaars van start gaat: Dumoulin, Kruijswijk en Roglič. Zeeman kent als geen ander de datagegevens van de drie kleppers. “Leuk geprobeerd, maar dat ga ik niet zeggen”, grijnst de sportief directeur op de vraag wie van hen fysiek de beste is. “Het is niet zo dat er een gouden standaard is met cijfertjes. Er komen zo veel factoren bij kijken. Op deze vraag is geen antwoord te geven. Primož is de nummer één van de wereld op dit moment. Dat is degene waarvan ik zeg: hij staat een streepje voor op Tom en Steven. Maar ik wil wel duidelijk maken dat we met drie kopmannen naar de Tour gaan. Het zal uiteindelijk van scenario’s afhangen of het een keer op hiërarchie tussen die drie aankomt, of niet.”
De geel-zwarte ploeg wil komende zomer de hegemonie van Team Ineos verbreken, dat mogelijk eveneens met drie kopmannen (titelverdediger Egan Arley Bernal, Chris Froome en Geraint Thomas) naar Frankrijk trekt. “Bernal heeft de Tour gewonnen, het meest recent. Maar ook die andere twee hebben dat al eens gedaan”, vergelijkt Zeeman. “Het mag duidelijk zijn dat Team Ineos nog altijd de grotere favoriet is, ten opzichte van ons. Maar ik denk zeker dat wij het gevecht kunnen aangaan. Wij hebben ook drie heel goede tijdrijders, waarvan twee fenomenaal goed. Daarom denk ik ook dat die laatste tijdrit in ons voordeel is. Maar Team Ineos heeft met Thomas en Froome ook twee heel exceptioneel goede tijdrijders. Het is daarom lastig om ze tegen elkaar te zetten.”
Kijkje in de keuken en Captain’s diner
Dat Zeeman steeds terugvalt op de Britse miljoenenformatie, is niet gek. Samen met andere leden van de staf heeft de sportief directeur die ploeg namelijk grondig geanalyseerd. Niet alleen als concurrent, maar ook als voorbeeld. “Er zijn heel veel ploegen succesvol geweest die met meerdere kopmannen zijn gestart”, vindt Zeeman. “Dat is een conclusie die we hebben getrokken. Het andere feit dat opvalt, is dat de beste ploegen veel renners hebben die heel goed bergop zijn. Daar moeten we dus ook vrij compromisloos in zijn. Al zegt dat niet alles. Gesink is ook op het vlakke een supersterke helper en dat geldt tevens voor De Plus. Maar we hebben wel echt laten doorwegen dat we zo veel mogelijk renners in de ploeg wilden hebben die goed in de bergen zijn.”
Om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen, organiseerde Zeeman in oktober een zogenoemd Captain’s diner. “Daarbij waren alle kopmannen aanwezig: Van Aert, Dumoulin, Groenewegen, Kruijswijk en Roglič. Daarnaast waren ook George Bennett, Tony Martin en Gesink erbij”, legt hij uit. “Daarvoor hadden we, in een kantoortje bij Jumbo in Veghel, ook al met elkaar gesproken. Toen heb ik aan iedereen gevraagd om voor de rest van de groep, je persoonlijke ambities voor de rest van je carrière te presenteren. Maar ook hoe zij de samenwerking zagen en hoe we er met z’n allen voor zorgen hoe we van Jumbo-Visma een succesvolle ploeg maken. Dat gaf mij veel inzichten met wat de renners zelf wilden, wat ze belangrijk vonden en waar ze supergemotiveerd voor zijn.”
Al vrij snel kreeg Zeeman in de gaten dat hij dus een superploeg voor de Tour de France kon samenstellen. Van de acht renners die deelnamen aan de kopmannenmeeting, rijden er komende zomer zes in Frankrijk. Groenewegen kiest voor een programma waarin hij meer kan winnen en Bennett krijgt de kans als kopman in de Giro, waar de Nieuw-Zeelander zijn achtste plek uit 2018 wil verbeteren. Nieuwkomer Dumoulin was ook meteen duidelijk: “Dumoulin vertelde tijdens de Captain’s diner dat hij ooit het geel wil winnen”, herinnert Zeeman zich. “Maar hij gaf ook aan bereid te zijn voor een ander te willen werken, als diegene beter is dat hij. En dat het hem supermooi leek om met het team de Tour de France te winnen. Daar sloten Steven en Primož zich bij aan.”
Een nieuwe term: totaalwielrennen
Drie kapiteins op één schip werkt niet altijd. Ook bij Team Ineos niet. Twee jaar geleden waren er tijdens de Tour toch een aantal spanningen toen meesterknecht Thomas kopman Froome overvleugelde. “Ik vind juist dat zij erin slagen om renners te hebben met individuele ambities. Maar altijd als het erop aankomt, dat het teambelang boven het individuele belang staat”, vindt Zeeman. “Zo zien wij het ook. Wij zijn geen ploeg die alleen maar ‘team-team-team’ prediken. Het zijn individuele topsporters die de grootste prijzen willen winnen en ontzettend hongerig zijn om dat in hun carrière zo veel mogelijk te bewerkstelligen. Dáár zijn wij dagelijks mee bezig, om daarvan een team te smeden. Maar wel met respect voor elkaars ambities.”
De sportief directeur haalt aan dat Thomas afgelopen jaar ook het podium mee op mocht. Maar als het erop aankwam, dat de Brit voor Bernal op kop reed. “Misschien dat er in 2012 bij Bradley Wiggins en Froome wel wat wrijving zat. Maar daar hebben ze volgens mij ook van geleerd. Wat dat betreft heb ik wel heel erg veel respect voor de manier waarop Team Ineos het altijd heeft aangepakt. Dat is zeker een voorbeeld. Een Movistar-scenario (waar Mikel Landa, Nairo Quintana en Alejandro Valverde niet altijd met elkaar reden, red.)? Ik zit daar niet met mijn neus bovenop. Maar daar komen weleens wat zaken naar voren waarbij je denkt: ‘Ja, volgens mij zit dit niet helemaal op één lijn’. Ik denk dat wij daar nu op een heel goede manier mee bezig zijn en er een goede strategie voor hebben uitgerold.”
De toekomst van Jumbo-Visma ziet er in ieder geval rooskleurig uit. Alle kopmannen liggen nog tot minstens het einde van 2021 vast. “Daarmee kunnen we bouwen aan – zo noem ik het maar even – totaalwielrennen: van klassiekers tot sprints, tot aan alle grote rondes. En daar gaan we ook maximaal van gebruikmaken. Ieder jaar zullen we kiezen waar we zo succesvol mogelijk kunnen zijn. Voor dit jaar is de honger naar succes in de Tour zo ontzettend groot en diepgeworteld, dat we daar nu all-in voor gekozen hebben. En dat moet ook. Het zou nonchalant of laconiek zijn als wij denken dat we Team Ineos kunnen verslaan, met een team dat niet op z’n sterkst is. Zij hebben de laatste zeven jaar, zes keer de Tour gewonnen. Alleen met onze sterkst mogelijke ploeg maken we kans.”
Ardennenklassiekers & Jumbo-Visma Development Team
Bekijk de video die boven het artikel hangt, waarin Zeeman dieper in gaat op het proces waarbij een Tour-selectie tot stand komt. Daarnaast komen ook de ambities in de Ardennenklassiekers naar voren en geeft hij tekst en uitleg over de wisselwerking die er komend jaar mogelijk is tussen WorldTour-teams en hun eigen Development-teams. In een aantal wedstrijden mogen WorldTour-renners namelijk uitkomen voor het Development Team, en vice versa.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.