Merijn Zeeman stellig: “Voorjaar van Jumbo-Visma is nog niet geslaagd”
Interview Met liefst vijf overwinningen in de afgelopen Vlaamse klassiekers is Jumbo-Visma de te kloppen ploeg in Vlaanderens Mooiste. De dominante koerswijze in de afgelopen weken biedt echter geen enkele garantie voor de Ronde van Vlaanderen. Al benadrukt hoofdcoach Merijn Zeeman dat de kracht in de breedte van zijn ploeg ook een sterk wapen op de belangrijkste afspraak in Vlaanderen kan zijn.
Met zeges in Omloop Het Nieuwsblad (Dylan van Baarle), Kuurne-Brussel-Kuurne (Tiesj Benoot), E3 Saxo Classic (Wout van Aert), Gent-Wevelgem (Christophe Laporte) en Dwars door Vlaanderen (opnieuw Laporte) is de Nederlandse WorldTour-formatie aan een ongekende serie bezig. “Toch begint het nog niet te wennen. Het is fantastisch om dit mee te maken”, stelt Merijn Zeeman.
Een verklaring waarom Jumbo-Visma in deze weken zo veel beter is dan de concurrentie kan de geboren Amsterdammer niet echt geven. “Ik denk dat we een heel goede rennersgroep hebben. Verder hebben we heel goed naar deze periode toegeleefd. En als je eenmaal het goede gevoel in de ploeg krijgt, dan helpt dat ook enorm.”
Mag ik zeggen dat jullie met de tegenstand spelen?
“Dat is zeker niet zo. Voor alle zeges die we hebben geboekt zijn we heel diep moeten gaan.”
Met alle respect voor de zeges in de vijf voorgaande klassiekers; komende zondag bij de start in Brugge worden het ‘slechts’ voorbereidingswedstrijden op ‘Vlaanderens Mooiste’ genoemd. Vergroten of verminderen die vijf zeges bij jullie de druk voor de Ronde van Vlaanderen?
“Ik denk dat die druk hetzelfde is gebleven. Wij willen de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix heel graag winnen. We weten ook dat dit heel erg moeilijk is. Ik denk dat iedereen in de E3 heeft gezien dat onze kopman Wout van Aert erg sterk is, maar dat Tadej Pogačar en Mathieu van der Poel minstens zo goed zijn. We hebben in ieder geval de bevestiging dat we een fantastisch voorjaar aan het rijden zijn.”
Hoe groot acht jij de kans dat buiten die drie een andere renner op het podium van de Ronde van Vlaanderen staat?
“Die kans acht ik verwaarloosbaar. Dan moet er wel iets heel geks gebeuren zoals materiaalpech of een valpartij. Fysiek zijn dit momenteel veruit de drie besten. Zij komen zeker in de finale naar voren. Daar heb ik geen twijfel over.”
Er was vanuit België kritiek op het wedstrijdverloop in Gent-Wevelgem waar Wout van Aert de zege schonk aan Christophe Laporte. Grote kampioenen als Eddy Merckx, Roger de Vlaeminck en Tom Boonen waren het daar niet mee eens.
“Wij hebben ook veel goede reacties over ons teamgevoel gekregen. Er zijn genoeg kenners die dit heel goed op waarde schatten. Ik denk dat die actie veel zegt over hoe wij als team naar de sport kijken. Er zijn inderdaad ook een paar mensen die daar wat anders over denken. Iedereen mag iets vinden.”
Vind je het opmerkelijk dat die kritiek vooral uit het thuisland van Wout van Aert kwam?
“België is een klein land in een grote sport. Het heeft momenteel twee van de beste renners van de wereld. Ik vind het gek dat die twee in eigen land veel kritischer worden benaderd dan in de omringende landen. Maar iedereen mag daar een mening over hebben. Wanneer er mij echter naar wordt gevraagd, geef ik ook mijn mening.”
Gaat het hele peloton in de Ronde van Vlaanderen tegen jullie koersen?
“Nee, dat lijkt me niet. Tadej Pogačar, Mathieu van der Poel en Wout van Aert steken er bovenuit. Dat hebben we al vanaf Milaan-San Remo gezien en dat zal zondag niet anders zijn. Alleen zijn er in de Ronde van Vlaanderen nog veel andere mogelijkheden en kansen om de wedstrijd te beïnvloeden. Komt het op de zwaartepunten van de wedstrijd aan, dan gaan we die drie zien.”
Is de sterkte in de breedte van Jumbo-Visma jullie belangrijkste troef?
“Dat denk ik wel. Als je zulke renners hebt, dan is het ook zaak om die mannen te benutten. Wanneer het al snel een open koers wordt is de kans op een man-tegen-man gevecht groot. Pogačar en Van der Poel zijn op de hellingen heel sterk, terwijl onze kracht vooral in de breedte zit. Die kracht moeten we zeker gaan benutten.”
Ondanks de vijf zeges in de Vlaamse klassiekers wordt er toch alleen maar gesproken over de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Stoort dat?
“Nee, ik vind dat niet gek. Ik hoop dat een van die twee Monumenten voor ons de kers op de taart wordt. Dat we dan kunnen zeggen dat we een perfect voorjaar hebben gereden. Als we niet een van deze twee klassiekers winnen dan ontbreekt een Monument op ons palmares van dit voorjaar.”
Is jullie voorjaar nu dan nog niet geslaagd?
“Nee, nog niet. Wij hebben heel duidelijk gezegd dat we een van die twee Monumenten willen winnen. Als dat niet lukt, dan hebben we mooie dingen laten zien maar is ons voorjaar niet geslaagd. Dat klinkt misschien gek. Maar wie had kunnen voorspellen dat we na Dwars Door Vlaanderen konden zeggen dat we vijf Vlaamse klassiekers hadden gewonnen? Natuurlijk compenseert het een soms het ander. Die nuance telt voor ons pas later. Ik denk niet dat we onze lat nu lager moeten leggen. Als we Mathieu en Pogačar kunnen verslaan, dan zou dat een enorme prestatie zijn.”
Hebben jullie dan als de sterkste ploeg geen masterplan waarmee je het man-tegen-man gevecht met Pogačar en Van der Poel misschien te slim af bent?
“Het is duidelijk dat we de kracht van de ploeg moeten gebruiken. Daar hebben we een idee over, maar daar ga ik me nu niet over uitspreken.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.