Michael Vanthourenhout, gisteren derde op de Koppenberg, is ervan overtuigd: “Mathieu van der Poel zal Eli Iserbyt en Tom Pidcock niet op een hoopje rijden. Het niveau ligt niet lager dan dat vorig jaar.”

Morgen is Mathieu van der Poel er opnieuw bij. En dat is een item in de veldritwereld. “Of ik blij ben met de terugkeer van Mathieu? Toch wel”, vertelt Michael Vanthourenhout. “Ik besef natuurlijk wel dat het met hem erbij opnieuw wat moeilijker wordt om het podium te halen. Mathieu zal altijd en overal meedoen voor de overwinning. Daar bestaat geen twijfel over.”

“Maar tezelfdertijd kan er de volgende weken eindelijk een streep getrokken worden onder de discussies. ‘Natuurlijk kan Eli Iserbyt winnen. Mathieu is er niet bij’, wordt wel heel gemakkelijk gezegd. Iets te gemakkelijk, vind ik. Waarom denkt iedereen dat wij zoveel trager rijden? Ik heb zeker niet het gevoel dat Mathieu Eli Iserbyt en Tom Pidcock zomaar op een hoopje gaat rijden, hoor. Die twee hebben op de Koppenberg echt een hoog niveau gehaald. De kloof zal veel kleiner zijn dan vorig seizoen.”

Opgehouden bij de start
Vanthourenhout zelf werd in de Koppenbergcross derde. Een stevige prestatie, na een slechte start. “Net voor mij doet een concurrent een vreemd manoeuvre, waarbij ik moest inhouden. Bij het opnieuw optrekken, slaat mijn fiets scheef. Ik moest even afstappen en een stukje lopen voor ik opnieuw van start kon. Zo verzeilde ik achterin en verspeelde ik veel krachten.”

Maar de West-Vlaming knokte terug. “Ik voelde dat ik over goede benen beschikte. Ik kon snel opschuiven en na een tweetal ronden kreeg ik Toon Aerts in het vizier. Eenmaal bij hem, voelde ik dat ik nog overschot had en er kon van wegrijden. Ik zeg niet dat ik zonder die pech had kunnen meedoen voor de overwinning, maar ik had wel mijn rol kunnen spelen, denk ik.”