De Amerikaanse ploeg Team Garmin telt dit jaar maar liefst vier Nederlanders, alle vier zijn zeer tevreden over de sfeer, maar ook zeker de losse aanpak van de ploeg, zo staat te lezen op de site van AD Sportwereld. Het management kiest zelf bewust voor Nederlands, zij vinden dat Nederlanders zich makkelijk aanpassen.

De vier Nederlanders van Garmin zijn Huub Duyn, Martijn Maaskant, Hans Dekkers en Ricardo van der Velde.
Huub Duyn gaat dit jaar al weer zijn derde seizoen in voor de ploeg, Martijn Maaskant begint aan zijn tweede en zowel Dekkers als Van der Velde zijn nieuw bij het team. Alle vier de renners komen uit de opleidingsploeg van Rabobank, tevens hebben ze allemaal nooit voor het ProTour team van de ploeg gereden. Alleen Hans Dekkers is niet direct uit de opleidingsploeg gekomen, maar via omzwervingen bij kleinere ploegen.

,,Dingen zijn wat losser geregeld dan in Nederland. Het maakt bijvoorbeeld niet zo heel veel uit hoe laat je komt eten. Het programma dat je rijdt, daar is allemaal over te praten. Mijn ervaring bij Rabobank was dat alles voor het seizoen al vaststond.” Aldus Maaskant.

Nieuweling Van der Velde haakt daar op in ,,Het is heel laidback. Dat past me wel, ik houd niet zo van de sfeer van de riem erover,” zegt de neo-prof. ,,Het lijkt ook wel of Vaughters het uitzoekt. De karakters passen allemaal goed bij elkaar, het klikt gewoon.”

Duyn vindt de aanpak ook lekker los, wel tekent hij daar op aan dat dit niet wilt zeggen dat er geen discipline in de ploeg is. ,,Het is misschien wat losser, maar je moet wél presteren,” weet hij. ,,En als dat niet gebeurt, word je er op aangesproken. Lijkt me alleen maar logisch.”

,,Ik vind het juist heel professioneel. Met de voorbereiding, met de training, met de aanschaf van tijdritpakken. Jongens voor wie de tijdrit belangrijk is, hebben in de windtunnel gezeten. Dat soort kleine details, daar wordt erg op gelet. Ontspannen maar serieus, zou ik het willen noemen.” Aldus de sprinter van de vier, Hans Dekkers.

Vorig jaar gaf Martijn Maaskant in de ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix gelijk zijn visitekaartje af als klassiekerspecialist met respectievelijk een twaalfde en vierde plek. Over zijn doelstelling in het voorjaar zegt hij: ,,De Vlaamse klassiekers zijn voor mij de belangrijkste wedstrijden van het jaar. Ik wil de lijn van vorig jaar doortrekken. En dan verwacht ik heus niet dat ik de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix ga winnen, maar ik wil er wel bij zijn in de finale.”